Kees van Oosten - Als er iets is waar niet tegen wordt gehandhaafd dan zijn dat de luidruchtige bezoekers van dansbars en feestcafé's en dance-festivals. Onze burgemeester, onze wethouders en raadsleden zijn ook jong geweest en hebben alle begrip voor die feestbeesten.

Dat er in Utrecht ook studenten, ouderen en gezinnen met kinderen wonen voor wie dat bruisende uitgaansleven niet hoeft en voor wie dat ook onbetaalbaar is, dat speelt in de Utrechtse politiek geen rol. De verklaring daarvan ligt voor de hand: onze college- en raadsleden komen in meerderheid voort uit dezelfde bevoorrechte klasse van welgestelde yuppen.

De doelgroep van het Lief-festival wordt omschreven als "verzorgde studenten en starters uit het hele land", die van het Sneeuwbal-festival 2024 als "verzorgde studenten en starters (22+) vanuit Utrecht en de omliggende grote steden uit de Randstad, Breda, Tilburg, Arnhem en Nijmegen". Die van Smeerboel als hoogopgeleide studenten en starters tussen 18 en 28 jaar. Dus maar zeer ten dele uit Utrecht zelf. En lang niet álle Utrechtse studenten. En ook geen werkende jongeren, ouders met kleine en opgroeiende kinderen en 65-plussers.

Wie op facebook de foto's ziet van de uitgelaten dansende festivalbezoekers zal daar ook weinig bezoekers met bijvoorbeeld Marokkaanse en Turkse afkomst zien. Het is de witte welgestelde doelgroep die je ook aantreft bij andere commerciële festivals als Smeerboel, Strand, Verknipt, Soenda, de Leuke, Sneeuwbal en Central Park en in dansbars en feestcafé's. Dat ligt voor de hand, want aan die doelgroep valt door de horeca, de grote biermerken en de exploitanten van festivals het meest te verdienen.

Hooguit 7500
Het aantal 18-30 jarigen in de Utrechtse bevolking is ruim 80.000 (van de ruim 374.000 inwoners). Van die 80.000 18-30 jarigen komen er hooguit 7500 uit Utrecht op zo'n commercieel festival af. De rest komt uit het "hele land" en uit de Randstad en omstreken. Dat voerden we 22 oktober bij de rechtbank aan in de beroepen tegen Central Park en Verknipt en dat werd niet tegengesproken door de exploitant en de gemeente. Hetzelfde geldt voor de bezoekers van dansbars en feestcafé's.

Hooguit 7500 komt neer op 2% van de Utrechtse bevolking. Goed om te weten dat het totaal aantal Utrechtse studenten ca. 40.000 is. Het gros van de studenten gaat dus niet naar commerciële festivals en doet niet mee met het bruisende uitgaansleven. Daar hebben ze het geld ook niet voor. Volgens het NIBUD moet de gemiddelde student rondkomen van 7700 euro per jaar (*) en daar moet ook de kamerhuur van betaald worden.

Hoe komt het nu dat ons college en onze gemeenteraad zich zo uitsloven om het deze kleine groep welgestelde jonge yuppen naar de zin te maken? Ten koste van omwonenden van die festivals en ten koste van iedereen die in de buurt van de Nobelstraat, de Mariaplaats, de Neude, Oudegracht, zeg maar in de binnenstad woont. In de eerste plaats gaat het om studenten en starters die door hun welgestelde komaf gewend zijn zich te laten gelden. Een grote mond hebben, zeg maar. Daardoor kan makkelijk het misverstand ontstaan dat de grote zwijgende meerderheid van studenten en starters ook al die festivals en dat bruisende nachtleven willen.

In de tweede plaats (en dat hangt er mee samen) zijn het juist deze welgestelde yuppen die steeds meer het actieve kader uitmaken van politieke partijen, ook van de PvdA/GroenLinks/D66, en daardoor direct en indirect de mening in het college en in de gemeenteraad bepalen.

Intellectuelen en studenten
De tijd dat arbeiders in de Partij van de Arbeid en het CDA een kans maakten raadslid te zijn, ligt ver achter ons. Die werden al in 70-er jaren verdrongen door hele en halve intellectuelen. Datzelfde geldt ook voor GroenLinks. Van D66 en de VVD waren ze al nooit partijlid. Uitgerekend in een universiteitsstad zijn intellectuelen en studenten sterk vertegenwoordigd in politieke partijen. Wat de Utrechtse burger, in de beleving van onze college- en raadsleden (!), wil is eigenlijk niets anders dan wat zijzelf en een kleine groep jonge witte welgestelde druktemakers willen én natuurlijk de horeca waar gedanst, gezopen, gefeest en verdiend kan worden plus de bier- en evenementenindustrie die het van deze doelgroep moet hebben.

Dijksma weigert te handhaven tegen de luidruchtige nachtelijke overlast van de horeca aan de Nobelstraat. Dat zou niet kunnen, want de overlast op straat zou moeilijk toe te rekenen te zijn aan deze of gene horecazaak. Nou, dat was op de Amsterdamsestraatweg helemaal geen probleem. Daar werd een vervroegd sluitingsuur ingesteld (om 23.00 uur door de week dicht) voor alle horeca, terwijl juist daar gold dat de nachtelijke overlast niet te herleiden was tot bepaalde horecazaken. Die nachtelijke overlast bleek namelijk niet uit politiemeldingen. Maar ja, op de Amsterdamsestraatweg ging het om Turkse- en Marokkaanse horeca, waar geen alcohol wordt gebruikt en niet op harde muziek wordt gedanst. Maar als het om Turkse- of Marokkaanse horeca gaat, hoeft de overlast bij Dijksma niet bewezen te worden, die spreekt dan immers vanzelf.

Volgens de zogenaamde "nadere regels locatieprofielen" kan het Transwijk Park (in strijd met het bestemmingsplan!) 190 dagen (inclusief opbouw en afbouw dagen) per jaar in gebruik genomen worden door de evenementenbusiness. Tussen de evenementen door moet de grasmat telkens herstellen (tijdens evenementen liggen daar staalplaten op) en is ook daardoor niet bruikbaar: 14 evenementen x 18 dagen = 252 dagen. Tel die bij die 190 dagen op: 442 dagen. Meer dagen dan in een jaar zitten.

Kortom, Kanaaleilanders en Transwijkers, zeg maar dag tegen het park, dat is voortaan het domein van de evenementenbusiness. Voor het gebruik van het Transwijk Park hoeft de evenementenbusiness niets te betalen.  (**)  

Verkapte overheidssteun derhalve aan de exploitant van festivals voor welgestelde yuppen. Kosten van aanleg en  onderhoud van het Transwijk Park worden mede opgebracht door Kanaaleilanders en Transwijkers die er dus niet meer terecht kunnen.

Gebruis
't Bruis an alle kant... heet de evenementennota uit 2009 van het bureau Stadspromotie. Wie heeft er, behalve het bureau Stadspromotie, eigenlijk om al dat gebruis gevraagd? Wie heeft er gevraagd om meer commerciële evenementen en meer nachtleven in Utrecht? Volgens de gemeente gaat het om een breed gedragen maatschappelijke behoefte.

Echter, het argument dat het maar om een hele kleine groep welgestelde jonge yuppen gaat, werd recentelijk bij de rechtbank dus niet tegengesproken. De gemeente weigert echter serieus onderzoek te doen naar de vraag naar commerciële evenementen en een bruisend horeca nachtleven bij de Utrechtse bevolking. Doet het liever met participatietrajecten en online panels, omdat daar voornamelijk yuppen aan meedoen die de gemeente precies zeggen wat de politiek horen wil. Want de politiek, dat zijn diezelfde yuppen.    

 
(*) Het Nibud heeft berekend dat studenten gemiddeld 770 euro per maand binnenkrijgen. Hieronder vallen studiebeurs, geld dat studenten van hun ouders krijgen, inkomsten uit bijbaantjes en toeslagen. Hoewel  studenten volgens de criteria arm zijn, is het de vraag of studenten zich ook arm voelen. Komen zij gemakkelijk rond van hun inkomsten en hoeveel hebben ze te besteden in vergelijking met leeftijdsgenoten? Bijna de helft van de studenten (47 procent) gaf in het studentenonderzoek van het Nibud aan moeite te hebben om rond te komen. Van deze studenten komt 63 procent ook regelmatig geld tekort. Bron: Dub

(**) Voor het gebruik van Strijkviertel moet wél betaald worden, maar dat wordt beheerd door Stichtse Groenlanden (samen met Staatsbosbeheer).

    

PS. Jurist Van Oosten voert rechtszaken op dit onderwerp.