Van Oosten - Participatie als fopspeen (4)
![Fopspeen (Mark Baird via Pixabay) en de Utrechtse Vismarkt (Jim Terlingen)](/uploads/resized/custom/12/jim_fopspeen.jpg)
Gepubliceerd: zaterdag 8 februari 2025 09:09
Kees van Oosten - Soms komt een participatietraject neer op manipulatie en niet te vergeten ambtelijke werkverschaffing. Daarvan is bij het project Omgevingsvisie Overvecht sprake. Kosten participatie: ruim 1,2 miljoen.
In 2019 besloot het college dat er vóór 2040 60.000 woningen bijgebouwd moesten worden in Utrecht. Dat zou nodig zijn om gezond te groeien. 'Gezond' is een toverwoordje bij de gemeente Utrecht. In de Ruimtelijke Strategie Utrecht (RSU) 2040 wordt het 117 keer gebruikt. De RSU werd in juli 2021 door de gemeenteraad vastgesteld. Zonder referendum, want waarom zou je de Utrechtse burger een stem geven bij zo’n belangrijke beslissing?
Volgens die Ruimtelijke Strategie zouden er in Overvecht minimaal 5000 woningen bijgebouwd moeten worden. Bij het winkelcentrum 2000, stationsgebied 1000, Overvecht-Zuid 500 en Overvecht-Noord 1500. Dat betekent flink verdichten. Door laagbouw te slopen en te vervangen door hoogbouw. En groen te vervangen door steen.
Om dat laatste te verbergen staat in de Omgevingsvisie Overvecht “we gaan extra vergroenen”. In 2019 besloot de gemeenteraad dat er in Utrecht 60.000 bomen bijgekomen moesten zijn in 2040, net zoveel als woningen. Maar niemand weet waar die geplant moeten worden en er is bovendien geen geld voor gereserveerd. De groene leugen!
Dat het plan om het groene Overvecht flink te gaan verdichten door sloop en hoogbouw in Overvecht niet op enthousiasme hoefde te rekenen was duidelijk. En dus werd besloten een participatietraject op te starten. Intensieve participatie moest de Overvechters zo gek zien te krijgen om te denken dat zij die verdichting graag wilden. Hoe deed de gemeente dat?
Eerst werd de Overvechters wijsgemaakt dat er veel groen bij zou komen door groen met groen te verbinden en meer van die bla-bla. Niet waar, want er gaat gebouwd worden ten koste van de groene hoofdstructuur en de gemeente weigert vast te leggen dat voor elke nieuwe woning ook een nieuwe boom wordt geplant. (Verdieping omgevingsvisie Overvecht 2040 p.250).
Meer woningen en meer mensen betekenen dus niet ook meer bomen. En dus is er juist sprake van een relatieve achteruitgang van het groen en het aantal bomen. Ruimte voor meer groen is er volgens de gemeente alleen waar parkeerruimte wordt geofferd. Lang niet genoeg om het verlies van groen door verdichting te compenseren. Overvecht wordt dus, als de plannen doorgaan, niet ver-groend maar ont-groend.
Verder werd Overvechters wijs gemaakt dat Overvecht te weinig woningen heeft voor mensen die binnen Overvecht vanuit een sociale huurwoning naar een luxere woning willen doorstromen. Grote onzin, want die luxere woningen zijn niet bedoeld voor doorstromende Overvechters, maar zijn bedoeld om woningzoekenden met een mooi inkomen naar Utrecht te lokken.
De gemeente kiest al zolang GroenLinks in het college zit (sinds 2006) voor het terugdringen van het aandeel sociale huurders (vaak met migratie achtergrond) en voor uitbreiding van het aandeel Utrechters met een midden- en hoog inkomen. De PvdA was daar in 2001 al mee begonnen (DUO/Utrecht Vernieuwt [1]).
Gevoed met deze misleidende informatie werden Overvechters uitgenodigd met wensen en ideeën te komen om de leefbaarheid te verbeteren. Ja, ze wilden wel graag doorstromen in hun eigen wijk en het zou fijn als er een woning kwam voor de kinderen. En meer groen zou ook fijn zijn. En een 'gezonde' ontwikkeling, wie kon daar tegen zijn? En zo groeide het draagvlak voor wat er met de RSU werd beoogd: 5000 woningen erbij door sloop en hoogbouw. Althans, dat draagvlak had er moeten komen door middel van participatie..
Het liep anders. Steeds meer Overvechters hielden de participatie voor gezien, voelden zich bedolven onder de stapels nota’s met vage en abstracte teksten en vertrouwden de boel niet meer. [2] Terecht, want in 'Verdieping omgevingsvisie' (november 2024, pagina 224) kwam de aap uit de mouw:
In alle buurten met percentage sociale huur boven de 50 procent, mag dit aandeel dalen.
In Vechtzoom-Noord is dat percentage 55%, in Vechtzoom-Zuid is dat 63%, in Tigrisdreef e.o. 78%, in Zambesidreef e.o. 74%, in Donaudreef/Wolgadreef e.o. in 81%, in de Neckardreef e.o. 79%. In al die buurten valt er dus veel sociale huur te slopen vóórdat die 50% wordt onderschreden.
Het aantal sociale huurwoningen mag niet dalen in Overvecht
(p.228 van de 'Verdieping omgevingsvisie')
Maar als er 5000 woningen bijkomen (bij de bestaande 16.961) en het aantal sociale huurwoningen blijft gelijk, is er dus sprake van een zeer forse daling van het percentage sociale huurwoningen. Namelijk van 58% naar 44%. Daarmee zou het percentage voor Utrecht als geheel ook onder de streefnorm van 30% komen.
Het college (dus ook GroenLinks/PvdA) is dus kennelijk van plan om de sociale woningnood in Overvecht én Utrecht nog eens flink op te voeren. Overigens, In Taagdreef/Rubicondreef is het percentage sociale huur 36%, maar daar is het niet de bedoeling sociale huur bij te bouwen. Betere menging van sociale huur en middenhuur is wat GroenLinks/PvdA kennelijk niet nodig vinden als het om buurten/wijken gaat met heel weinig sociale huur.
In Overvecht wonen relatief veel inwoners met een migratieachtergrond (60,4%), voornamelijk Marokkaans. Laag inkomen, sociale huur en migratieachtergrond gaan heel vaak samen in onze zogenaamde inclusieve stad. Het terugdringen van sociale huur komt daarom in feite neer op het terugdringen van het aandeel huurders met Marokkaanse achtergrond.
Precies wat Wilders wil. Kennelijk is dat dus ook wat GroenLinks/PvdA wil. GroenLinks/PvdA is de partij waarop in Overvecht het meest werd gestemd de laatste keer. Je zou denken dat met name Overvechters met een Marokkaanse achtergrond zich door die partij toch flink in de steek gelaten moeten voelen.
Donderdag werd de omgevingsvisie besproken in de raadscommissie en één van de raadsleden (Dijkstra van EenUtrecht) stelde voor een onafhankelijk representatief onderzoek te laten doen om te kijken of er echt wel sprake was van voldoende draagvlak voor de omgevingsvisie, ook onder de Overvechters die nauwelijks in het participatietraject betrokken waren (met name vrouwen en bewoners met migratieachtergrond).
Maar daar moest wethouder Maatoug (GroenLinks) helemaal niets van hebben. Er was nog nooit zoveel participatie geweest en dus moest de gemeenteraad de omgevingsvisie maar ongewijzigd vaststellen.