Kees van Oosten - Toen Diederik Samsom nog woordvoerder was voor milieu betoogde hij (wetgevingsoverleg, 25 september 2006) namens de PvdA: “Dat NSL is in de ogen van mijn fractie de ultieme smokkelstap (...) om met gegeven luchtvervuiling alsnog de goedkeuring voor bouwprojecten er doorheen te smokkelen, een goedkeuring die er anders niet zou komen (…) een bureaucratisch monstrum, dat beleidsambtenaren, juristen en adviesbureaus gouden tijden zal bezorgen".

NSL staat voor Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit. Een miljardenproject dat dus volgens Diederik Samsom bedoeld was om bouw- en wegenbouw projecten doorgang te laten vinden, ook al maken die de luchtverontreiniging erger. Samsom had gelijk. Jammer dat het NSL een paar jaar later werd ingevoerd onder PvdA-minister dr. Jacqueline Cramer en dat Samsom inmiddels voorstander is van de verdubbeling van de A27 bij Lunetten.

In het kader van dat NSL werden door Utrecht "actieplannen" opgesteld. De totale kosten voor de uitvoering van het Ontwerp Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht 2008 werden geraamd op ruim 75 miljoen. Volgens het in 2011 door de Utrechtse Rekenkamer gepubliceerde rapport "Geen vuiltje aan de lucht" kon echter niet worden vastgesteld dat de lucht in Utrecht door de uitvoering van dat dure actieplan schoner was geworden. 

De ambtelijke organisatie, zo stond in het rapport, "geeft aan dat het belang van zicht op de geleverde prestaties en resultaten relatief is, omdat de gemeente voor de NSL maatregelen een uitvoeringsplicht heeft en niet verantwoordelijk is voor het behalen van het effect op de luchtkwaliteit". Om die reden vond de ambtelijke organisatie het dus niet nodig om te kijken of die 75 miljoen belastinggeld goed waren besteed.

Of die Utrechtse actieplannen voor luchtkwaliteit de lucht wel of niet schoner hebben gemaakt is niet zo moeilijk te beoordelen. Om te berekenen wat de totale concentratie stikstofdioxide (NO2) is in een straat moet je bij de "achtergrondconcentratie" optellen de NO2-uitstoot van het verkeer in die straat: de "lokale verkeersbijdrage". Dat het in de ene straat viezer is dan in een andere straat komt vooral omdat in de ene straat meer verkeer is dan in de andere straat. 

De achtergrondconcentratie wordt vaak voorgesteld als een deken die over de stad land ligt. Volgens deskundigen van de gemeente heeft het gemeentelijk beleid daar geen invloed op omdat die grotendeels veroorzaakt wordt door de uitstoot van bedrijven, huishoudens (cv), landbouw, snelwegen en het buitenland. De pieken die in de grafiek boven de achtergrondconcentratie uitsteken geven de "lokale verkeersbijdrage" aan. Die pieken zijn drukke straten. 

Dat de concentratie NO2 in de stad over de hele linie sinds 2005 lager is geworden kan nu volledig worden verklaard door twee factoren waar de gemeente geen invloed op heeft: de daling van de achtergrondconcentratie en het "schoner" worden van auto's: de uitstoot NO2 per gemiddelde auto is sinds 2005 meer dan gehalveerd. Conclusie: de actieplannen van de gemeente hebben niets uitgehaald en die 75 miljoen is over de balk gegooid.

Wat voor luchtkwaliteitsbeleid geldt, geldt echter ook voor het autobereikbaarheidsbeleid: reistijden in Utrecht zijn sinds 2005 alleen maar toegenomen. Ook kostbare maatregelen om Utrecht klimaatneutraal te maken blijken juist te leiden tot een toename van CO2 uitstoot. En dat geldt ook voor de bestrijding van criminaliteit en woningnood. Dus, hoe meer beleid, hoe groter de problemen. Kortom, de wet van behoud van ellende.

Wie die wet van behoud van ellende wil begrijpen moet even alle vrome verhalen van burgemeesters, wethouders, adviesbureaus en ambtelijke diensten vergeten. Die zijn namelijk alleen bedoeld om de waarheid te verhullen. De waarheid is dat beleid helemaal niet wordt gemaakt om problemen op te lossen, beleid wordt gemaakt om aan beleid te verdienen. Het echt oplossen van problemen is dus het slachten van de kip met gouden eieren.

Problemen zijn er in het openbaar bestuur en de politiek niet om op te lossen, maar om beleid te kunnen maken, regelgeving te bedenken en te handhaven. Duizenden politici, ambtenaren, deskundigen, juristen, adviseurs en  communicatiedeskundigen verdienen daar aan. Dat is waarom er steeds meer problemen worden bedacht, waarom er nooit iets wordt opgelost en waarom de gemeente ook nooit blij is als burgers met simpele doeltreffende oplossingen komen. 

Hoe komt het nu dat politieke partijen en de gemeenteraad hier niets tegen doen? Dat komt omdat politieke partijen (1% van de bevolking) voornamelijk bevolkt worden juist door die politici, ambtenaren, juristen,  woordvoerders, wetenschappers en adviseurs voor wie geldt: hoe meer overheidsbeleid, hoe zekerder het inkomen. Hoogopgeleiden die aan de overheid verdienen zorgen er via politieke partijen voor dat dat zo blijft.

Zo komt het dat er honderden miljoenen uitgetrokken worden voor allerlei beleid waarmee niets opgelost wordt, terwijl er bezuinigd wordt op broodnodige zorg en armoedebestrijding. En dat zal zo blijven zolang de mensen die tekort komen zich laten wijsmaken dat de politiek en de gemeente al dat beleid maken om de problemen van gewone mensen op te lossen.