Van Oosten - College heeft schijt aan algemene wet bestuursrecht (1)
Gepubliceerd: woensdag 6 juli 2022 07:53
Kees van Oosten - Ondanks de vele beloften van het college van burgemeester en wethouders dat vergunningen voor evenementen tijdig bekend gemaakt worden, wordt de bekendmaking voor "De Buitenspelen 2022" (eredivisiebeach, gepland voor 15 tm 18 juli Lucas Bolwerk), opnieuw veel te laat en mogelijk in het geheel niet bekend gemaakt aan omwonenden.
Bezwaar maken wordt daardoor feitelijk onmogelijk en dat is overduidelijk ook de bedoeling. Het college laat daarmee zien schijt te hebben aan de algemene wet bestuursrecht die omwonenden het recht geeft bezwaar te maken.
Vorig jaar werd corona als excuus aangevoerd, dit jaar is er geen reden te bedenken waarom het besluit niet al maanden geleden genomen had kunnen worden. Eredivisiebeach 2022 op 16/17 juli werd vorig jaar november al aangekondigd op https://www.eredivisiebeach.nl/utrecht.
Doordat de vergunning pas verleend wordt, of niet of enkele dagen vóór de datum van het evenement is bezwaar maken zinloos. Immers de gemeente heeft voor het behandelen van een bezwaar minimaal 12 weken nodig, gerekend vanaf de datum van de bekendmaking van de vergunning.
De bezwaarmaker kan naast het maken van bezwaar, althans als het besluit bekend wordt gemaakt voordat het evenement plaatsvindt, een verzoek doen bij de rechtbank voor een voorlopige voorziening (schorsen vergunning). De praktijk leert echter dat de organisator dan bij rechtbank gaat lopen janken dat er zoveel voorbereiding plaatsgevonden heeft en kosten zijn gemaakt dat hij zwaar door een schorsing wordt gedupeerd. Als regel vindt de voorzieningenrechter dat dan een reden om genoegen te nemen met de toezegging van het college dat evenementen vergunningen in het vervolg wel tijdig zullen worden verleend. Een toezegging waar het college zich dan weer niet aan houdt, zoals nu.
Vorig jaar werd met de opbouw van ditzelfde evenement begonnen op 30 juni. De vergunning werd stiekem (dus zonder openbare bekendmaking) verleend op 1 juli, zodat de omwonenden uit het plaatsvinden van het evenement moesten opmaken dat de vergunning was verleend. Op 20 juli werd alsnog bezwaar gemaakt. Op 9 november werd het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard omdat de bezwaarmaker door het maken van bezwaar niet bereiken kon dat het evenement niet zou doorgaan en dus geacht werd niet belanghebbend te zijn. Zoals gezegd, ondanks vrome beloftes van beterschap is het dit jaar weer hetzelfde liedje.
Eigenlijk is het dit jaar nog erger. Op 27 juni stuurde de afdeling Evenementen een mailtje met het bericht dat het besluit de vergunning te verlenen was genomen. Op het uitdrukkelijke verzoek dat besluit dan meteen toe te sturen werd, ook na herhaling en tot op heden niet gereageerd. Het lijdt dus geen twijfel dat er bij de afdeling Evenementen sprake is van het opzettelijk niet aan omwonenden tijdig bekendmaken van het besluit.
Door het met opzet niet, dan wel niet tijdig bekendmaken van de evenementenvergunning aan omwonenden beoogt het college overduidelijk aan omwonenden de mogelijkheid te ontnemen tijdig bezwaar te kunnen maken en naar de rechter te lopen met het verzoek om een voorlopige voorziening. De vraag die zich dan ook opdringt is: welk belang wordt eigenlijk door het college (i.c. de afdeling Evenementen) behartigd? Het belang van de commerciele evenementenbusiness of het belang van de Utrechtse bevolking? Hoeveel Utrechters hebben gevraagd om een beachvolleybal evenement op het Lucasbolwerk?
Kortom: als het om evenementen gaat heeft het college gewoon schijt aan de algemene wet bestuursrecht die burgers het recht geeft bezwaar te maken.