Van Oosten - Bomenevaluatie: de slager keurt zijn eigen vlees
Gepubliceerd: donderdag 22 september 2016 08:15
Kees van Oosten - Als ambtenaren hun eigen beleid gaan evalueren staat de conclusie bij voorbaat vast. Dat is dan geen evaluatie maar propaganda. De Bomenevaluatie 2013-2016, opgesteld door de Afdelingen Milieu/Stadsbedrijven is daar een goed voorbeeld van.
Conclusies zijn dat de regelgeving is verbeterd, de besluitvorming transparanter is geworden, het aantal bomen en de gemiddelde leeftijd is toegenomen. De afdelingen Milieu/Stadsbedrijven zijn dus zeer tevreden over het eigen beleid. Daar valt wel wat op af te dingen.
Om te beginnen: de aanvraag voor een kapvergunning wordt vrijwel nooit geweigerd. Dat komt doordat de gemeente doorgaans zelf de aanvrager is en zijn eigen aanvraag beoordeelt. Om de schijn van onafhankelijkheid te wekken wordt de beoordeling van de aanvraag door de VTH (Vergunning, toezicht en handhaving) gedaan, maar die is voor de vakinhoudelijke /niet-juridische beoordeling afhankelijk van groenmensen die onder Milieu en Stadsbedrijven vallen en de aanvraag ingediend hebben. Kortom, de slager keurt zijn eigen vlees.
De regelgeving is allerminst verbeterd. Om actiegroepen en bewoners de mogelijkheid te ontnemen bezwaar te maken tegen het kappen van bomen stelde Robert Giesberts (GroenLinks-wethouder) in 2007 voor de kapvergunning af te schaffen. Ook toen werd de aanvraag vrijwel altijd door de gemeente gedaan en al die bezwaren dat vond de gemeente maar lastig. Toen dat voorstel een kleine opstand ontketende trok Giesberts zijn voorstel snel weer in.
De ambtenaren bedachten toen wat anders: alleen de heel bijzonder waardevolle bomen hoefden maar beschermd te worden door de kapverordening. Dus als een boom niet heel bijzonder is hoeft er volgens de huidige opvatting van de gemeente helemaal geen afweging plaats te vinden en wordt de aanvraag als een formaliteit beschouwd. Sinds de oprichting van de Utrechtse Bomenstichting in 2007 is de regelgeving alleen maar veel slechter geworden voor de bomen.
Ook de transparantie is er bepaald niet op vooruitgegaan. Lange tijd werd de aanvraag en de vergunning gepubliceerd in Ons Utrecht, overzichtelijk per wijk. Met de bekendmaking kon je naar de infobalie van Bouwen en Wonen (zonder afspraak te hoeven maken!) en daar kon je het dossier inzien. Kennelijk was dat veel te transparant, reden waarom het gedigitaliseerd werd. Nu moet je hogere informatica ("officiëlebekendmakingen.nl") gestudeerd hebben om tijdig van aanvragen en besluiten op de hoogte te zijn.
Je zou zeggen: als je toch gaat digitaliseren, waarom zorg je er dan niet voor dat de burger zich met één klik toegang kan verschaffen tot het hele dossier van de kapaanvraag. Nee, als hij wil weten om welke bomen het precies gaat en als hij het dossier wil zien, moet hij eerst digitaal een afspraak maken. Dan moet hij met een USB-stick naar het stadskantoor en dan worden de documenten in het dossier één voor één op het stickie gezet. Het moet vooral niet te makkelijk gemaakt worden.
Interessant is te vermelden dat bomen slechts in pakweg 20% van de gevallen worden gekapt omdat ze ziek zijn (zie p.14). In de andere gevallen worden ze gekapt omdat ze naar het oordeel van de gemeente in de weg staan. Om plaats te maken voor asfalt, fietsstraat, leiding van Eneco, uitbreiding golfbaan, fietsenstalling en nieuwbouw Smakkelaarsveld, muziekcentrum, woonwinkelgebouw Vredenburg, herinrichting Jacobsstraat, aanleg NOUW 2, e.d. Anders dan in de Boomevaluatie zelfvoldaan wordt vastgesteld neemt de gemiddelde leeftijd van de bomen met het jaar juist af. Je zal zien dat dat nog erger wordt als de biowarmte installatie van Eneco er komt!
Met cijfers over de toename van het aantal bomen wordt weer flink gegoocheld. In 2011 zouden er 135.410 bomen zijn en in 2016 zou dat aantal toegenomen zijn tot 159.978. Je zou denken dat er in 5 jaar 24.568 bomen bij zijn geplant. Dat is niet zo, het verschil zit hem er voornamelijk in dat de bomen van landgoederen in 2011 niet en in 2016 wél werden meegeteld. En verder is het zo dat er in de loop van de jaren aanzienlijk meer bomen zijn gekapt dan uit de cijfers van de gemeente blijkt. Anders dan de gemeente beweert is noch het aantal, noch de gemiddelde leeftijd toegenomen.
Conclusie: als de gemeenteraad een realistische evaluatie wil hebben van het bomenbeleid dan moeten ze die aan rekenkamer vragen en die niet overlaten aan de afdelingen die voor dat beleid verantwoordelijk zijn. De rekenkamer zou dan met name kunnen onderzoeken waarom VTH vrijwel alle aanvragen automatisch honoreert en totaal geen probleem heeft gemaakt van het kappen van honderden monumentale bomen voor de uitbreiding van de golfbaan De Haar.