Kees van Oosten - De realisatie van vijf warmtebuffers in Utrecht zal veel hinder geven voor de bewoners die op een afstand van slechts 50 meter van de locatie wonen: bouwlawaai, transport, stof, lichthinder, e.d. Zoals gezegd heeft aan-vrager geen document overgelegd waaruit duidelijk wordt wat er gedaan moet worden in het geval van calamiteiten als de warmtebuffer in gebruik is.

De buffer bevat 3 miljoen liter heet water. De gevolgen van “instantaan falen en leegloop” worden in de Toelichting gering­­schat­tend beschreven: “stroomt het water af naar de naastgelegen watergang”. Gevreesd moet echter worden dat bij zulk falen een grote kokende watermassa niet meteen en volledig door de naastgelegen watergang wordt geabsorbeerd en dus ook aan de overkant terecht komt waar gewoond wordt.

Overigens is de aanzienlijke opwarming van het water in de naastgelegen watergang een ramp voor alles wat in en langs dat water leeft en groeit. Het gevaar dat bij leegloop de ernstige verontreiniging in de bodem (PAK’s) naar de omgeving zal uitspoelen is ook niet ondenkbeeldig. Calamiteiten kunnen overigens in deze tijd ook het gevolg zijn van moedwillige vernieling. Dat de aanvrager daar rekening mee houdt blijkt niet. 

Natuur
Aanvrager blijkt een ecologie quick-scan te hebben laten uitvoeren. Zie p.4 in de Toelichting. Onduidelijk is waarom die niet als bijlage aan de aanvraag is meegestuurd. Waarom alleen bij de planuitvoering rekening gehouden moet worden met vogels met niet-jaarrond beschermde nesten (hoe?) en waarom er voor vogels met jaarrond beschermde nesten geen negatieve ont-wikkelingen zouden plaatsvinden blijkt niet uit de Toelichting. Overigens dient bij een afwe-ging ook het belang meegenomen te worden van vogels en andere dieren die niet beschermd zijn. 

Met grote mate van waarschijnlijkheid huist er een vleermuizenkolonie in de Groepsschuil­plaats/bunker gelegen in de zuid oostelijke punt van het terrein Offerhausweg nummer 8. Deze bunker is door bosschages omgeven en biedt een ideale habitat voor deze beschermde diersoort. Het is nogal makkelijk om er van uit te gaan dat deze vleermuizen of mogelijk aan-wezige foeragerende vleermuizen vanzelf wel een goed heenkomen elders zullen vinden. Ver-storing vindt vanzelfsprekend plaats door bouwactiviteiten zoals wachtende- en lossende vrachtauto’s, betonmixers, af- en aanrijdende aannemersbusjes, hijskranen en tevens door bouwlampen.


Klimaat
De geplande warmtebuffer zou nodig zijn om het verschil op te vangen tussen de gemiddelde warmtevraag en de grootste warmtevraag. In de Toelichting wordt dat verschil geraamd op 20.000 m3 voor Nieuwegein en Utrecht samen. De geplande warmtebuffer zou bedoeld zijn om 3000 m3 daarvan te bufferen, mogelijk zijnde de extra warmtevraag die in Utrecht-Oost kan optreden.

Indien het de warmtevraag is die in Utrecht-Oost optreedt, rijst de vraag: hoe wordt die dan momenteel opgevangen en op grond waarvan wordt aangenomen dat die vraag in de naaste toekomst zodanig zal toenemen dat juist in Utrecht-Oost een uitbreiding van de opslagcapaciteit nodig is? Veel extra woningen zijn daar niet gepland.

Indien de extra warmtevraag waarvoor de warmtebuffer Rijnsweerd wordt gebouwd niet in Utrecht-Oost bestaat of zal bestaan, en de bedoelde warmtebuffer dus vooral of mede bedoeld is voor een warmtevraag elders in de regio Nieuwegein-Utrecht is de vraag waarom de locatie Rijnsweerd aangewezen zou zijn en of deze locatie geen extra warmteverliezen tot gevolg heeft in verband met transport van het hete water.

De bij de aanvraag meegestuurde stukken geven daar geen antwoord op. Bij een ruimtelijke afweging van belangen is dat wel degelijk relevant, zoals het ook relevant is te wegen in hoeverre de warmtebuffer nodig is voor de be-hoefte in de directe omgeving.

Het behoeft geen betoog dat een bovengrondse warmtebuffer van 16,5 meter hoog met een doorsnede van 16,7 meter te kampen zal hebben met een aanzienlijk warmteverlies. Doordat de bovenlucht en wind vrij spel hebben rond de warmtebuffer zal veel warmte aan de omrin-gende lucht worden afgedragen. Dat is temeer het geval omdat het i.c. gaat om water wat op een temperatuur van circa 100% wordt gehouden.

Hoe hoger de temperatuur, hoe groter de warmteverliezen zijn bij opslag en transport. Dat de warmtebuffer überhaupt bijdraagt aan meer energiezuinigheid en dus minder uitstoot van CO2 moet ernstig betwijfeld worden en wordt in de bij de aanvraag ingediende stukken niet aannemelijk gemaakt. Het water wordt verhit door middel van het stoken van gas en verbranding van biomassa (wellicht ook nog door verbranding van olie) en dus valt niet in te zien waarom een uitbreiding daarvan, gelet  op de aanzienlijke warmteverliezen door transport meer zou bijdragen aan energiebesparing dan beter isoleren en warmtepompen.

De vraag is overigens ook of de gemeente er aan moet meewerken dat de levering van warmte in de gemeente het exclusieve monopolie is van een multinational in Japan, wat het geval is als de totale infrastructuur (leidingen, buffers, warmtecentrale e.d.) het eigendom is niet van de gemeente maar van die ene multinational. Hoe groter de afhankelijkheid van Mitsubishi Corporation, hoe groter het risico dat gebruikers overgeleverd zijn aan onredelijke leverings­voorwaarden en energieprijzen waar ook de gemeente geen enkele invloed op heeft. 

Kruimelgevallenregeling
Mede gelet op de impact van het project op de cultuur-historische waarde van het gebied, de ecologie en het klimaat (energiezuinigheid en CO2-uitstoot) bestrijden de indieners van deze zienswijze dat de afwijking van bestemmingsplan te regelen zou zijn dmv de kruimelgevallenregeling. 
   

[1] https://www.programmanieuwehollandsewaterlinie.nl/programma/bescherming/harmonisatie-en-gebiedsanalyses/
https://www.noord-holland.nl/Onderwerpen/Cultuur_en_Erfgoed/Stelling_van_Amsterdam

[2] https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/werelderfgoed/heritage-impact-assessment