Van Echtelt - ‘Mijn eerste chef, tevens beste maat’
Gepubliceerd: vrijdag 10 mei 2019 09:56
Hans van Echtelt - Ad van Liempt, geboren op 21 mei 1949 in de Utrechtse Zoomstraat, promoveerde donderdagmiddag in de Rijksuniversiteit van Groningen. De aanleiding? De verschijning van zijn laatste boek ‘Gemmeker, commandant van Kamp Westerbork’.
Niet alleen voor hem en zijn familie een bijzondere gebeurtenis, ook zelf was ik vereerd getuige te mogen zijn van dit historisch moment. Na afloop was er een bijeenkomst met tal van vrienden, collega’s en bekenden onder wie Frans en Gonnie van Seumeren, met wie Van Liempt ook een bijzondere band heeft.
Die historische ontmoeting bracht me terug naar eind jaren zestig toen ik Ad van Liempt voor het eerst leerde kennen. Ik woonde destijds bij de familie Gamelkoorn op kamers in de Topaaslaan 22, in wijk Hoograven. De zoon van de familie kwam geregeld bij me langs in het souterrain en bracht dan ook tafeltennisvrienden mee om in de benedenverdieping met mij een potje te kaarten. Ook spelers van DOS zoals Ed van Stijn en Leo van Veen waren soms van de partij, dat kon destijds allemaal nog.
Op een bepaalde dag was ook de jonge tafeltennisser Ad van Liempt meegekomen, hij studeerde Oude Talen en bleek volop interesse te tonen in mijn werk als sportjournalist bij het toenmalige Dagblad Het Centrum. De vraag was al snel of ik iets voor hem kon betekenen, Ad wilde graag wat bijverdienen en zich verder verdiepen in de journalistiek. Dat was snel geregeld, ik zocht een jonge medewerker die in het weekend tegen een geringe vergoeding wedstrijden zou gaan verslaan van katholieke verenigingen zoals HMS, Celeritudo, PVC en KDS. En zo geschiedde.
Dat eerste contact op de Topaaslaan is uitgemond in een prachtige journalistieke loopbaan van Ad, zoals medeoprichter en eindredacteur van het geschiedenisprogramma Andere Tijden, een aantal boeken over de Tweede Wereldoorlog waaronder De Oorlog, Kopgeld en Aan de Maliebaan. En na donderdag dus ook het boek Gemmeker, dat aanleiding werd voor zijn doctoraat in Groningen. Natuurlijk voelde ik me trots toen hij me persoonlijk tijdens een etentje zijn laatste journalistieke handwerk overhandigde. Maar nog meer trots was ik toen ik las wat Ad voorin het boek had geschreven: ‘ Voor Hans, mijn eerste chef, tevens beste maat’.