Jim Terlingen - Deze week ontving ik een ontroerende e-mail. Een voor mij onbekende 89-jarige vrouw, opgegroeid aan de Oudegracht en inmiddels verblijvend in een verzorgingstehuis, toonde zich geroerd over mijn inspanningen in 2022 voor het plaatsen van struikelsteentjes voor het joodse gezin Perel.

In haar jeugd was Maurits Perel (1900-1943) haar huisarts. Ze is recent in haar rolstoel vanuit het verzorgingshuis naar de struikelstenen gaan kijken en heeft er kiezelsteentjes bij gelegd. 

Het is een eeuwenoude joodse traditie om steentjes achter te laten op een graf. Het leek me wel iets om vanavond, Eerste Kerstdag, te gaan kijken of haar steentjes er nog lagen.

Bijna niets is fijner dan ’s avond laat door onze stille binnenstad te lopen. Lantaarnlicht glimmend op lege straten. Maar aangekomen bij Oudegracht 339 was het een koude douche. Geen steentjes, maar een fietsband.

Veel joodse nazaten houden niet van struikelsteentjes. Het idee dat mensen met hun voeten over de namen van hun familieleden lopen, staat ze tegen. Ook Jos van Klaveren zei dat onlangs.

Begrijpelijke gevoelens, maar ik sta er zelf per saldo wel anders in. Voor mij zijn die steentjes niet de mensen zélf. Ze maken deel uit van de straat. En die fiets zie ik niet als kwade wil, maar als onschuldige on-aandacht. Dit is wat er gebeurt in een drukke stad.

Maar natuurlijk heb ik de fiets wel even verplaatst. En ik weet: een buurman van dit pand op de Oudegracht poetst deze steentjes regelmatig. Lief. Zo houden we in Utrecht de herinnering aan onze vermoorde stadgenoten levend.