Raymond Taams - Vanuit Ondiep, waar ik het grootste deel van de week verblijf – precies zoals de voormalige Iraakse dictator Saddam Hoessein slaap ik regelmatig op andere plekken, Saddam deed dit uit veiligheidsoverwegingen, ik omdat de creativiteit in mijn hoofd dan gaat stromen -, fiets ik voor het eerst deze zomer naar de Maarsseveense Plassen om er een duik te nemen.

Een loszittend stuur dwingt mij tot een bedachtzaam rijtempo, traag trappend langs de Vecht, waar vroeger hoerenboten lagen, mijmer ik onwillekeurig over heden, verleden en toekomst. 

‘Mijn laatste duik in Maarsseveen was vorig jaar september, toen was de PVV nog niet de machtigste politieke partij van het land’, besef ik. Mensen wonden zich op over Poetin, van Marjolein Faber had niemand gehoord. Welke conclusie kon je hieruit trekken? Waarschijnlijk geen.

Op het lange fietspad richting Overvecht staan een moeder en dochter op hun rijwielen stil. “IK GA GODVERDOMME GEWOON RIJDEN”, krijst het pakweg achttienjarige kind terwijl ze haar fatbike uit alle macht in beweging probeert te krijgen. “Niks ervan, je rem is stuk”, houdt moeder dapper vol.

Zo schieten gedachten en indrukken door mijn hoofd, in deze verwarrende tijd valt er geen samenhangend verhaal van te maken, gelukkig zorgt het koele Maarsseveense water voor geestelijke rust.

Opdrogend op een grasveld sla ik een meegenomen krant open, en lees een uitgebreid verhaal over hoe AI binnen enkele seconden ‘nieuwe’ teksten en beelden creëert door zich vol te zuigen met werk dat schrijvers en kunstenaars aan het internet toevertrouwden. Zulk basismateriaal verwerkt ChatGPT vervolgens slim tot bijvoorbeeld een column à la Arnon Grunberg.

Omdat er van mij inmiddels honderden columns online staan, en ik door zomerhitte in combinatie met koortsachtige nationale en internationale politieke ontwikkelingen al dagen geen heldere zin op papier krijg, waag ik het erop. Een column in de stijl van Raymond Taams, 350 woorden, onderwerp ‘EK Voetbal’, vraag ik aan ChatGTP:

   

Het EK 2024: Het Voetbalfeest Waar Niemand Op Wacht

Het EK Voetbal 2024 staat voor de deur en de spanning is om te snijden. Althans, dat zou je denken. In werkelijkheid lijkt de animo dit jaar even inspirerend als een regenachtige maandagmiddag in november. Voetbal, ooit de sport die hele volksstammen in vervoering bracht, lijkt nu meer een sleur te zijn geworden dan een spektakel.

Laten we eerlijk zijn: het huidige Europese kampioenschap is een lege huls. Het aantal teams is opgerekt, zodat zelfs de middelmatige voetballers van Azerbeidzjan en Liechtenstein hun opwachting kunnen maken op het grootste podium van het continent. Het romantische beeld van de sport, waarin elke wedstrijd een heroïsch gevecht was, lijkt ver te zijn te zoeken.

De commercie heeft het overgenomen. De glorieuze verhalen van vroeger, waarin de underdog triomfeerde en legendarische voetballers hun naam vestigden, zijn vervangen door sponsorcontracten en televisiedeals. De ziel van het spel wordt vermarkt aan de hoogste bieder, en de fans worden gevoed met een eindeloze stroom van reclame en merchandise. Waar is de passie gebleven? De oprechte vreugde van een onverwachte overwinning?

En dan hebben we het nog niet eens over de kwaliteit van het spel. Waar je vroeger op het puntje van je stoel zat voor een spannende wedstrijd, zie je nu vooral voorspelbare patronen en risicoloos spel. Coaches kiezen liever voor behoudend voetbal dan voor creatieve aanvallen. Het lijkt alsof niemand meer durft te verliezen, waardoor ook niemand echt durft te winnen.

Maar misschien ben ik te cynisch. Misschien is het gewoon de nostalgie die de overhand neemt en zijn het de veranderingen van de tijd die ik niet kan accepteren. De wereld verandert, en het voetbal verandert mee. Misschien moeten we leren om deze nieuwe versie van het spel te omarmen, hoe moeilijk dat ook lijkt.

Toch blijft er een sprankje hoop. Misschien zal er tijdens dit EK een team opstaan dat ons allemaal verrast, dat speelt met het hart en niet met het hoofd. Misschien zullen we weer even die pure, rauwe emotie voelen die voetbal ooit zo mooi maakte. Tot die tijd kijk ik met een mengeling van scepticisme en heimwee naar het scherm, hopend op een wonder in een zee van middelmatigheid.