Raymond Taams - Ik nam mij dus voor om in het nieuwe seizoen, na de zomervakantie, mensen meer lastig te vallen met mijn columns. Dit door mij voortaan negatief op te stellen in plaats van positief – of ‘constructief’, zoals vertegenwoordigers van de gevestigde orde het graag noemen. Het is echter niet zo dat ik deze zittende machten frontaal zal aanvallen, nee, het wordt subtieler, en daardoor verwoestender.

Och, u kunt zich geen voorstelling maken van de hoeveelheid vreugde in mijn hart waarmee ik aan deze column-serie begin. Vandaag, lieve, lieve stadsgenoten, is het maandag 5 augustus in het jaar 2024 na de Verlosser. Welkom bij de eerste reguliere aflevering van ‘Negativi-tijd!’, die over twee weken voor u beschikbaar komt via Nieuws030.

Ik schrijf deze woorden op mijn telefoon, een Samsung S20, liggend op een grasveld aan de rand van het gemeente-zwembad in een klein dorp nabij de Zwitserse hoofdstad Bern. Met mijn vriendin en haar kinderen logeer ik een aantal weken bij de Zwitserse schoonfamilie, het is al dagen schitterend weer.

Het enige nieuws dat ik afgelopen weekend uit Utrecht meekreeg was een bijzonder positief bericht over de aanstaande oplevering van een kleine driehonderd tot woningen omgebouwde zeecontainers aan de Pagelaan. Op Duic.nl stond een foto van de vijf verdiepingen hoog opgestapelde containers, welke maar liefst 27 vierkante meter woongenot bieden aan de bofkonten die er straks voor hooguit duizend euro per maand wonen.

Maar genoeg positiviteit, sta mij toe u te irriteren met een half afgemaakte column:

"Het is 1 augustus 2024, ik logeer in een klein Zwitsers dorp waar het tegelijkertijd een zondag uit mijn tienerjaren, oudejaarsdag én dertig graden is, mijn hoofd heeft er moeilijk mee, ik leg het u uit, te beginnen met de zondag uit mijn tienerjaren. Als vroege puber liep ik, om even uit de verstikkende sfeer van thuis te zijn, graag rondjes door het dorp waar ik opgroeide. Kalme, alledaagse drukte op het winkelcentrum was balsem voor mijn ziel, op een of andere manier putte ik troost uit mensen die de Hema in- en uitliepen, al dan niet kauwend op een halve rookworst.

Winkels waren aan het begin van de jaren negentig nog zonder uitzondering gesloten op zondag, wanneer ik op die dag mijn rondje maakte, voelde ik mij verloren en melancholisch. Toen ik vanmorgen naar de supermarkt wandelde in het Zwitserse dorp, nam deze gemoedstoestand na drie decennia opnieuw bezit van mij. Vanwege de nationale feestdag 1 augustus waren alle winkels dicht, daar had ik niet op gerekend, volgens de kalender was het immers donderdag. Zonder brood voor het ontbijt sjokte ik onder een brandende ochtendzon naar mijn logeeradres terug.

Gelukkig was het om tien uur ’s ochtends al zo heet dat mijn lichaam niet per se brandstof nodig had, besloot ik, de warmte deed slechts verlangen naar koel, helder water om te drinken of om in te zwemmen. Ondanks mijn melancholische stemming had ik de zaken dus op een rij, dit veranderde op het moment dat ik vuurpijlen hoorde fluiten, gevolgd door harde knallen. De daaropvolgende uren klonken zeer frequent vuurwerkgeluiden, waardoor ik tegen lunchtijd snakte naar oliebollen, appelflappen en de bovenste honderd nummers van de Top2000 op de radio.

………”

Prima alinea’s, al zeg ik het zelf, maar wat zeg ik er eigenlijk mee? Dat ik een gevoelige jongen ben die het een en ander heeft meegemaakt in zijn leven en daar beschouwend over kan schrijven? Inderdaad, en dit is feitelijk positief. Prullenbak!

Het is overigens niet mijn bedoeling de lezer te bruskeren, integendeel, ik wil u meenemen naar een plek waar wij met zijn allen nog nooit waren. Volgt u mij?