Raymond Taams - Afgelopen week dacht ik na over de vraag of ik wel echt gelukkig ben, de reden was dat vrienden zich afvroegen of ik wel echt gelukkig ben. Ik probeerde die vrienden te overtuigen van het feit dat ik echt gelukkig ben, maar dit lukte niet. Ben ik er nu, na een week piekeren, nog steeds van overtuigd dat ik echt gelukkig ben? ‘Nee’ is het antwoord, na zeven dagen malen over zoiets abstracts voel ik me slechter dan ooit. 

Welkom bij de tiende aflevering van Negativi-tijd!, ik dacht: laat ik beginnen met een persoonlijk babbeltje, zodat u weet wat er de afgelopen week in het hoofd van de presentator van deze rubriek omging. Presentator ja, zo zie ik mijzelf, wat natuurlijk merkwaardig is omdat ik feitelijk schrijver ben van een column getiteld ‘Negativi-tijd’. Ik voel echter zoveel energie rondom deze formule en dit merk, dat het me niet zou verbazen als ‘Negativi-tijd’ uiteindelijk van een column tot een talkshow promoveert.

Vandaag duiken we van ellende maar weer eens de werkvloer op, ik ken namelijk veel hogeropgeleiden met een baan, voor die mensen maak ik ‘Negativi-tijd’, ik wil ze bevrijden. Zelf kunnen ze dat niet meer, ze zitten te diep in het systeem van elkaar de hele dag flauwekul verkopen. Ondanks mijn eigen hogeropgeleid-heid wist ik aan dit lot te ontsnappen, idealiseert u mijn bestaan overigens niet, het leven van een tussen wal en schip geraakte hogeropgeleide is complex, toch houden we vol.

Veel mensen die ik spreek ervaren een toenemende terreur van wat ik samenvattend ‘De kernwaarden- en purpose-trainingen-brigade’ noem, een wijdvertakt netwerk van trainers, consultants, coaches, motivators en verbinders. Zulke types laten zich voor veel geld inhuren om een lullig A4’tje met een stuk of vier gemeenplaatsen aan de muur te hangen – ‘nieuwsgierig’, ‘authentiek’, ‘inclusief’, ‘verbonden’ etcetera -, dit zijn in het vervolg de ‘kernwaarden’ van een organisatie.

“We voelen ons als kleuters behandeld, alleen durft niemand dat te zeggen wanneer zo’n Bureau Berenschot-malloot staat te kletsen over ‘winnaars-driehoeken’, ‘positieve en negatieve kabouters’ of kernwaarden”, zuchtte vriend X laatst in de kroeg. “Positieve en negatieve kabouters?”, verslikte ik me in mijn bier. “Ach jongen, je hebt geen idee hoe gek we inmiddels met zijn allen zijn”, zei hij hoofdschuddend. 

“Je hebt gelijk”, antwoordde ik, “ik heb altijd geprobeerd mijn kinderlijke onschuld te bewaren, op de middelbare school bleef ik ook liever thuis om naar RTL Koffietijd met Hans van Willigenburg te kijken in plaats van me klassikaal te laten kneden tot een model-volwassene. Nu presenteer ik – in mijn eigen droomwereldje – een soortgelijk programma op Nieuws030: ‘Negativi-tijd’, op mijn manier ben ik gelukkig.” 

Vriend Y schoof aan, waarna de twee etterbakken zich begonnen af te vragen ik wel echt gelukkig was. “De economie van de pijn”, noemde Connie Palmen dergelijke processen in een interview. We geven de vernederingen constant aan elkaar door.