Taams - Hoe we stierven na 11 september
Gepubliceerd: zaterdag 18 september 2021 14:37
Raymond Taams - Voor een bol.com-cadeaubon doe ik mee aan een onderzoek op mijn oude opleiding, de School voor Journalistiek in Utrecht. Op een dinsdagmiddag eind augustus neem ik de bus die mij een kwart eeuw geleden voor het eerst naar de Uithof bracht. De zon schijnt mild wanneer ik, bevangen door herinneringen, langs betonnen kolossen van HBO en universiteit loop. Qua tijdsbesef en tijdsbeleving is het altijd goed om terug te zijn op de Uithof, denk ik bij mezelf.
‘Omdat we blij zijn dat je er weer bent, is koffie tot 1 oktober gratis’, staat er op koffieautomaten in de School voor Journalistiek. Lurkend aan een espresso wacht ik mijn beurt af bij de leestafel tussen leslokalen en radiostudio’s. “Hoi, hoe is het?”, begroet een meisje op de gang haar studiegenoot. “Ja, lang niet geweest hier, fijn om weer even onder de mensen te zijn”, klinkt een vermoeide vrouwenstem.
Achteromkijkend verwacht ik een voorovergebogen oude bes achter een rollator.
In plaats daarvan zie ik een piepjonge meid in naveltrui. Haar zojuist uitgesproken woorden – ‘Fijn weer even onder de mensen’ – malen traag door mijn kop. Het gesprek gaat ondertussen verder. “Logisch dat je iets voor jezelf wilt, iedereen heeft gezeik met huisgenoten sinds corona”, sombert de andere dame. Studentenhuizen blijken tegenwoordig verdeeld in rekkelijken en preciezen. Jongeren die af en toe willen feesten, versus jongelui die zich daar niet goed bij voelen.
Het lijkt alsof ik in een andere dimensie zit. Exact twee decennia eerder bruiste deze plek van opwinding. Televisieschermen in de hal toonden beelden van vuurwolken in New Yorkse wolkenkrabbers. Na 11 september zou de wereld veranderen, zeiden deskundigen, misschien kwam er wel oorlog. Maar de oorlog liet ons in de steek, we hadden genoeg aan onze angsten om te sterven. Met de bol.com-cadeaubon op zak keer ik huiswaarts.