Raymond Taams -

_toekomstgevoel

17 september

Reacties op mijn columns lees ik nooit, toch glipt er af en toe een doorheen. ‘Dit lijkt op pretentieuze bagger’, twittert iemand naar aanleiding van een stuk op Joop.nl. Mooi, denk ik, pretentieuze bagger verkoopt uitstekend in Nederland. Werkelijk grote schrijvers heeft onze waaierige polder vol mokkende kruideniers immers niet voortgebracht.

Nu ik zo fijn op de goede weg ben, start ik een klein, pretentieus serietje najaars-overpeinzingen, ‘herfst.doc’ getiteld. Als een lokale Jean-Paul Sartre posteerde ik mijzelf aan de waterkant bij Roost, tegenover het begin van de Amsterdamsestraatweg. Genietend van stromend water in de Utrechtse singel, peinzend over het verglijden der tijd.

‘Laten we vaststellen dat het logisch is dat je minder toekomstgevoel ervaart dan twintig jaar geleden, om de eenvoudige reden dat je in de tussentijd twintig jaar toekomst opsoupeerde’, schreef ik een pretentieuze aanzet op mijn telefoon. Het woord ‘toekomstgevoel’ gaf me kort een gelukzalig toekomstgevoel.

 

_ratrace

18 september

 Tijdens een late ochtendwandeling in zachte septemberzon zoek ik iets moois om te beschouwen. Schouwtoneel is Vredenburg, waar tevreden voortsjokkende burgers de zaterdag vieren. ‘We hebben het weer gehaald met zijn allen’, stralen ze uit. Een week in een moderne grote stad voelt tegenwoordig als het beklimmen van een steile berg, waarbij de pikhouweel pas in de loop van woensdag trefzekere gaten in het grimmige sociale gesteente begint te slaan.

In min of meer normale tijden zou voorgaande alinea potsierlijk zijn. Het zijn echter geen normale tijden, wie anders beweert, liegt. Vergeet nooit dat optimisten er als eersten aangaan. Maandagochtend, aan de start van ratrace-ronde nummer zoveel, zullen gezichten wederom strak gespannen staan. Maken jonge moeders pertinent geen oogcontact gedurende verbeten inhaalmanoeuvres met de jongste in het voorste zitje op de fiets. Lange, smalle rijwielstroken vol burgers die elkaars tempo proberen bij te houden.

 Wat is er mis met ons?

_betrekkingswaan

19 september

Sinds een paar maanden heeft supermarkt Jumbo aan de Merelstraat zelfscankassa’s. Tegen een lange wand plaatste de knalgele grootgrutter ongeveer acht van deze apparaten. Langs de machines loopt een smal pad, waar in het midden een beveiliger staat opgesteld. Als een cipier op de arbeidsafdeling van een gevangenis ziet hij toe op een correcte financiële afhandeling door de klant, die vroeger koning was maar tegenwoordig kassamedewerker en potentiële dief ineen.

Ik voorspel dat paranoïde betrekkingswanen binnen vijf jaar volksziekte nummer één zijn. Overal word je bekeken en gescand. Ontsnappen aan het gelet op elkaar lukt zelfs ‘s ochtends op de Oudegracht niet. Vanmorgen genoot ik, zittend op de stoep bij boekhandel Broese, van de ontwakende stad. Mijn gedachten dwaalden heerlijk af. Vroeger, voor de surveillance-samenleving, zat ik zo een uur. Nu kwam na vijf minuten een overempathische dame informeren of het goed met mij ging. Ronduit bot antwoordde ik bevestigend.

_jeugdafdeling   

20 september

Hoewel de Neude-bieb prachtig is, blijft het een politiestaatje-op-zich, vol oplettende medewerkers die je voortdurend op De Regels wijzen. Ik schreef er al eens over op Nieuws030, niemand die het opmerkte, mensen lezen liever virus-statistieken en verhalen over de cocaïneverslaving van zanger en presentator Gordon. Eens in de zoveel tijd domineert een drama als Afghanistan de voorpagina’s, wat iedereen die zijn paniekporno- c.q. shownieuws-consumptie enigszins matigt zag aankomen.

Kranten lees ik regelmatig in de centrale hal van de bibliotheek aan de Neude. Vanwege een evenement kon dit maandag niet, een verdieping hoger plofte ik neer op wat de kinderafdeling bleek te zijn. “Sorry, het bord ‘8 tot 12 jaar’ zag ik over het hoofd in deze volledig uitgestorven ruimte”, verontschuldigde ik mij even later tegenover de bewaker. Dit stuk zal wederom geen effect sorteren, maar ik heb in ieder geval voldaan aan mijn eigen regel: iedere dag een column.

_levenspaden  

21 september

Slenterend over een Oudegracht die stil genoeg was om ochtendgezang van kraaien te beluisteren, besloot ik een column vanuit geluk te schrijven. Onder laagstaande zon werden etalageruiten gelapt, winkels bevoorraad en vuilcontainers geleegd. De tijdgeest leek afwezig; traag, regelmatig piepen van een hoogwerker bepaalde hier het ritme. Waar het met mij en de wereld naartoe moest, vermoedde ik zelfs in dit overzichtelijke decor niet. Toch scharrelde ik al in 1993 tevreden door rustige winkelcentra, denkend aan mogelijke levenspaden. Ik belandde dus altijd weer ergens tussen Blokker en Hema, kauwend op verse herinneringen.

Dronken van tevredenheidsgevoelens tuimelde ik over de drempel van Hoog Catharijne, zelfs daar ging niets verkeerd. Bij Primark kocht ik een nieuwe broek, goed, dat was niet aardig voor hun slaven, maar verder bleef de ochtend van Prinsjesdag 2021 volstrekt rimpelloos. Zeker, de Troonrede moest nog komen, doch geen enkele bezuiniging verhinderde dat ik hier in 2030 opnieuw liep.