Taams - Gewoon thuis slapen na Pegida
Gepubliceerd: zondag 8 november 2015 18:19
Raymond Taams - Er zijn van die dagen dat alles misgaat. Bij het verlaten van mijn huis bots ik bijna tegen de vader en de zus van mijn ex-vriendin op. Het is pas zeven weken uit, dus een beetje pijnlijk nog. Maar goed, ik ben op weg naar de demonstratie van Pegida in het Hogelandsepark om verslag te doen voor Nieuws030. Dus focussen, professioneel blijven.
Als ik twintig minuten later de bus uitstap bij het Hogelandsepark, komt het geschreeuw en gefluit me al tegemoet. En ik hoor iemand hard in de microfoon bulderen. Dat verbaast me, want de demo zou om twee uur beginnen en het is nu vijf voor twee. Meestal beginnen demonstraties juist te laat.
Op Facebook stond inderdaad dat Pegida om twee uur begint, maar een politieagent vertelt me dat dat dat niet klopt. Eén uur was de juiste tijd. De politie is op dit moment van de dag nog mijn beste vriend. Later ook nog wel, maar het zou even lastig worden. Ik wist toen nog niet dat dit een dag zou worden waarop alles misgaat.
De toegangswegen naar het park zijn geblokkeerd door ME-busjes, breedgeschouderde agenten en politie te paard. Ik kom er dus niet meer in. Dat is redelijk jammer als je verslag wilt doen. Goed, dan maar vanaf een afstandje kijken, ik heb op de brug bij de singel een goed uitzicht op het veld.
Het lijkt me wel een goed idee om even een filmpje te maken voor op de site of YouTube. Dus pak ik mijn telefoon en film wat om me heen terwijl ik commentaar geef als een soort Evert ten Napel. Ik kom niet helemaal lekker uit mijn woorden dus het moet ongeveer zes keer over. Ondertussen beginnen agenten op mountainbikes in gele hesjes spiedend naar me te kijken.
Als ik klaar ben en terug naar de Biltstraat wil lopen, snijdt een agent op een mountainbike mij de pas af. Zijn collega komt ook aangesneld. "Wij hebben de indruk dat u foto's aan het maken bent van politieagenten, kunt u zich legitimeren?', vraagt de politieman kortaf. Gelukkig was ik zo slim om mijn paspoort mee te nemen.
Ook wil hij zien wat voor foto's ik heb gemaakt. Mijn eerste impuls is de journalistieke vrijheid te verdedigen, ik stond immers op de openbare weg, maar instinctief slik ik dat toch maar even in. Verstandig, realiseer ik me later, want het is de jongens menens. En ik kan ze ook niet helemaal ongelijk geven, want een perskaart heb ik niet bij me en het feit dat er alleen wat mislukte filmpjes op mijn mobiel staan wil niet zeggen dat ik afbeeldingen van agenten niet snel heb doorgestuurd en vervolgens gewist.
Op een klein apparaatje worden mijn gegevens ingetoetst. Ik heb geen staatsgevaarlijk dossier, dus na enig aarzelen zegt de agent. "Wij willen u vragen om deze plek te verlaten en u richting centrum te begeven. Dan weet u zeker dat u vanavond gewoon thuis slaapt."
Goedgehumeurd loop ik de zonnige stad in. Het had allemaal nog veel beroerder gekund vandaag.