Fred Penninga - lid van het Utrechtse Stadsdichtersgilde - schrijft wekelijks een actueel stadsgedicht. Dit keer onder de titel:

ZOMERZOTHEID

Met haar armen om zijn middel

vormen zij op de scooter één geheel

houvast, evenwicht, beweging, richting

geen spoor van angst of zelfs maar twijfel.

Er wacht een koele strook van gras

de wind gaat liggen - die er net nog was -

en dan leggen zij zich in overgave erbij neer.

Waar ze ook kijken, ze zien nu niemand meer.

Twee harten willen in één ritme kloppen

een melodie ontstaat, danst op hoge tonen

uit het eerste woord ontstaat vanzelf een lied.

’n Zomerzotheid en het Griftpark is ’t broedgebied.