Penninga - WINTERWONDERLAND
Gepubliceerd: woensdag 21 december 2016 11:47
Fred Penninga - lid van het Utrechtse Stadsdichtersgilde - schrijft wekelijks een actueel stadsgedicht. Dit keer onder de titel:
WINTERWONDERLAND
-
Onderin zo’n vergeten opbergdoos
vind ik mijn ingeduwde toverstok weer terug.
Ik neem hem voorzichtig met twee handen,
alsof hij breken kan, uit de doos en
draag hem tot vlak voor mijn ogen.
Geen spat veranderd, puntgaaf, diep zwart
gelakt – of mag ik dat niet meer zo zeggen? –
soepel, onhoorbaar uitschuifbaar
tot een lengte van wel veertig centimeter.
-
Ik zwaai ermee voor het raam en zie
hoe het Griftpark even wiegt op de wind.
Hij doet het nog, blaast een stem tussen mijn oren
en als ik de toverstok opnieuw beweeg
staat de eerste strofe van dit stadsgedicht
trefzeker; vanzelfsprekend, op mijn scherm.
-
Straks mag ie mee, naar buiten, naar de stad
ik tover een winters kampvuur op de Neude
met bankjes, dekens, warme chocomel
en saamhorige muziek (er is een kindeke).
En als iemand komt zeiken over overlast
tover ik hem in een sneeuwpop (onontdooibaar)
. . . want die ontbrak nog aan ONS geluk.