Fred Penninga - lid van het Utrechtse Stadsdichtersgilde - schrijft wekelijks een actueel stadsgedicht. Dit keer onder de titel:
LEVE DITO
De wereld gaat aan bottigheid ten onder
we varen stuurloos op een zinkend schip
een grote bek en schelden rond de middenstip
. . . het is één en al gedonder in ’t vooronder
vooral je eigen ding doen, is heel erg in zwang
geweld, intimidatie of een beetje patjepeejen:
iemand fucken dat is kicken. . . maak maar bang.
Dan de nagedachtenis aan een plotselinge dood
een woordloos gat, zulk ongemakkelijk gemis
bescheiden zwijgen: DiTo, die er nooit meer is
. . . gelukkig doet er even niemand idioot
onze onschuld is allang vermoord
maar we kunnen nog gebaren
dat we heus wel weten hoe het hoort
. . . en durven juichen als er wordt gescoord!