Fred Penninga - lid van het Utrechtse Stadsdichtersgilde - schrijft wekelijks een actueel stadsgedicht. Dit keer onder de titel:

HOE DE ZON DE EINDER KUST

Van aanvang aan wordt door elk leven
de dood als stugge rode draad geweven.
Onzichtbaar vaak. . . soms voelbaar even.

In dit vertrouwde huis dat jou als gast zo past
(als handen om een beker hete thee gevouwen)
en waar je al sinds eeuwen welkom wordt geheten,
wordt gezien, bij naam genoemd, met zorg omgeven.

Hoe langer de tocht, hoe nader het einde in zicht
nog één keer dat lied, een laatste liefde, dit gedicht
en in een oogwenk een laatste glimp van jouw gezicht.
Zó kust de zon de einder, in een gouden gloed van licht.

Bij gelegenheid van het 650-jarig bestaan van het Bartholomeus Gasthuis schreven 11 leden van het Utrechts Stadsdichtersgilde iets poëtisch. Bovenstaand gedicht werd gemaakt door Fred Penninga.