Penninga - COPACABADJAS
Gepubliceerd: dinsdag 18 juli 2017 07:00
Fred Penninga - lid van het Utrechtse Stadsdichtersgilde - schrijft wekelijks een actueel stadsgedicht. Dit keer onder de titel:
COPACABADJAS
-
Het is gewoon niet bij te houden,
ik hol hijgend achter de feiten aan.
Utrecht ver-horecaat zienderogen
en met alleen ’n brasserie in voorheen
het Staffhorst-/Vinkepand, of het
designhotel in de Westerkerk ernaast
ben ik er nog niet. Nog niet eens begonnen.
-
De voormalige gevangenis spant deze zomer
absoluut de kroon, met de aanleg van een strand.
Het celblok-als-decor wil maar geen strandtent worden.
Al heet het speels Copacabajes, het is niet goed:
als er een strand is, wil ik een zee, de vloed!
-
Er komen méér terrassen, koffietentjes
en diverse restaurants bij Tivoli/Vredenburg
aan de kadeboulevard. Ik zucht en puf, wil effies
ergens zitten; dat kan gelukkig, er is plaats genoeg.
Ik haal wijsheid uit mijn nog halfvol glaasje wijn:
hoe groot het aanbod en de keus ook is,
ik kan altijd alleen maar op één plekje zijn!: