Peter Oostveen - Het was oudejaarsdag 1984. Ik had me voorgenomen iets te gaan doen wat al maanden moest gebeuren, maar wat ik uit weerzin ook al die tijd al voor me uit geschoven had: kleren kopen.

Ik had een nieuwe spijkerbroek nodig, trui en sweater, zoiets. Kleren kopen, ik had er een pesthekel aan. Voor mij niets anders dan een noodzakelijk kwaad, maar de verkoopsters in de winkel deden altijd net of het een life changing event betrof. Waar ik me zo snel mogelijk uit de voeten wilde maken, zo spoorden zij je altijd weer aan toch vooral die andere trui nog eens te passen. Horror.

Ik pakte mijn fiets uit onze kelderbox in Overvecht. Mijn plan voor deze middag kwam me bij het verlaten van het portiek gelijk al als onzalig voor. Dat het behoorlijk vroor maakte me niets uit, maar er lag ook een aanzienlijke laag aan bevroren sneeuw. Het was spek- en spekglad. Het zou nog een hele toer worden heelhuids de binnenstad te bereiken. Maar goed, dat met die nieuwe kleren kon ik ook maar niet uit blijven stellen.

De Vechtzoom lag er prachtig bij. De weilanden tussen de flats in Overvecht en de Vecht waren bedekt onder een pakket ongerepte sneeuw. Ik noemde dat altijd “Divisiaans weer”: een droge vrieskou, soms blauwe lucht, witte aarde, sprookjesachtig, betoverend. Er ging een serene rust van uit. Zeker in een tijd waarin het levenstempo veel lager lag dan nu, leek Overvecht ondergedompeld in een sacraal vacuüm waarin de tijd tot stilstand was gekomen.

Hetzelfde vacuüm dat uitging van de foto op de hoes van de Joy Division 12-inch Atmosphere: een in ongerepte sneeuw gehulde bosrand. Een platenhoes met de vormgeving van een rouwadvertentie, opgesierd met Gotische letters. De prent gaf precies de sfeer aan van deze melancholische, existentiële song. Traag voortslepend, repeterend, donker, niet gezongen, maar statig voorgedragen door zanger Ian Curtis. Een song voor een winterdag als deze waarop het maar niet echt “dag” wilde worden: Walk in silence…..Don’t walk away in silence…..See the danger, always danger…..Endless talking, life rebuilding…..Don’t walk away……

Ondanks een paar slippartijen had ik de binnenstad zonder kleerscheuren bereikt. Terwijl ik mijn fiets aan het hekwerk van de Oudegracht vast maakte, besloot ik toch eerst nog even bij die ene platenzaak naar binnen te lopen. Deze zaak lag voor mij een beetje uit mijn gebruikelijke routes en in tegenstelling tot White Noise en ’t Platenmanneke, waar ik wekelijks kwam, bezocht ik deze winkel maar eens in de zoveel tijd. Het aanbod hier was vrij breed en ik zelf zat vooral in de hoek van de Post-punk en New Wave. Dan was je in die andere zaken beter af dan hier.

De eigenaren van deze zaak kende ik nauwelijks. Bij binnenkomst liet ik ’t bij een korte groet en liep rechtstreeks naar de bak met New Wave. Ook in deze bak was New Wave breed uitgelegd. Naast echte Post-punk bands als The Cure, PIL en Stranglers ook platen van Graham Parker en Mink Deville, die natuurlijk niets met New Wave te maken hadden. Mijn aandacht begon te verslappen toen er bij het doorploegen van de bak ook platen van Peter Gabriel voorbij kwamen, die hoorden bij de symfonische rock, Genesis en zo. Het werd de allerhoogste tijd de platenzaak te verruilen voor de kledingwinkel. Ongemerkt was het al richting 15.00 uur.

Toen... kolkte het bloed naar m’n hoofd. Mijn hartslagen bonkten in m’n keel. Ik voelde mijn benen tintelen en had het gevoel kort even mijn bewustzijn te verliezen. Mijn God, hier had ik er drie onder m’n vingers: Joy Division-bootlegs. In muziekkrant Oor had ik er wel eens over gelezen. Illegale LP’s van Joy Division met obscure live-opnamen, zeldzame demo’s of radio-sessies. Die platen werden, zo schreef men, letterlijk van onder de toonbank verkocht. Ik had er in Amsterdamse en andere Utrechtse platenzaken wel eens naar gevraagd, maar nee hoor, bootlegs, daar deden ze niet aan. Maar nu hier, ze bestonden dus echt.

Terwijl ik langzaam bij zinnen kwam bestudeerde ik de hoezen, die zagen er echt creepy, zelfs een beetje morbide, uit. Een plaat met als titel Atrocity Exhibition, een grauwe prent van een ondergronds mortuarium, in ontbinding verkerende menselijke resten aan de wanden. Een andere Live in Paris, met een besneeuwd, doods, berglandschap. Uit wat voor wereld kwamen deze platen in hemelsnaam? Ik keek naar buiten, het was donkerder geworden en sneeuwde wederom volop. Deze middag verliep anders dan gepland.

Die platen waren fors aan de prijs, 35 gulden per stuk, 10 gulden meer dan normale LP’s. Ik moest te weten komen hoe ze klonken. In die Oor-artikelen stond ook dat er illegale herpersingen van illegale herpersingen in omloop waren. De kwaliteit van de opnamen nam dan per persing af. De verkoper was bereid mij door de koptelefoon te laten luisteren.

Ik had diverse platen van Joy Division, maar live-opnamen had ik nog nooit van ze gehoord. Nu hoorde ik opnamen van een optreden in Parijs. De band klonk nu zoals ik altijd vond dat ze moesten klinken: log, zwaar, drums als ketsend metaal, industrieel. Alsof ze zonder een soundcheck te hebben gedaan bij 10 graden onder nul in een vervallen en verlaten fabrieksloods stonden te spelen.

Ik sloot m’n ogen en voelde verdovende bloesem onder mijn hersenpan. Prachtig. Vanwege Oud en Nieuw ging de winkel eerder dicht. Ik had nog een kwartier zei de verkoper. Die andere plaat A retrospective op wit vinyl. Dat waren professionele opnamen, oude opnamen uit hun begintijd. Wel ooit in kleine oplagen uitgebracht op nu onvindbare singles, maar op de latere platen niet terug te vinden. Dit werd 105 gulden aftikken, dat was onafwendbaar. Als ik de winkel zou verlaten zonder deze LP’s, dan zou ik na een minuut al spijt hebben. Ik rekende af. De winkel was inmiddels leeg en de verkoper liep achter me aan om de deur af te sluiten.

Verdoofd stond ik in het halletje van de platenzaak. Het drong nog nauwelijks tot me door; ik had een aantal van die vreselijk mysterieuze platen gescoord. Wat nu? Niets leek nog iets uit te maken deze middag. Vanwege de hevige sneeuwval en Oud en Nieuw stroomde de binnenstad leeg. Winkels sloten de deuren. Ik had het grootste deel van m’n kleedgeld aan platen besteed. Nieuwe kleren gingen ‘m niet meer worden.

Ik haalde mijn fiets van het slot en schudde de sneeuw van mijn zadel. Ik bedacht mij, dit werd te link. Met deze zeldzame en kostbare LP’s op het gladde wegdek. Als ik onderuit zou gaan, dan zouden ook de platen beschadigd kunnen raken. Dat risico wilde ik niet nemen. Dat werd lopen naar Overvecht. Met de platentas en mijn handen aan het stuur, met rustige tred lopen. Het deerde me niet. Het was immers “Divisiaans weer”, sereen, sacraal, mijn adem sloeg dampen in de ijzige atmosfeer. Het werd donkerder en donkerder en de sneeuwvlokken bedekten hoe langer hoe meer mijn brillenglazen. Het zicht werd me ontnomen. Ik voelde me warm van binnen, m’n hart bonkte, de Vecht kwam in zicht, ik liep in stilte. “Ik liep in stilte..."