Nestorix - Vorige week kregen de Utrechtse raadsleden een overzicht van de zogenaamde veiligheidscijfers over het eerste half jaar van 2016. Informatieve tabelletjes over de ontwikkeling van de misdaad. Een van de onderdelen van dat overzicht is jongerenoverlast. 

Uit het bijgeleverde cijfermateriaal blijkt dat het aantal meldingen voor het vierde opeenvolgende jaar is toegenomen. In vergelijking met 2013 levert dat een stijging van 30 % op. Zo’n kleine 8 % per jaar. 

Op zich zeggen dat soort getallen niet zo veel. In ieder geval kun je er niet zomaar uit afleiden dat de jongeren van nu veel vervelender zijn dan vier jaar geleden. Het zou best eens kunnen dat de bevolking nu wat eerder melding maakt van het feit dat ze overlast ondervinden. 

Bovendien groeit de bevolking van de stad (5% t.o.v. 2013) dus komen we allemaal wat dichter op elkaar te zitten met als gevolg dat de kans toeneemt dat we last van elkaar hebben. 

Wat die stijging volgens mij wel laat zien is dat je vragen kunt stellen over de effectiviteit van de middelen die worden ingezet om jongerenoverlast terug te dringen. 

Al jaren, in ieder geval zolang ik actief was in de lokale politiek, wordt er volgens de gemeentelijke beleidsstukken van alles geprobeerd om het probleem aan te pakken. Politie, justitie, onderwijs en jongerenwerk hebben plan na plan geproduceerd maar, zoals deze cijfers laten zien, met weinig resultaat. 

Zou er iemand zijn die de oplossing wel op zak heeft? Ik geloof er niets van. 

Wie zelf het genoegen heeft gehad om pubers op te voeden, weet dat het niet makkelijk is. Het natuurlijke, deels hormonaal gestuurde, proces van loskomen uit het veilige nest en op eigen benen gaan staan, gaat nu eenmaal dikwijls gepaard met hevige conflicten. 

Het opzoeken van de nieuwe grenzen gebeurt in het gezin, het gebeurt op school en het gebeurt buiten op straat. 

Daarom is het idee dat het probleem van jongerenoverlast oplosbaar is, in mijn ogen, een idee fixe. 

Natuurlijk moet je als samenleving duidelijke grenzen stellen en die ook vooral zonder aanzien des persoons handhaven, maar dat jongeren in de puberteit zullen blijven proberen of die grens ook echt zo hard is als je zegt, is een natuurverschijnsel zoals storm en onweer.

Zoals het in het gezin helpt als de opvoeders het met elkaar eens zijn over wat wel en wat niet wordt getolereerd, zo zal dat ook buiten moeten gelden voor al die anderen die zich met de jeugd bemoeien. 

Daarmee zal de overlast door jongeren niet wezenlijk afnemen maar vergroten we wel de kans dat ze uiteindelijk, net als de meesten van ons, weer op hun pootjes terecht komen.