Maarsseveen - Bouw(en) irritatie
Gepubliceerd: woensdag 30 september 2015 15:49
Rene van Maarsseveen - Als jochie tekende ik mijn toekomstige huizen. Dan weer eentje met twee woonkamers, dan een met een bijzondere recreatieruimte. Mijn fantasie kende geen rem. En natuurlijk zou ik de ideeën ooit realiseren. Het kwam er nog niet van. Wel kreeg ik werk en relaties in de huizenbouw en vastgoed, zonder dat te zoeken overigens.
Er zijn drie soorten huizenbouwers weet ik inmiddels. De grote bedrijven die voor gemeenten hele wijken neerzetten. De kleinere bouwers die zowel vanuit een bedrijfsvorm of met privé vermogen woningcomplexen neerzetten. En tenslotte de privépersoon die, vaak met hulp van een architect of andere bouwspecialist, zijn eigen nieuwe woning bouwt.
Drie bouwers
Gisteren dronk ik een borrel met drie zestigers, wellicht begin zeventigers, die tot de kleinere bouwers behoren. Ooit waren ze, naast het werk waar ze voor waren opgeleid, begonnen met vastgoed. Na een periode van aan- en verkoop van huizen gingen ze zelf bouwen. Hun ambitie dreef op uitdaging en vermogensbeheer.
‘Vroeger was het leuker’, zegt één van de mannen, die ik voor het gemak Harry zal noemen. ‘Er werd meer samengewerkt en gedeeld, tegenwoordig is het toch meer ieder voor zich. Maar de grootste verandering zit hem in de regeltjes en tegenwerking’.
Tegenwerking
De andere mannen knikken en ik vraag, ‘tegenwerking?’, want ik voel een verhaal voor Nieuws030.
‘Ja, tegenwerking. Ik begrijp wat je bedoelt’, reageert een van de andere mannen. Ton in dit verhaal vervolgt, ‘dat de regeltjes zijn aangescherpt is niet zo erg, sommige zijn zinvol en als ondernemer geeft het de extra prikkel die het ondernemen leuk maakt. Het moet niet allemaal van een leien dakje gaan, om het maar eens in bouwtermen te zeggen. Er moet een uitdaging zijn in oplossingen zoeken en barrières slechten. Op een bobbelige weg proberen je einddoel te bereiken’.
‘Het zit hem in de ambtenaren’, versnelt Gerard het antwoord op mijn vraag, ‘de nietsnutten die elke keer weer wat nieuws vinden om projecten te frustreren. Dat is de echte tegenwerking. Als het niet van die sukkels waren zou je nog denken dat ze commercieel bezig waren voor de gemeente waar ze voor werken, want hun gezever kost handen vol geld, buiten de tijd en ergernis’.
‘Wat doen ze dan?’, vraag ik met een naïeve blik.
Slapen en vakanties
‘Heb je een uurtje’, glimlacht Ton, ‘geluidsmetingen, vleermuisonderzoek, slapen en vakanties’.
Harry schiet in de lach, Gerard leunt achterover en neemt een slok en ik herhaal, ‘slapen en vakanties’.
‘Wat ze doen blijft onduidelijk’, vervolgt Ton. ‘Ze zijn op vakantie, hebben ATV of zoiets en jij kunt dan weken wachten op een klusje waar een kleuter tien minuten voor nodig heeft. Ze lijken niet te begrijpen wat hun oponthoud kost en hoe werkzaamheden in elkaar grijpen. Je kunt het uitleggen, het gaat volkomen langs ze heen’.
‘Dat je bijvoorbeeld een bepaalde vergunning niet hebt en daardoor andere werkzaamheden stil moet leggen?’, vraag ik, ‘omdat de muren nu eenmaal eerst moeten staan voor je het dak kunt plaatsen.
‘Ja precies, mooi gevonden’.
Geluidsonderzoek
‘Ik ben nu bezig met een appartementencomplex’, zegt Harry, zich naar mij richtend, ‘gisteren kreeg ik bericht dat er een nieuw geluidsonderzoek moet worden gedaan omdat er verderop in de straat nieuw asfalt is gelegd. Het wordt het vierde geluidsonderzoek, allemaal veroorzaakt door activiteiten van de gemeente. Maar die onderzoeken moet ik betalen’.
‘Precies’, valt Gerard in, ’het is allemaal prima, geluidsonderzoek, bodemonderzoek en voor mijn part muizen- en ongedierteonderzoek. Maar ze schieten te vaak door en denken niet mee’.
Generaliserend
‘Is dat algemeen?’, vraag ik.
‘Nee, er zijn gemeenten die het goed hebben geregeld. Of eigenlijk zou ik moeten zeggen, er zijn gemeenten waar een ambtenaar is of een afdeling die het begrijpt. Het is mensenwerk, en de ene mens is nu eenmaal invoelend en kundiger dan de ander en …’.
Er komt een vrouw binnen. Gerard is afgeleid en onderbreekt zijn zin. Terwijl ze het café inloopt zie ik dat hij haar met zijn ogen volgt. Harry ziet het ook en draait zich om. Het wordt onrustiger aan ons tafeltje. De heren houden nog wel van groene blaadjes, denk ik. Nou kijken mag, zou mijn moeder zeggen. Het gesprek over hun irritaties bij bouwen is voorbij, begrijp ik.