Maarsseveen - Arme Utrechters en het oude stadhuis
Gepubliceerd: woensdag 2 december 2015 13:45
René van Maarsseveen - Afgelopen week toonde vriend Gerrit me een boekje uit 1650. Gerrit verzamelt oude kaarten en boekjes over Utrecht en bezorgde me daarmee al eerder stof om over te schrijven op Nieuws030. Het boekje uit 1650 behoort bij een loterij die door aalmoezeniers werd georganiseerd voor arme Utrechters.
Ik lees de eerste pagina tekst: dat de nood van de armen in deze dure en benauwde tijd … Het verwondert me dat ik al snel de draad kan oppakken en de tekst lees alsof het hedendaags Nederlands is. Met plezier lees ik daardoor de gehele tekst, die weliswaar een juridisch karakter heeft.
Na de inleidende tekst volgen 25 pagina’s met een omschrijving van de ruim 600 prijzen. Het boekje eindigt met een alinea waarin het gemeentehuis wordt genoemd. Daar kunnen, in het grote nieuwe vertrek, de prijzen worden bekeken.
Gemeentehuis
Is het gemeentehuis al zo oud, vraag ik me af. Benieuwd naar de achtergrond van het ‘stadhuis’ begin ik een zoektocht. Als snel blijkt dat het gemeentehuis zoals wij dat kennen, aan de Oudegracht, toen nog niet bestond.
Het bestuur van de Gemeente, toen nog Schepenen, verhuisde in 1343 naar het huis Hazenberg, dat daarmee gemeentehuis werd. Dit pand lag op de hoek van het Oudkerkhof en de Oudegracht. In 1637 ging de rest van het bestuur naar het huis Lichtenberg, dat naast Hazenberg lag.
De twee huizen waren ooit van de adellijke familie Haze en Lichtenberg. Zij had de versterkte woningen laten bouwen met zware muren, extra bescherming en kluizen. Het huis Lichtenberg was uitgeleend aan de bisschop van Utrecht en later aan Karel de Vijfde, heer van Utrecht. Hij stond het in 1537 af aan de stad.
In dat jaar liet de gemeente een nieuwe gevel plaatsen aan de Hazenberg en de twee panden werden met elkaar verbonden. In 1650, het jaar van de loterij, was het gemeentehuis dus gevestigd in de samengetrokken panden Hazenberg en Lichtenberg. Daar konden de armen de prijzen bekijken.
Hazenberg
De panden Hazenberg en Lichtenberg zijn in 1826 afgebroken om plaats te maken voor het huidige gebouw op de Stadhuisbrug. Gelukkig waren er meerdere schilders en tekenaars die de oude panden hebben vastgelegd. Pieter van Saenredam was in 1636 één van de eersten. Daarna volgden onder andere Adriaen Honich in 1663, Jan van der Heyden in 1670, Justus Versteegh in 1776 en Pieter van Oort in 1824.
Met hun schilderijen en tekeningen, waarvan een aantal in bezit is van het Centraal Museum, krijgen we een goed beeld van de oude stad en het oude stadhuis. Wie het leuk vindt meer te zien, zou eens moeten kijken bij het internetproject Stadhuis Utrecht 3D van Bumos.
Daar kun je ook een indruk krijgen van Utrecht in 1650. Het is aan de hand van de schilderijen nagebouwd. De arme Utrechters, enthousiast op weg om de prijzen te bekijken van de loterij, moeten we er zelf bij denken.