Louis Engelman – Soms kom je als journalist bij toeval een bijzonder iemand tegen met een al even bijzonder verhaal. Dat overkwam mij maandagmiddag 17 juni (let op de datum) op het fietspad vanaf De Bilt naar Utrecht ter hoogte van Manege Groenesteyn.

Vanonder het viaduct over de Biltsestraatweg klonken de schetterende tonen van een trompet. Dichterbij gekomen ontwaarde ik een man met aan de bovenkant een frivool hoedje en aan de onderkant een niet te missen stalen beenprothese. 

Staande naast zijn beschilderde fietskar ontlokte hij in volle overgave funky muziek aan zijn zilverkleurige instrument. Reden genoeg om op de rem te gaan staan.

Ik maakte kennis met de 28-jarige Jaap Kagiso Bierman, geboren in Botswana en via omzwervingen in Engeland, Zeist en Amerika neergestreken in Utrecht. Hij studeerde aanvankelijk gamedesign, maar stopte daarmee om zich op de kunsten te werpen. 

‘Ik schrijf poëzie en draag dat graag voor. Vooral omdat ik merk dat dit mensen echt raakt. Daarnaast schilder ik, onder meer muurschilderingen, en ik speel trompet op feestjes.’ Hij vertelt sinds 2019 op die manier als kunstenaar zijn geld te verdienen. Sinds die tijd gebruikt hij het Kasigo-deel van zijn voornaam als artiestennaam. 

Bierman stond niet toevallig te spelen onder het viaduct. Begeleid door twee studenten van de media-opleiding in Amsterdam, die een documentaire over hem willen maken, bleek hij onderweg naar het landgoed Sandwijck in De Bilt. Want juist daar op 17 juni 2020 viel hij uit de top van een rode beuk en verloor hij zijn rechterbeen.

‘Ik was die dag in de buurt om mijn oppaskind naar de stage bij de manege te brengen. Maar daarna had ik nog veel tijd. Daarom ging ik door naar het landgoed. Ik had me eerder al eens voorgenomen een keer in die beuk te klimmen. Ik houd ervan dat te doen, vooral in hoge bomen. En die koninklijke boom heeft een goede route om van tak naar tak te gaan.

Het lukte. Jaap Kagiso klom helemaal naar de top en droeg van daaruit live via Instagram enkele gedichten voor. Vervolgens besloot hij nog wat in de boomtop te mediteren. Hij vleide zich op een tak en viel in slaap. ‘En toen brak die tak af. Ik donderde twintig meter naar beneden en liep breuken op in mijn nek, schedel, ribben, heup en mijn been.’

Zwaar gewond lag hij een half uur bewusteloos onder de beuk voordat hij werd gevonden door de Utrechtse dichter David Verwer en Nienke Buisman, die een wandeling maakten. Zij belden de ambulance die hem naar het UMC bracht.

‘Mijn been was behoorlijk lelijk gebroken’, vertelt Bierman. ‘Ter hoogte van mijn knie was de slagader doorkliefd. En toen de spoedoperatie niet helemaal succesvol was ging na twee dagen mijn been eraf. Toch liep ik al na vijf weken op een prothese de deur uit. Het gehele herstel duurde wel wat langer, maar na een half jaar was ook mijn fantoompijn verleden tijd.’

Jaap doet zelf vrij luchtig over zijn ongeval. ‘Ik ben er vanaf gekomen met een ontbrekend onderbeen, verder heb ik nergens meer last van.’ Zijn prothese laat hij zonder gêne zien. ‘Persoonlijk vind ik dat het er gaaf uitziet. Het maakt duidelijk wat er werkelijk nodig is om nog te kunnen lopen na een amputatie. En als verwijzing naar de boom heb ik het kokerdeel in hout laten uitvoeren en daarin zelf tekeningen gegraveerd.’

Zijn artistieke activiteiten hebben niet te lijden onder zijn handicap. In zijn studio aan de Molenwerfhof in Utrecht schildert hij en verzorgt er soms workshops. Opgewekt laat hij weten als dichter te boeken te zijn. ‘Voor verschillende gelegenheden. Ik heb voor elke situatie wel een gedicht en kan met mijn show het publiek op een mooie reis meenemen. Ook ben ik in te huren als entertainer op festivals en feestjes. Dan deel ik de gedichten met mijn trompetspel.

Onder het viaduct liet hij maandagmiddag een ritmische beat horen die hij zelf ontwikkelde vanuit psytrance muziek. ‘Op grote festivals in Portugal speelde ik op de dansvloer vaak mee met het staccatoritme van trance muziek. Maar mijn beste talent is iets horen en er dan iets passends bij te bedenken.’

Voor de documentaire gaat Jaap Kagiso Bierman niet met een bezwaard gemoed terug naar zijn beuk op landgoed Sandwijck. Het maakt duidelijk dat hij tussen toen en vier jaar later wel zijn been, maar niet zijn levensvreugde heeft verloren.