De IJzeren Man - Weekboek (4)
Gepubliceerd: woensdag 11 november 2020 12:05
De IJzeren Man slaat zich door de coronatijd heen met dagelijkse bespiegelingen...
4 november 2020
Het liet de IJzeren Man koud of Angela Merkel in 2021 werd opgevolgd door een man of door een vrouw, als de kwaliteit van de beslissingen vanuit het Bundeskanzleramt maar verbeterde. Merkel ging de geschiedenis in als kanselier onder wier bewind voor het eerst sinds de oorlog een rechts-nationalistische partij in het parlement kwam. Dat was niet fraai, of, zoals een krant na de verkiezingen schreef: Duitsland is de afgekickte alcoholist die toch weer één biertje neemt.
Dan had je nog Emmanuel Macron, de millennial-Napoleon met z’n potsierlijke overwinningswandeling rond het Louvre in 2017. Hij zou Frankrijk wel even hervormen, wat eindigde in een semi-burgeroorlog met de Gele Hesjes.
Dit dacht de IJzeren Man terwijl hij op de tweede verdieping van de uitgestorven Neude-bibliotheek naar Rutte’s zoveelste corona-persco keek. Onze Mark was eigenlijk ook maar een burgemeester in oorlogstijd, die moest gehoorzamen aan twee extreem middelmatige figuren in Parijs en Berlijn.
5 november
Op de avond van Allerzielen brandde de IJzeren Man twee kaarsen. Hij had er veel meer kunnen aansteken, want er waren inmiddels aardig wat mensen die hij gekend had overleden. In een flits van ruimtelijkheid zag hij ze voor zich als markeringspunten langs zijn eigen levenspad.
Vooraan stonden drie personen die op het moment van heengaan jonger waren dan de IJzeren Man nu. De onvermijdelijkheid van hun lot kwam hem opeens heel helder voor. Zo was er de radiocollega met een fascinatie voor dodelijke ongevallen in huis die uitgerekend op deze wijze stierf.
Een vreemd gevoel van opluchting overviel de IJzeren Man; als er iets onvermijdelijks op hem wachtte, kon hij zijn hoofd net zo goed stilzetten. Maar daar gingen de hersenen alweer, denkend aan de huisarts die ooit zei: een mens sterft zoals hij leeft. Hoe zou hij zijn eigen manier van leven omschrijven? Wilde hij dit überhaupt weten?
6 november
‘Als twee bejaarden vechten om de macht, heeft het land nauwelijks overlevingskracht’, bedacht de IJzeren Man een leuke oma’s wijsheid naar aanleiding van de sinistere presidentsrace in de Verenigde Staten. Een duidelijke voorkeur had hij niet, Trumps houding tegenover covid stond hem meer aan, maar misschien was Biden nuttig om de relatie met de Europese bondgenoten te herstellen.
‘Stel dat er in de afgelopen acht maanden een kruising tussen Donald Trump en Joe Biden in het Witte Huis had gezeten’, dagdroomde de IJzeren Man. Iemand die zich niet liet intimideren door het virus, en de Europese leiders meetrok in deze opstelling. In zo’n geval had er een gezamenlijk communiqué naar onvrije landen kunnen uitgaan: Hoi, het westen hier, sluiten jullie lekker iedereen op, wij accepteren wat meer risico in ruil voor een open samenleving.
Zulke prachtige dingen gebeurden maar zelden in de wereldgeschiedenis, dat wist de IJzeren Man ook wel.
7 november
Droomde de IJzeren Man van het Europa van morgen, dan zag hij een Duits meisje en een Portugese jongen gepassioneerd campagne voeren voor een Poolse kandidaat-europarlementariër. Verschenen echter de immer zelfgenoegzame Frans Timmermans of de enge fanatiekeling Guy Verhofstadt op zijn beeldscherm, dan wenste hij dat Nederland gisteren nog de Europese Unie verliet.
Eén argument van de Brexiteers klopte als een bus, vond de IJzeren Man: ‘We worden bestuurd door mensen die we niet na vier jaar kunnen wegstemmen wanneer ze het verprutsen’. Het inschatten van de psychologische effecten op het grote publiek van beleid leek om deze reden laag op de prioriteitenlijst van Eurocommissarissen als Timmermans te staan.
“‘Team Timmermans opereert nogal autistisch’, valt te beluisteren in de wandelgangen”, hoorde de IJzeren Man onlangs tot zijn schrik in het radioverslag over de nieuwe klimaatplannen. ‘Autistisch’, zo’n van oorsprong gemoedelijke Limburger? Dan was er iets akelig mis met het systeem.
8 november
Op een heldere zaterdagmiddag in november zat de IJzeren Man op een bankje in Tuinwijk. Met een kartonnen beker warme chocomel in zijn hand tuurde hij langs rijen huizen van precies een eeuw oud. Een gloedvolle ondergaande zon bescheen oranje daken boven donkere bakstenen gevels. Groene dakgoten en kozijnen gaven de buurt iets Brits.
Tussen bomen in herfsttooi ontwaarde de IJzeren Man het speeltuintje waar de vriendin laatst over vertelde. Haar kinderen stoeiden er in een wervelvind van herfstbladeren, toen mannen van de gemeente met bladblazers arriveerden. “We komen het hier weer mooi maken”, hadden ze gezegd. Beteuterd staarden zesjarigen even later naar grijze stoeptegels.
Er zou een moment komen dat het rationalisme in de Randstad hem te veel werd, wist de IJzeren Man. Een verhuizing naar bijvoorbeeld het Groningse platteland was dan onvermijdelijk. Genietend van de warme chocomel laafde hij zich daarom extra gulzig aan het schilderachtige Utrechtse najaar.
9 november
“Zijn hier nog stoute kinderen?”, wilde Sinterklaas van de IJzeren Man weten. Ze troffen elkaar toevallig bij de nieuwe Broese aan de Oudegracht, waar de Sint zich stond op te winden over, zoals hij dat noemde, ‘drammerige deug-onzin voor gutmenschen in de schappen’. Directe aanleiding voor de woedeaanval was een boek over het verkleinen van de ecologische voetafdruk.
Voordat de IJzeren Man antwoord kon geven, hervatte de Goedheiligman zijn getier. “Waarom denk je dat ik nog steeds met die roestige ouwe stoomschuit vaar? Omdat we met z’n allen zo snel mogelijk naar de haaien moeten, dat beseffen die GroenLinks-stemmers in Wittevrouwen heus wel, anders stonden er niet zoveel verre vliegreizen op hun verlanglijst.”
“Maar vertel op, ik heb niet de hele dag de tijd, zijn hier nog stou-te kin-de-ren?”, brulde Sint Nicolaas. “Tja, Lange Frans hooguit, verder doet iedereen angstvallig correct op Facebook”, stamelde de IJzeren Man met bonzend hart.
10 november
“Ik snap alle opwinding niet, het is gewoon een rechts ventje”, sprak een radiocollega van de IJzeren Man na de verkiezingswinst van Barack Obama in 2008. Inderdaad bleef ondanks alle ‘hope and change’ het paradijs ver buiten handbereik, en acht jaar later werd Trump gekozen.
Anno 2020 verscheen de zoveelste messias in de media-maalstroom: Joe Biden. In tegenstelling tot Obama geen jonge, begaafde redenaar, maar een stokoude bejaarde met een mondkapje op. ‘Als hoop er zo uitziet, kun je beter dood zijn’, peinsde de IJzeren Man. Ronkende commentatoren vroegen zich desondanks af of er nu ‘een nieuw Amerika’ zou verrijzen.
Ook over de aanstaande vice-president was men lyrisch. De IJzeren Man kende haar nauwelijks, maar had begrepen dat ze in de Democratische voorverkiezingen verloor van de stokoude bejaarde die nu president werd. Hij werd zo moe van het moeten existeren in een mediasamenleving, en hij was nog niet eens veertig.