In 1967 ging Dik Binnendijk in Utrecht biologie studeren; twee jaar later kwam hij er ook wonen. De universiteit was toen nog bijna volledig gevestigd in panden in de stad. In de onregelmatig verschijnende serie ‘Utregdikkies’ schrijft Dik over z’n herinneringen die gekoppeld zijn aan straten, buurten, gebouwen en gebeurtenissen in de stad. 

 

Van Lokhorstgebouw, Catharijnesingel 60

Dik Binnendijk – “Hè, hè, weer net gehaald.” Eind jaren zestig moest ik twee jaar lang ’s morgens van college naar college fietsen; de practica waren ’s middags. Soms liep een college uit en dan moest je flink doortrappen. Veel tijd om eens rustig het gebouw te bekijken waar de collegezaal in was, was er niet. Maar wellicht had ik er toen ook geen belangstelling voor. 

Het gebouw waar ik colleges microbiologie - en ik dacht ook genetica (erfelijkheidsleer) - heb gehad, is een van de meest opvallende panden aan de Catharijnesingel. Begin deze week heb ik er zo’n half uur buiten rondgelopen om foto’s te maken. Ik probeerde me ook voor te stellen hoe de collegezaal er uitzag, maar ik kon me er niets meer van herinneren. Wellicht zal de zaal eruitgezien hebben, zoals de meeste andere in die tijd: trapsgewijs oplopende rijen banken met veel donker houtwerk met een groot zwart bord aan de muur om er met krijt op te schrijven.

Eerst maar een blokje biologie. Een microbioloog doet onderzoek naar micro-organismen met name bacteriën, virussen en gisten (eencellige schimmels, zoals bier- of bakkersgist). Het accent van het onderzoek ligt op de biochemische, fysiologische en ook ecologische aspecten van micro-organismen. En tenslotte: fysiologie is de wetenschap die de levensverrichtingen van organismen bestudeert, zoals stofwisseling, bewegen, groeien, voortplanten en ademen.

Het monumentale Fysiologiegebouw of het Van Lokhorstgebouw is ontworpen door de Utrechtse architect en rijksbouwmeester Jacobus van Lokhorst in een zogenoemde ‘rijke neorenaissancestijl’. In deze 19de-eeuwse internationale bouwstijl werd teruggegrepen op motieven uit renaissancebouwkunst, zoals trapgevels, speklagen en kruiskozijnen. Langs de hele gevel staan boven de bovenste ramen de namen van zo’n 25 beroemde wetenschappers, waaronder Louis Pasteur, Edward Jenner, Louis Gay Lussac, Robert Koch, Antoine Lavoisier en Herman Boerhaave. 

Medaillons met namen van wetenschappers. Foto: DB

Het pand werd tussen 1890 en 1892 gebouwd en in 1893 geopend door de twaalf- of dertienjarige koningin Wilhelmina en haar moeder koninginregentes Emma. Hun ‘portretkopjes’ zijn op de tweede verdieping boven de voordeur te zien: links Emma en rechts Wilhelmina met daartussen het wapen van Nederland. 

In het pand kwam als eerste het Laboratorium voor Anorganische Chemie, Gezondheidsleer en Gerechtelijke Geneeskunde. Je kunt dit allemaal lezen op de plaquette boven de voordeur. De tekst wordt afgesloten met Bijbelspreuk 24-3: ‘Door wijsheyt wordt een huys gebouwt, ende door verstandigheyt bevestigt.’ 

De tekst boven de voordeur. Foto: DB 

Eén van de meest spraakmakende onderzoeksresultaten in dit lab was de ontdekking van vitamines en de werking ervan. Bacterioloog en voedingsdeskundige prof. Christiaan Eijkman kreeg er in 1929 de Nobelprijs Geneeskunde voor. Zijn opvolger - de Zwitserse prof. Ludwig Karl Wolff - is met Eijkmans onderzoek doorgegaan. In samenwerking met het farmaceutisch bedrijf Organon heeft hij het vitaminemerk Davitamon in de markt gezet. Dat merk bestaat nog steeds. 

Wanneer de naam van het lab veranderd is in het Organisch-Chemisch en Hygiënisch Laboratorium, weet ik niet. Maar in 1932 verhuisde dit lab naar gebouwen die stonden in driehoek Croesestraat, Vondellaan en Jutfaseweg. De naam werd omgedoopt in het Organisch Chemisch Laboratorium en er kwam ook een apart Analytisch-Chemisch Laboratorium. In beide gebouwen heb ik colleges en practica gehad. 

Mogelijk hebben er nog een paar verschillende laboratoria in het Van Lokhorstgebouw gezeten, maar toen ik er colleges volgde, was daar het Laboratorium voor Microbiologie in gehuisvest. 

Een andere verandering is het adres van het lab geweest: Catharijnesingel 60 is in 1921 al gewijzigd in Catharijnesingel 59. Maar bij de voordeur van het pand prijkt nu (nog steeds of alweer) nummer 60.

Het Organisch-Chemisch en Hygiënisch Laboratorium in 1950. Foto: Joost Koedam/Wikipedia

Alleen, die voordeur is officieel niet meer te gebruiken. Het pand is sinds 2000 samen met de naastgelegen oude gemeentelijke HBS een onderdeel geworden van de rechtbank Midden-Nederland. Beide oude panden zijn door nieuwbouw met elkaar verbonden. Het voormalige lab is van de Catharijnesingel ‘afgesloten’ door een flink hek. De ingang van het gerechtsgebouw is aan de achterkant van het complex op het Vrouwe Justitiaplein. 

Even had ik nog het plan om naar binnen te gaan om te vragen of ik in het Van Lokhorstgebouw mocht kijken. Ik vermoedde wel dat de collegezaal verdwenen was, maar zou ik desondanks nog een glimp herkennen van zo’n zestig jaar geleden? Omdat ik dacht dat het te veel gedoe zou zijn om vrij te kunnen bewegen in het gerechtsgebouw, heb ik het toch maar niet gedaan. 

Gelukkig staat het Van Lokhorstgebouw er in ieder geval nog. Veel andere panden waar ik college of practica heb gehad, zijn wel tegen de vlakte gegaan, zoals de chemielabs aan de Croesestraat.