Binnendijk – Suffie & Duffie
Gepubliceerd: woensdag 12 juli 2023 09:14
Dik Binnendijk – Deze column begon ik te schrijven op Poly-dag, waarin de juli-zomerstorm Nederland aandeed. Wel wind en regen in Utrecht, maar niet die schade zoals elders. Ik keek naar buiten en ik dacht waar zouden ze nu schuilen: Krijswijf de vrouwtjesmerel, haar jong en Suffie & Duffie. Na de vorige column was Krijswijf een dag stil, maar kwam daarna weer volledig in de alarmstand. Maar sinds een week heb ik haar niet meer gehoord.
En toen waren Suffie & Duffie (S&D) er ineens. De twee jonge Utrechtse stadsduiven hadden hun nest verlaten. Die zat in een boom van buurvrouw Merel, twee huizen verderop richting de Singel. S&D zaten, liepen en fladderden in de tuinen op ons Binnenterrein. Dit lijkt heel actief, maar meestal zaten ze stil bij elkaar en deden niets. Ze waren niet bang voor ons, mensen. Het liefst namen ze plaats voor de keukendeur, zodat mijn buurvrouwen Garjan, Marga of ik die voorzichtig moesten openen. Omdat ze niet wegvluchten zijn het vast de meest gefotografeerde vogels van de buurt geworden. Garjan en ik hebben zo’n dertig kiekjes van ze gemaakt.
Goed vliegen konden ze nog niet. Ik zag er één vanaf mijn pergola fladderen naar de dakgoot van het huis van Corrie en Ad, drie huizen verderop richting centrum. Suffie of Duffie haalde net de dakgoot niet en stortte naar beneden op het platte dak. Min of meer versuft bleef de jonge duif daar zitten en keek continu om zich heen: “Jullie hebben dit toch niet gezien, hè!” ’s Avonds zag ik beide zitten op het balkonhek van mijn achterburen van tweehoog; dus het vliegen lukte toch wel weer.
Net zoals Krijswijf zijn de namen Duffie en Suffie verzonnen door Garjan. In het begin waren ze nog te onderscheiden van elkaar: de één had rossige borstveren en ander grijze. Maar na een week waren ze allebei rossig. Het ververen ging gewoon door. Een week lang vlogen ze nauwelijks meer.
Hun ouders waren verdwenen. Bijna twee weken zag ik ze niet meer. Het was in die hete zomerdagen in juni. Konden ze al zelf hun voer bijeen scharrelen? Hadden ze geen water nodig? Het knaagde een beetje aan me. Maar ik wilde geen water of voedsel geven, want dan kom je er nooit meer van af. Duiven zijn gehecht aan de plaats waar ze opgroeien en komen bijna altijd terug, zeker als mensen ze gaan voeren.
Duivenouders geven hun jongen eerst een week ‘duivenmelk’ vanuit hun krop. Dat is een soort prutje uit de keel met huidcellen en eiwitten. Naarmate de jongen ouder worden krijgen ze eerst zacht voedsel en daarna zaden, fruit, jonge scheuten van planten en struiken, en tafelafval zoals brood en patat. Na zo’n 34 dagen kunnen de jongen voor zichzelf zorgen. Ze kunnen net twee dagen zonder water maar weer wel een week zonder eten.
Maar... ik heb niet zoveel met duiven. Toen ik 37 jaar geleden naar de Bergstraat kwam, woonden Annie en Nico naast me in hun eind jaren tachtig afgebroken huis. Ik kon goed met ze opschieten. Alleen, Nico had zo’n dertig tot vijftig duiven; die zaten altijd bij mij op de dakgoot en scheten mijn balkon onder. Mijn was hoefde ik daar echt niet op te hangen om in de buitenlucht te laten drogen.
Toen Annie en Nico gingen verhuizen, lukte het Nico niet om al zijn postduiven te vangen. Een stuk of wat bleven over en zijn verwilderd tot stadsduiven.... ook wel ‘vliegende ratten’ genoemd. Misschien zijn S&D wel verre nazaten van Nico’s duifies.
De ouders van S&D jaag ik meestal weg; niet dat dat veel uithaalt. Ze hebben de nare gewoonte om mijn druiven - als die nog hartstikke groen en hard zijn - eraf te pikken en niet op te eten. Alleen een net eromheen zorgt ervoor dat ik rijpe druiven kan eten.
Al een paar dagen zag ik alleen maar Duffie of Suffie: één jonge duif, dus. Hij of zij zat nu regelmatig op mijn pergola. Op het schuurtje van Ad en Corrie zag ik ineens de ouders weer. Een ouder vloog naar de pergola en ging op een meter afstand van het jong zitten. Ineens zag ik actie: het jong liep met een rotvaart naar zijn ouder en pikte richting de krop en snavel. Voer!!! Pa of ma was er niet meer van gediend en vloog weg. Afgewezen dook Suffie weer duf - of Duffie weer suf - in elkaar.
Twee dagen later hing mijn was buiten aan het wasrek onder de dakgoot. Toeval of niet: ik had net het stukje over Nico’s postduiven geschreven en daarna ging ik de droge was binnenhalen. En toen zag ik het: vogelstront op een theedoek, twee slopen en mijn dekbed.... Een knetterende vloek! ... Een zucht...... Een (voorlopig) afscheidscadeautje van Suffie, Duffie of hun ouders?... Mwah... Kent toevallig iemand nog smakelijke duivenrecepten?