Binnendijk - De buurtstalling
Gepubliceerd: zaterdag 20 april 2024 09:20
Dik Binnendijk – De 45 jaar oude herenfiets van mijn vader staat nu werkloos achter mijn huis, want ik heb een nieuwe: de 30 jaar jonge fiets van mijn zus Petra. De reden is, dat ik merk dat ik steeds meer moeite heb om mijn been over het zadel te zwaaien. Als het kan, maak ik gebruik van de stoeprand; daar ga ik dan op staan, zodat ik mijn been minder hoog over het zadel hoef te tillen. Of ik houd mijn fiets schuin bij het opstappen. Zo lukt het nog wel.
Door een val in de sauna begin februari had ik mijn linkerarm gebroken. De botbreuk zat net onder de kop van mijn opperarmbeen bij mijn schouder. Daardoor kon mijn arm niet in het gips. De botdelen moesten met veel rust weer aan elkaar groeien in een draagband. Dat ging relatief voorspoedig, maar het was wel behelpen. Gelukkig ben ik rechtshandig, maar toen pas realiseerde ik me hoe vaak ik ook mijn linkerarm en -hand nodig heb.
Anderhalve maand heb ik niet gefietst. Moest ik niet eens - voor als ik weer mocht fietsen - een goede, tweedehandse fiets met lage instap bij Adem kopen, de fietsenmaker bij mij op de hoek? Zover is het niet gekomen. Vrij regelmatig bellen Petra en ik elkaar en ik vertelde haar dat ik een damesfiets ging kopen.
“Je kunt die van mij wel komen ophalen in Woerden, die staat gewoon in de schuur te niksen sinds Ko en ik elk een e-bike hebben. Hij is nog hartstikke goed, handremmen en zeven versnellingen. Ko zal hem nog wel even nakijken.” Petra appte even later nog een foto van haar oude fiets. Zag er goed uit!
Hoewel het een uurtje fietsen is tussen Woerden en Utrecht ben ik voor de zekerheid nog maar een paar keer gaan ‘proeffietsen’ op pa’s herenfiets. Dat was allemaal geen probleem. Fietsen verleer je blijkbaar niet zo snel. Zelfs mijn been zwaaide ik nog soepeltjes over het zadel.
En zo nam ik de eerste zondag van deze maand de trein naar Woerden. Het zou eindelijk de hele dag droog blijven. De fiets zag er nog mooier uit dan op de foto. Hopelijk reed hij ook goed. Na de koffie ging ik een proefritje maken en zwaaide mijn been over het zadel. Petra: “Kijk, en dat hoef je nu juist niet meer te doen.” Ik: “O, sorry!” Petra’s oude fiets reed prima. Ruim een uur later was ik terug in Utrecht.
Ik heb geen schuur waarin ik mijn fiets kan zetten. Daarom sjouw ik hem altijd door het huis om hem buiten achter tegen de muur te plaatsen. Ondanks dat pa’s fiets altijd buiten staat, ziet hij er nog redelijk uit. Of mijn nieuwe fiets ook zo roest- en aftakelbestendig is, wil ik niet uitproberen.
Daarom heb ik op aanraden van een vriend en mijn buurvrouw een plek in de buurtstalling Lange Koestraat geregeld, twee minuten lopen van mijn huis. Met zijn 163 fietsplekken is deze de op één na de grootste buurtstalling van de stad. Die buurtstallingen zijn onbewaakt, maar de beheerder U-stal doet er wel ‘klein onderhoud en schoonmaakwerkzaamheden’.
Een jaarabonnement voor een fiets kost nu € 51,85. Je krijgt een vaste plek in de stalling en een sleutel van de deur, zodat je altijd binnen kunt komen. En je krijgt een penning om die onder je fietszadel te bevestigen. Natuurlijk moet je voor beide een borgsom betalen. Twee volle werkdagen nadat ik alles via internet geregeld had, kan ik sleutel en penning gaan halen bij de U-stal-receptie op de Floridadreef 112. Dit is de dreef waar ook het crematorium Daelwijck ligt.
Inmiddels staat Petra’s oude fiets in de buurtstalling op haar vaste plek. Ik denk dat ongeveer een derde van de stalling gevuld is met fietsen. De bovenplaatsen zijn op twee na allemaal leeg. Het ziet er schoon uit, maar het blijft een saaie ruimte.
Om de zaak toch een beetje op te fleuren zijn op de muur twee koeienkoppen geplakt. Hoewel het exact dezelfde koppen zijn, heb ik ze Klaartje en Jaapje T. (spreek uit als: Japie Tee) gedoopt. Jaapje T. was de beste melkkoe die mijn vader ooit heeft gehad. ‘Klaartjes’ hadden we niet. Samen waken ze over onze fietsen in de buurtstalling Lange Koestraat. Ik vertrouw ze dat wel toe! Ik moet wel.