Theo van de Vathorst, een beeldend verhaal
Gepubliceerd: dinsdag 9 september 2014 07:00
De 80-jarige Theo van de Vathorst maakt iedere maand een 'tekening van den maand' Nieuws030 deelt vanaf nu die tekeningen met de kunstenaar. Ter introductie een interview met de beeldend kunstenaar.
Vele beelden van hem staan prominent in de stad. Kunst beheerst het leven van de Utrechtse beeldhouwer Theo van de Vathorst. Zijn werk is sterk geïnspireerd op menselijke emoties en stemmingen. Hij brengt op onovertroffen wijze de vreugden, het verdriet en humor op letterlijk beeldende wijze over. Dagelijks is hij nog bezig met speciale opdrachten of met vrij werk.
Interview door Jan Jansen
Wie kent niet het machtige monument van Anton Geesink in Wijk C of het beeld van de marktvrouw op de Vismarkt? Deze en nog vele andere beelden en ook van hem, en de deuren van de Domkerk, zijn gemaakt van brons.
Theo van de Vathorst is vooral modelleur. Hij boetseert in klei en laat daar een afgietsel in brons van maken. Hij vindt het prettig als mensen aan zijn beelden zitten en de handen als verlengde van hun ogen inzetten. Dat levert zelfs een meer intense beleving op.
Theo van de Vathorst: “Mogelijk heb ik mijn voorliefde voor het kneden en modelleren van mijn grootvader die bakker was maar ik zelf nooit gekend heb." Al op de HBS aan de Kruisstraat kreeg hij een voorkeursbehandeling van tekenleraar Pieké. Die zag zijn tekentalent en zorgde er voor dat hij inzicht kreeg in de opleiding die op de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten gegeven werd. “Ik kreeg tijdens de middelbare school al individueel les van Jan van Luijn, die onder andere het markante beeld van de vrouw op het Herderplein gemaakt heeft.”
Zijn ouders hadden geen artistieke achtergrond. “Mijn keuze om na de HBS naar de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te gaan werd zeker door mijn vader met de nodige scepsis ontvangen.”
Op de Rijksacademie in Amsterdam werd Van de Vathorst sterk beïnvloed door Piet Esser, een veeleisende docent met een uitgesproken opvatting over de manier hoe je spanning en reliëf in een beeld moest opbouwen. Van de Vathorst voelt zich meer verwant bij culturen dan bij individuele kunstenaars. “Voor mij zijn de Egyptische, Chinese en Zuid Amerikaanse culturen altijd heel inspirerend geweest.”
Vlak na zijn opleiding aan de Rijksacademie in 1962 was het moeilijk om in Utrecht als kunstenaar aan de slag te komen. “Gelukkig kon ik een baan krijgen als docent aan de Grafische School."
Bij de gemeente Utrecht viel de kwaliteit van zijn werk op en kreeg hij tweemaal het jaarstipendium. “Daardoor kon ik mijn baan als docent opgeven en me helemaal wijden aan het beeldhouwwerk. Via de toenmalige 1% regeling kwamen er opdrachten waaronder het beeld van De Nachtegaal dat nu staat in het park Sjanghaidreef. Maar pas toen mijn vrouw Marja een vaste baan als vertaaldocent kreeg hadden we een redelijke basisinkomen en kon ik me ook richten op vrij werk.”
Penningen maken is een belangrijk onderdeel uit van het inmiddels omvangrijke oeuvre van Theo van de Vathorst. De liefde ervoor kreeg hij van zijn leermeester Piet Esser. “Een penning moet in een kleine afmeting een compleetheid in zichzelf hebben." Hij kreeg hierdoor ook bekendheid in andere landen en won prestigieuze internationale prijzen. Nog steeds krijgt hij verzoeken van internationale organisaties om penningen bij te maken van opdrachten die al zo’n veertig jaar geleden gegeven zijn.
Van de Vathorst werkt in opdracht van derden of maakt vrij werk zonder opdracht. Een voorbeeld van een opdracht zijn de bronzen deuren van de Domkerk. Deze opdracht kwam als afsluiting van de restauratie van de vijf gotische binnenstadskerken eind jaren tachtig.
“Er zit een verwijzing in naar de stellingen van Luther en de werken van barmhartigheid in zeven talen. Eén van de talen is het Fries omdat de dominee een Fries was. Heel wat gesprekken met het kerkbestuur gingen aan het ontwerp vooraf. De marktvrouw op de Vismarkt, dat was een opdracht van V&D die van het hoekpand aan de Oudegracht tegenover het stadhuis verhuisde naar Hoog Catharijne."
Het beeld van Anton Geesink is vrij werk waarvoor de judoreus gevraagd werd om te komen poseren. Van de Vathorst slaagde er in de imposante kracht van de grote Utrechter tot uiting te brengen. Het beeld is aangekocht door de gemeente Utrecht. Het staat op een hoge sokkel op het Jacobskerkhof.
Beeldhouwwerken hebben een zeer lange levensduur. Ze zullen eeuwenlang het stadsbeeld blijven verfraaien. Denk aan de duizenden jaren oude beelden van Grieken en Romeinen. Vele generaties na ons zullen ervan genieten. Voor Theo van de Vathorst betekent dat geen extra druk. Zijn beeldhouwwerken zijn te bewonderen in vele steden in Nederland.
“Kunst en schoonheid zijn onmisbaar in ons leven. Ik hoop met mijn werk een bijdrage te leveren aan de bewustwording van kwetsbare en wezenlijke immateriële waarden in ons bestaan."