Rogier Meijerink, de Utrechtse kraker
Gepubliceerd: donderdag 3 mei 2018 19:09
Rogier Meijerink is flink in het (nationale) nieuws met zijn voornemen om lawaai te maken bij de Dodenherdenking op de Dam. In Utrecht kennen we Meijerink al jarenlang van diverse kraakacties. Hij volgde rond 2005 Pepijn Zwanenberg op als woordvoerder van de Utrechtse krakers. Zwanenberg verliet de krakers en sloot zich aan bij de gevestigde politiek en is nog steeds raadslid voor GroenLinks.
Maar Meijerink bleef actief in de krakersbeweging en zette zich de afgelopen jaren, met de organisatie Groenfront, ook in tegen de 'herrievliegtuigen' van de Navo vlakbij het Limburgse Schinveld waar een bos gekapt dreigde te worden.
In 2016 publiceerde Nieuws030 een opiniestuk van Meijerink over de sociale huurflats in Kanaleneiland die verkocht werden aan vastgoedspeculanten uit Qatar. Niemand maakte zich daar toen druk om, vorig jaar toen het AD/UN met een artikel hierover kwam stond de gemeenteraad op z'n achterste poten.
In 2008 had Ton van den Berg een interview met Meijerink voor de lokale krant Ons Utrecht. Hieronder dat verslag.
Kraker Rogier Meijerink is nog lang niet uitgekraakt - ‘Een kraakverbod? Eten kun je toch ook niet verbieden!’
Journalist Ton van den Berg praat wekelijks met bekende en onbekende Utrechters in stad en regio. Dit keer met Rogier Meijerink (30) kraker, activist en najager van een utopische samenleving met zo weinig mogelijk regels.
Volgens de politie is waterverfbomgooier Rogier Meijerink, zoals het hoort in een geanonimiseerd politiebericht, ‘een 30-jarige man uit Nieuwegein’. Nieuwegein, Utrecht of een andere gemeente in de regio, het maakt Meijerink niet uit wat ze als zijn woonplaats opgeven: als er in die plaats een woning lange tijd leeg staat is dat te kraken. “In Nieuwegein kraakten we een huis dat eigendom is van een rijke speculant. Hij heeft ons eruit laten zetten omdat er iets vernield zou zijn, maar het zal wel geweest zijn vanwege die piratenvlag die bovenop het huis stond.”
Na Nieuwegein had Meijerink geen woning meer. De beroepskraker had een paar alternatieven in de regio op het oog maar geen ervan bleek te voldoen aan de voorwaarden die een woningkraak rechtsgeldig maakt. “Ik woon nu bij vrienden,” legt hij uit. Maar terwijl u dit leest zit Meijerink in een cel in de penitentiaire inrichting in Lelystad. Het feit dat hij nog een straf moest uitzitten kon hij, zonder een vast woonadres, nu wel doen, was zijn redenering. En zo toog hij vorige week naar het politiebureau Paardenveld, gooide drie waterverfbommetjes tegen de ramen en wachtte rustig op zijn aanhouding.
Vooraf aan de arrestatie praat Meijerink over kraken, een utopische samenleving en de straf die hij uit moet zitten. “Ik ga nu mijn beloning opeisen!”, zegt hij daarover op cynische toon. “Ik ga een maandje vakantie vieren en genieten van hele mooie, leerzame herinneringen die ik heb aan de kraakactie van de Dump en de vele feesten die we daar hebben gehad.”
De Dump, de voormalige Palace-bioscoop en later winkel (Dump 2000) aan het Vredenburg, was de aanleiding voor de gevangenisstraf. Bij de elf uur durende politiebelegering van het kraakpand in 2005 had Meijerink met een waterverfbom gegooid. Voor die actie werd hij veroordeeld tot zestig uur taakstraf. “De autoriteiten zijn van mening dat ik de maatschappij schade heb toegebracht door wat vlekken waterverf op de openbare weg te morsen. Maar ik had weinig zin om voor de overheid te gaan werken, ze daar mee te belonen ook eigenlijk, en daarom werd de straf later omgezet in een gevangenisstraf van dertig dagen.”
Hij drinkt een kopje koffie en draait een beetje op zijn stoel. “Zouden ze nu echt denken dat ik een ander mens word van die straf? Wie heeft dat ooit bedacht, zo’n bestraffingsysteem? Als je, zoals in mijn utopische wereld, niet zoveel waarde hecht aan materiele zaken is eigendom ook veel minder belangrijk en valt de voedingsbodem voor veel criminele activiteiten vanzelf weg en is bestraffing ook niet noodzakelijk. Als er ergens een autoriteit boven staat krijg je vanzelf dat mensen geen eigen verantwoordelijkheid meer nemen. Dan krijg je ook dat bazen opdrachten kunnen geven aan mensen die dan dingen doen die ze eigenlijk helemaal niet willen doen.”
Kraker Rogier
Meijerink is als ‘kraker Rogier’ een bekende woordvoerder van de Utrechtse krakers. Hij is zo bekend geworden dat ook zijn achternaam in de pers verschijnt. Hij zit er niet mee, maar andere krakers blijven liever anoniem omdat het zo moeilijker is via juridische procedures gemaand te worden een kraakpand te verlaten. “Toen politieagenten van mijn naam hoorden konden ze het niet nalaten dat als ze me op straat zagen lopen vooral mijn naam even te roepen.”
Kraken zit Meijerink zogezegd in het bloed. Hij kraakt al vanaf z’n 23e toen hij nog in Hilversum een studie volgde om computerprogramma’s gebruiksvriendelijk te maken. Via een stage kwam hij in Utrecht terecht en ontdekte dat de provinciehoofdstad ‘een fijne stad’ was om te wonen en te leven. Zijn eerste kraakwoning was een flatwoning boven de toen leegstaande winkels aan de Minister Talmalaan in Zuilen. Daarna volgden nog vele andere panden waaronder de Dump die in 2003 werd gekraakt. Afgelopen jaar en dit jaar verbleef hij ook in een kraakwoning in het Kleine Wijk in Ondiep.
“Kraken was voor mij een manier om aan een woning te komen. Via de wachtlijsten duurt het jaren en wat je dan krijgt is enorm duur. Kraken was voor mij ook voor de gezelligheid want je woont meestal samen met een aantal andere mensen. Het politieke verhaal met betrekking tot het kraken kwam voor mij pas veel later, ergens halverwege de tijd dat we de Dump gekraakt hadden. Vóór die tijd was ik gewoon op zoek naar een omgeving waarin ik zonder regels zou kunnen leven, maar wel een met respect voor elkaar en elkaars keuze. Een utopische samenleving, denk ik. Maar waarom zou ik zoiets niet mogen nastreven?!”
“Voor mij was kraken geen statement tegen leegstand. Ik was anti-politiek. Ik kraakte omdat het een vorm van leven voor mij was. In de Dump was ik betrokken bij de organisatie van de feesten, daar kon ik van genieten. Pas toen een vriend van mij zei dat ik met die feesten net zo goed aan politiek deed, een bepaald punt wilde maken door er ruimte te bieden aan punk- en tekno-feesten drong tot me door dat hij toch wel een beetje gelijk had.”
Meijerink verdiepte zich in boeken over kraken en leerde de juridische zaken daaromheen uit het hoofd. “Ik heb er veel van opgestoken en die informatie kan ik weer goed gebruiken bij kraakacties zelf want het is dan altijd leuk om een agentje helemaal omver te lullen met wat je weet.”
Hij volgt nu ook intensief de landelijke ontwikkelingen als het gaat om kraken. Over de politieke voorstellen voor een kraakverbod zegt Meijerink. “Onzin. Zolang er leegstand is en er woningnood is, zal er gekraakt worden. Daar verandert geen enkel kraakverbod iets aan. Dat kun je gewoon niet opeisen. Je kunt toch ook niet verbieden dat iemand eet.”
Kraakverbod of niet, Meijerink blijft dus kraken. “Er zijn nog genoeg redenen om dat te doen. Kijk naar het huisvestingsbeleid in Utrecht. Ze slopen 30.000 betaalbare huurwoningen en wat komt er voor terug: dure huur- en koopwoningen. In het Kleine Wijk hebben we veel stennis geschopt tegen het huisvestingsbeleid. Daar zag je heel goed wat voor onzin de gemeente en de corporaties verkondigen. Ze zeggen dat kansarmen beter geholpen kunnen worden aan een woning, maar de huurwoningen stijgen spectaculair in huurprijs en de wachtlijsten voor een woning groeien nog steeds. In een deel van Ondiep gaan 1200 huurwoningen plat en komen er maar 300 betaalbare woningen, ten minste wat de corporaties en gemeente betaalbaar vinden, voor terug. En wat ze bouwen is nog slecht van kwaliteit ook. De nieuwe huizen in Ondiep-Zuid zitten tot de nok vol met schimmel en dat zijn spiksplinternieuwe huizen. En dat gezwets over dat arm en rijk bij elkaar in één wijk moeten wonen: waarom worden er dan geen villawijken gesloopt voor de bouw van nieuwe huurwoningen?!”
Subcultuur
Kraken en een leven nastreven met zo weinig mogelijk regels: is dat het nastreven van een subcultuur? “Een sub-cultuur? Geef er maar een naam aan, wat je wil. Ik heb de afgelopen twee jaar bewust zonder geld geleefd. Ik had geen inkomsten en toch ben ik niets tekort gekomen. Mijn eten haalde ik aan de achterkant van een supermarkt waar de vuilcontainers vol lagen met etenswaren die over waren of over de datum. Van wat ik daar vond konden zeker tien mensen leven. Na een tijdje ging er een slot op de vuilcontainer. Ze wilden niet meer dat ik nog voedsel meenam want ze waren bang dat de belastingdienst erachter zou komen dat de opgegeven hoeveelheid die ze weggooien niet klopte met wat er in de container zat. Er wordt namelijk zes procent btw van die weggegooide spullen afgeschreven.”
“Maar het is toch asociaal om zomaar eten weg te gooien. Gelukkig kun je buiten de stad nog veel supermarkten vinden die er niet moeilijk over doen. Ook in de Kanaalstraat bij vooral de Turkse winkeliers kun je het eten dat na sluitingstijd van de winkels over is zomaar meenemen. Ze zijn zelfs blij dat je het wil hebben. Vaak staat het brood al klaar in plastic tasjes.”
Kraker Rogier neemt een slokje koffie en kijkt in een plastic tasje: “Ik heb wat kleren, brood en koffie bij me. Vooral die koffie is belangrijk want als ik in de gevangenis kom moet ik zeker wat koffie in voorraad hebben want zonder kan ik niet.”
En na zijn ‘vakantie’ in de gevangenis? “Ik ga een baantje zoeken. Niet iets in de computerbusiness. Het liefst word ik fietsenmaker. De fase dat ik zonder geld heb geleefd sluit ik af. Maar acties blijf ik voeren. Dat gaat ook beter als ik zelf geld verdien. Dat stop ik in de aankoop van flyers en zo, dan hoef ik niet meer bij anderen aan te kloppen. Iedere cent die ik verdien wordt goed besteed.”
Zie ook het beeldverslag dat in 2008 van de aanhouding werd gemaakt, klikhier.