Robert van Eijden en het nut van een goede espresso
Gepubliceerd: dinsdag 19 mei 2015 08:00
Utrechter Robert van Eijden schreef volgens Herman Brusselmans een 'heel goede roman' onder de titel 'BOEK (256 blz.)'. Het (deels autobiografische) boek loopt als een trein en is een hit bij Broese, koopt dat boek!
Een interview zou logisch zijn, maar waarom zou je, er is er al een, uit 2010 uit Ons Utrecht, neem die maar... Waarom? Omdat we daarin al zien welk talent hier aan het werk is en wie Van Eijden was voordat hij die literaire beroemdheid (!) is geworden die hij nu is en zich gewoon nog Oxysept noemde.
Door Ton van den Berg
Het is nog ochtend (11.00 uur), maar Robert van Eijden is bereid op dit voor hem 'onchristelijk' vroege tijdstip aanwezig te zijn. Een interview in deze krant stond immers nog hoog op zijn to-do-lijstje. “Maar dan wil ik wel graag een lekkere koffie,” zegt hij. “Helemaal zwart!”
Als de koffie er is en hij er een slok van neemt vertrekt zijn gezicht heel eventjes. Hij zegt het niet, blijft beleefd, maar denkt zichtbaar: ‘Brrrhh, Senseo!’
We hebben ook Nespresso. Wil hij er daar een van? Op z’n bleke gelaat verschijnt een glimlachje. “Dat sla ik niet af. Dit is toch Senseo?,” vraagt Van Eijden schijnheilig en het kopje omhoog houdend. Klopt! “Weet je dat die drab die er bovenop drijft varkensvet is?!”
De nespressomachine komt tevoorschijn en als hij even later een espresso op heeft komt Van Eijden los. “Ik ben net iets meer dan tien jaar freelance-journalist en tekstschrijver. Ik had het kunnen vieren ja, maar ik niet zo van jubilea die mij aangaan. Ik schrijf voor de website van Tivoli de teksten over de bands die komen spelen en ik schrijf voor bladen waaronder de Panorama. Ik ben die man van de stukjes over ‘man vriest met tong vast aan brug’ en ik doe de fotoquizjes.”
Van Eijden kijkt dromend voor zich uit. Hij heeft geen vragen nodig en vervolgt: “Gelukkig gaat het weer goed met Pano (Panorama, red.). Het heeft een tijdje in een moeras gezeten maar daar is het weer helemaal uit. Het is weer dat gezellige blad waaraan je kunt zien en ruiken dat het gemaakt wordt door mensen die lol in hun werk hebben.”
Dat Van Eijden kan schrijven, voor hem is het als gedichten maken maar dan met lange zinnen, kunnen Utrechters ook weten van de internetsite Maarwatishet.com. Al sinds 1999 schrijft hij daar onder de naam Oxysept verhalen over zijn beslommeringen in het dagelijks Utrechtse leven.
Verhalen die hij ook met regelmaat voorleest op allerlei literaire bijeenkomsten, in zijn stamkroeg Café de Stad of op de jaarlijkse Absinterklaasavond in café De Bastaard. “Je hoeft niet op een wereldreis te gaan om inspiratie op te doen voor mooie verhalen,” zegt Van Eijden, of is het nu Oxysept die aan het woord is? “Alles is inspiratie. Ga gewoon de deur uit en ga wandelen. Dat is nog goedkoper ook.”
In 1999 was je dus al een blogger? “Man, dat woord bestond nog niet eens. Internet was zo nieuw. Er waren nog maar vier websites. Maar belangrijk was dat ik kon e-mailen en dat deed ik graag. Nadeel was alleen dat ik steeds grotere en wijdlopiger verhalen rondstuurde aan vrienden en kennissen en toen leek het me handiger om ze dan maar op een website te zetten. Zo is het gekomen.”
Democratisering
Dat nu Jan en Alleman blogt vindt Oxysept prachtig. “Iedereen mag schrijven. Je hoort het niet vaak meer zeggen, maar dat heette de democratisering van de media. Er zit tussen die bloggers ook veel bagger, maar ik houd wel van die slecht geschreven verhalen. Je moet het vergelijken met iemand die laat in de nacht in een kroeg naast je komt zitten en een heel verhaal begint te vertellen. Dat is meestal ook bagger. Het voordeel van dat het nu op een blog staat is dat je het tenminste kunt wegklikken! Maar ik ga het zeker niet veroordelen. Alleen, niet iedereen kan schrijven. Dat is duidelijk. Net zo goed als ik geen lamp op kan hangen. Dat moet mijn oom Fons doen en die kan dat heel goed. Maar hij kan niet schrijven.”
De blogs waarin Oxysept vertelt over zijn avonturen als woongoeroe, zijn hoge IQ (140), de verwarring in de sportschool en het zetten van een espresso met onderin een laagje whisky geven de indruk dat we hier met iemand te maken hebben die met een schuin oog naar het leven kijkt. “Wat ik opschrijf is minimaal 75 procent ook echt gebeurd, maar waar het verhaal uit de hand loop of waar ik vind dat het eigenlijk anders had moeten aflopen, daar komt dan het moment dat ik er een fictieve draai aan geef.”
Na de website Maarwatishet.com volgde een paar jaar later Maarhoewashet.nl waarop Oxysept met een aantal vrienden al bijna driehonderd recensies hebben geschreven over de Utrechtse horeca. “Dat was een idee nadat mijn gabber Olaf en ik in een kroeg een paar whisky’s op hadden. Later sloten anderen zich aan en vielen weer af, maar we schrijven nog steeds. Niet omdat we vinden dat de horeca moet verbeteren, wat natuurlijk wel zou moeten. Nee, het is gewoon omdat we het leuk vinden om te schrijven. Het zijn ook niet van die cliché recensies. Bij ons kan het ook heel goed zinnenlang over de wrat op het gezicht van de ober gaan voordat we ook iets zeggen over de kwaliteit van het eten of de drank.”
Waar heeft al dat geploeter met teksten op die websites toe geleid? Hij nipt voorzichtig aan weer een nieuwe espresso en spreekt daarna: “Het heeft me mijn opdrachtgevers opgeleverd. Daarom schrijf ik nu ook wat minder op de sites want ik moet ook tijd hebben voor het schrijven waarmee ik de huur kan betalen. Ik heb trouwens ook geen zin meer om hele dagen lang op het internet te zitten. Op vrijdagmiddag doe ik de computer uit en pas maandag gaat ie weer aan. Als je niet uitkijkt leef je alleen nog maar online en dat is echt armoedig en weinig spiritueel. Ik ken iemand die in de gameindustrie zit en die in zijn vrije tijd ook helemaal op internet doorbrengt. Hij vertelde me laatst dat hij in zo’n secondlife op internet een vrouw heeft ontmoet en daar in dat virtuele leven ook mee is getrouwd. Maar in het echt hebben ze elkaar nooit gezien want daar hebben ze geen tijd voor...”
Oxysept gaat nog eens goed verzitten. Hij krijgt steeds meer zin in het interview. Maar het is afgelopen. Duizend woorden: klaar. Zo werkt hij ook met zijn interviews. “O ja? Maar ik wil nog graag vertellen over dat lelijke Hoog Catharijne, een vast gegeven in mijn werk.” We kunnen er een foto maken. “Nou, goed dan.”