Robert Jan van der Horst: via de journalistiek wilde ik mensen verbinden
Gepubliceerd: donderdag 10 juli 2014 06:00
Robert Jan van der Horst (59) was sportjournalist bij het Utrechts Nieuwsblad en hoofdredacteur van Ons Utrecht. Door ernstige ziekte getroffen kijkt hij terug op zijn, mede door reorganisaties geteisterde, journalistieke loopbaan.
Interview door Jan Jansen
Mensen verbinden is zijn drijfveer in het leven. Hij is als geboren en getogen Utrechter trots op Utrecht omdat het naar zijn zeggen een sociale stad is met zo’n honderdduizend vrijwilligers. Zij vormen het cement van de samenleving door zich voor anderen in te zetten zonder daar zelf financieel beter van te worden.
Hij heeft het zelf aan den lijve ondervonden nadat bij hem een jaar geleden longkanker is geconstateerd. Zonder hulp en warme belangstelling had hij het niet zonder meer gered. “Ik moest eerst een levensbedreigende ziekte krijgen voor ik de waarde van vriendschappen echt ging beseffen.”
In 1988 werd Robert Jan van der Horst als leerling journalist aangenomen bij het Utrechts Nieuwsblad. “Ik reageerde op een advertentie in het UN waarin gevraagd werd naar een medewerker voor de laagste klassen van het zaterdagamateurvoetbal. Tot mijn stomme verbazing werd ik direct aangesteld zonder dat ik een journalistenopleiding had.
Het bleek dat ik de enige was die had gesolliciteerd. Ik was een redelijke amateurvoetballer bij Hercules en UVV en wist dus wel veel af van het amateurvoetbal. Per wedstrijd moest ik vijf regels schrijven. Ik was enorm trots om collega te worden van bekende sportverslaggevers als Ton de Ruiter, Hans van Echtelt, Martin Donker, Jan Boerop enzovoort.”
Het UN had acht fulltime sportverslaggevers in dienst alleen al voor de stad Utrecht. “De sportredactie voelde voor mij als een huiskamer. Ik werd verslaggever van het amateurvoetbal, ijshockey, bridge, paardensport, biljart en later de FC Utrecht. De hele week inclusief het weekend was ik ermee bezig.
Als ik voor een wedstrijdverslag in het buitenland was werd het uitgetypt op een Olivetti, de voorloper van de laptop. De tekst werd dan via een modem direct doorgeseind naar de redactie. Dat was modern want daarvoor werd alles nog mondeling doorgebeld naar de redactie waar het verslag werd uitgetypt. We werkten zondags tot ’s nachts twee uur door voor het wedstrijdverslag en het zogenaamde kleedkamerverslag met achtergronden en commentaar van trainer en spelers.”
Het is een prachtig en dynamisch bestaan een baan als sportverslaggever. “Dan, in 2005, komt de fusie van het UN met het AD. We krijgen te horen dat 25% van het personeel er uit moet. Als je op maandagochtend zou worden gebeld betekent het ontslag. Wat een enorme spanning.
Die maandagochtend 1 september gaat de telefoon. De secretaresse van de hoofdredacteur vroeg me te komen. Toen ik bij de hoofdredacteur was heb ik na twee minuten zijn kamer verlaten. Heb hem niet eens laten uitpraten want het was allemaal al volledig duidelijk. Niet eens een bedankje voor zeventien jaar grote inzet en trouwe dienst.”
Van der Horst gaat noodgedwongen verder als ZZP’er. “Maar anderhalf jaar later kwam de klap van het ontslag pas echt aan. Er kwam opeens niets meer uit mijn handen en ik kreeg een volledige burn-out. Gelukkig kwam in 2008 het gratis huis-aan-huisblad Ons Utrecht op mijn pad. Ik werd gevraagd voor de eindredactie en kon doorgroeien tot hoofdredacteur. Met een geweldige groep van zo’n twintig ZZP’ers hebben we ons ingezet om een echte stadskrant te maken.”
Ons Utrecht komt groot in het nieuws nadat burgemeester Aleid Wolfsen in april 2009 een publicatie van een artikel heeft tegengehouden over de vermeende onjuiste declaratie van de huur van zijn tijdelijke woning in afwachting van een definitieve.
Robert Jan van der Horst: “De burgemeester liet via zijn voorlichter weten dat hij het niet eens was met de strekking van het artikel. Later belde hij me zelf laat op de avond er ook nog over op. Ik wilde het artikel niet schrappen omdat het journalistiek klopte en de inhoud vooraf was afgestemd met de afdeling Communicatie van de gemeente. Ik heb dus opdracht gegeven de krant ongewijzigd te drukken. Toen de krant op dinsdag uitkwam was, tot mijn stomme verbazing, het betreffende artikel niet gepubliceerd.
Er moeten dus 120.000 exemplaren zijn vernietigd en later zonder mijn medeweten zijn aangepast en opnieuw gedrukt. De krant was inmiddels van de Telegraaf Mediagroep. Omdat Ons Utrecht financieel deels afhankelijk was van de rubriek gemeenteberichten heeft men daar onder druk van de burgemeester eieren voor haar geld gekozen. Toen de landelijke pers en het ANP hier achter kwam werd het groot nieuws. Utrecht werd Pyongyang aan de Vecht genoemd naar de hoofdstad van Noord Korea. Wolfsen heeft later zijn excuus aangeboden en aangegeven dat hij een verkeerde actie heeft genomen.
Het was zeker geen impulsieve reactie van Wolfsen want hij kon er drie dagen over nadenken. Het bleef zijn hele verdere ambtsperiode negatief doorwerken. Persoonlijk heb ik burgemeester Wolfsen altijd een prettige man gevonden met veel gevoel voor humor en hart voor de stad.”
Bij de reorganisatieperikelen in de krantenwereld blijft ook Ons Utrecht niet gespaard. De krant komt volledig in handen van de uitgever van huis aan huisbladen Holland Combinatie. De naam verandert dan in Dichtbij. “Exact zeven jaar na mijn gedwongen vertrek bij het Utrechts Nieuwsblad kreeg ik op 1 september 2012 ontslag bij Dichtbij. Toen een paar maanden later ook nog longkanker bij me werd geconstateerd stortte mijn wereld compleet in. Geen werk, bijstandsniveau en ook nog een levensbedreigende ziekte. Na de operatie waarbij een halve long is verwijderd en na een aantal behandelingen met een chemokuur ben ik nu langzaam aan het opkrabbelen.
Ik heb nu wel ondervonden wat vriendschap voor me betekent. Vrienden hebben me door uitzichtloosheid, angst en depressies heen geholpen. Ik zie nu, na alles wat ik heb meegemaakt, de betrekkelijkheid van het leven meer in. Kijk daarom met grote angst naar politici die met behulp van de media onderlinge tegenstellingen versterken waardoor mensen uiteengedreven worden.
Via de journalistiek wilde ik juist mensen verbinden en de onderlinge samenhang versterken. Ik heb bewondering voor een goede columnist. Fantastisch om in een kort stukje van driehonderd woorden iets zo te beschrijven dat de essentie van iets uitvergroot wordt en het juist daardoor blijft hangen.”
Dit artikel is een overname uit het blad De Oud-Utrechter van 8 juli 2014.