Vrijdag 26 september wordt het boek 'Verhalen uit de Sojafabriek' over de voormalige Cereolfabriek in Oog in Al gepresenteerd. Het is geschreven door Jos Bours die hier een voorwoord schrijft.

Langs het Merwedekanaal in Utrecht staat een prachtig verbouwd industrieel monument: de Cereolfabriek. Tot 2002 draaide daar denderend, dampend en stinkend de Sojafabriek, een begrip in Utrecht West.

De karakteristieke fabriek werd in 1908 gebouwd. Bijna honderd jaar lang werden lijnzaadolie, sojaolie en veevoer geproduceerd, vooral door mannen die op een merkwaardige manier verslaafd waren aan hun werk.

Schoonmaak van de opslag. Foto: rob Werdler

Laat ik eerlijk zijn: ik was ook blij dat de fabriek in 2002 dichtging na acties van een bewonerscomité uit Oog in Al. Ik woon aan de andere kant van het kanaal, de Lombok-kant en mijn ‘geurbeleving’ werd bij westenwind ook danig op de proef gesteld. Maar ik kende ook de bittere gevoelens van de werknemers.

Eén van hen, Willem, speelde mee in een door mij geschreven theaterstuk over de wijk Lombok in 2004. Hij woonde (en woont) nog steeds recht tegenover de fabriek en hij vertelde me hoe zwaar het hem viel om zijn leven weer op te pakken met dat verlaten desolate gebouw zo dichtbij.

Na een brand in 2008 werd het industriële monument eindelijk verbouwd tot een cultuurhuis. Op Open Monumentendag 2013 mocht ik de steigers op. Daar keek ik recht in het uitgebrande fabriekshart en daar kreeg ik het idee om de ervaringen van de ex-werkers in boekvorm te vatten. Om iets van de oorspronkelijke ziel in het oude gebouw terug te brengen.

Willems vrouw Ghislaine, diepte een oude personeelslijst op: 60 mannen en vrouwen – en ik kon aan het werk. Van oktober 2013 tot februari 2014 zocht ik hen op in de dorpen en stadjes van de provincie Utrecht. Want de Sojafabriek lag dan wel in de stad, maar het was in hart en nieren een plattelandsfabriek.

Personeel van de sojafabriek in de jaren '50 tijdens een uitje naar Limburg. Foto: HUA

Ik sprak vijftien mensen die min of meer iedere functie vertegenwoordigden zodat er een redelijk compleet beeld kon worden gegeven. Ik had afstandelijkheid verwacht, maar er werd gretig en zonder voorbehoud verteld. Waar ik boosheid en verbittering dacht aan te treffen, kreeg ik liefdesverhalen te horen.

Liefde voor een fabriek die continu onder druk stond: met een veel te krappe opslagcapaciteit, die dwong tot een productieproces dat dag en nacht, week in week uit, het hele jaar maar dóórging en dóórging. “Kunst- en vliegwerk, ja eigenlijk continu kunst- en vliegwerk”, volgens Adri, één van de geïnterviewden.

Er was de druk van het werken met gevaarlijke machines en grote hoeveelheden ontplofbaar hexaan. En natuurlijk de woonomgeving die steeds meer pressie uitoefende om ‘die vieze stinkfabriek’ weg te krijgen. Tegelijkertijd vertelden ze ook iets wat het puur-historisch belang van hun verhalen overstijgt en actueel maakt, namelijk hoe ze hun arbeid graag georganiseerd willen zien.

Bep en Herman Sangers, Herman raakte in 1966 zwaar gewond bij een ongeluk in de fabriek. Foto: J. Bours

Zooi en stof en stank, het maakt allemaal niet uit, als er maar vertrouwen en verantwoordelijkheid worden gegeven. Want een vakman wil vooral zo vakmatig mogelijk zijn vak uitoefenen.

“Kundig vakmanschap kan iemand een plaats geven in de wereld, waarbij het gevoel van ongelijkheid en onvrede naar de achtergrond verdwijnt. (-) Zo weet hij zijn zelfrespect te handhaven in een ongelijke wereld.”

Aldus de socioloog Richard Sennett in zijn boek “Respect in een tijd van sociale ongelijkheid”. Ja. Hún vakmanschap werd gewaardeerd. Die verantwoordelijkheid werd gegeven én genomen. Ze kijken met weemoed terug op hun ‘toko’ zoals ze de fabriek liefdevol noemen. Maar daarom kwam de sluiting ook dubbel zo hard aan. En dat had bijvoorbeeld op Dennis een ontnuchterende uitwerking: “Ik dacht altijd dat het mijn eigen tent was. Maar dat is het niet! Daar kom je dan heel hard achter.”

Jos Bours

-

Verhalen uit de Sojafabriek

Over de bloei en ondergang van een Utrechts bedrijf

Jos Bours

ISBN 978-90-77024-98-0

160 pag. /  full colour  / € 14,95

Verkrijgbaar vanaf vrijdag bij Het Wilde Westen in de (verbouwde) Cereolfabriek, in de boekhandel of rechtstreeks bij Uitgeverij de Graaff (klkhier).

Een SOL-medewerker in de jaren '50. Foto: HUA