Oldenborg: Stelling verdient steun voor nieuwe City-bioscoop

Door Vincent Oldenborg - Jos Stelling, Utrechts filmmaker en cultureel ondernemer, heeft plannen met het Citytheater aan de Voorstraat. Tien jaar nadat hij het voormalig politiebureau Tolsteeg aan het Ledig Erf met succes omtoverde tot wat inmiddels een culturele hotspot in de zuidelijke binnenstad is, wil hij dat zelfde kunstje nog een keer vertonen in de noordelijke binnenstad.

Stelling wil het rijksmonument, gebouwd in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid in de jaren twintig van de vorige eeuw, onder de naam “The art of cinema” omvormen tot een filmhuis met vijf zalen waarin, naast de programmering die we van Springhaver en Louis Hartloper kennen, ook ruimte is voor de zogenaamde artfilms, zoals die thans door filmhuis ‘t Hoogt gedraaid worden. Voorts wordt er ruimte gecreeërd voor een uitgebreide horecafunctie, en zullen er naast film ook andere culturele activiteiten kunnen plaatsvinden.

Het pand, dat eigendom is van de gebroeders Wolff, zal inwendig behoorlijk verbouwd moeten worden en ook zal er overeenstemming over de toekomstige programmering moeten worden gevonden met de Belgische bioscoopexploitant Kinepolis, die onlangs de filmbelangen, inclusief de plannen voor een megabioscoop aan het Jaarbeursplein, van Wolff heeft overgenomen. Op dit punt verwacht Stelling echter geen problemen.

In een brief aan het college van B&W vraagt Stelling om (mentale) medewerking voor zijn plannen, die geheel zonder subsidie gerealiseerd kunnen worden. Gezien alle inspanningen die van gemeentewege al enige jaren worden ondernomen, om juist dit deel van de binnenstad en toeleidende routes, zoals Voorstraat, Wittevrouwenstraat en Biltstraat, een oppepper te geven, zou die medewerking een zeer logische stap zijn.

Een samengaan met filmhuis ‘t Hoogt dat, nadat de gemeenteraad een streep haalde door de beoogde nieuwe accomodatie in de Bieb++ aan het  Smakkelaarsveld, zowel qua huisvesting als financieël, ondanks een jaarlijkse subsidie van ruim een half miljoen, in een zorgelijke positie verkeert, lijkt voor de hand te liggen.

Voorals nog vestigt Stichting ‘t Hoogt echter de hoop op plannen die ontwikkeld worden voor een bioscoopcomplex “De Kade” aan het vernieuwde Paardenveld langs de nog open te graven singel. Blijkbaar wordt het eigen voortbestaan met behoud van, door de belastingbetaler opgehoestte, subsidie belangrijker geacht dan een pragmatische oplossing voor de liefhebbers van de Artfilm.

Een trieste keuze want dat geld zou heel wat beter gebruikt kunnen worden door het te investeren in jonge lokale filmmakers. Wat met de literatuur in Utrecht, de afgelopen jaren, zo goed gelukt is, zou in de stad van het Nederlands Filmfestival voor de makers van  “The art of cinema” een enorme, en broodnodige stimulans kunnen zijn.

De Utrechtse filmliefhebber wordt al jaren lekker gemaakt met plannen voor nieuwe bioscoopzalen in megaplexen die de huidige versleten theaters moeten vervangen. Dit concrete plan van een lokale culturele ondernemer, die bewezen heeft dat hij in staat is om versleten monumenten een nieuw en bruisend film- en cultureel leven te geven, verdient dan ook alle support van onze vertegenwoordigers op de Korteminderbroederstraat.

Een uitgelezen kans om de leus “Samen met de Utrechters maken we de stad” waar te maken.