Merwedekanaalzone (12) - Rivierenwijk is bezorgd
Gepubliceerd: vrijdag 1 februari 2019 10:00
Journalist Louis Engelman doet verslag van de wijze waarop vastgoedavonturiers tientallen miljoenen euro's binnensleepten in een nieuw te bouwen Utrechtse wijk: de Merwedekanaalzone.
Als ik met drie actieve leden van de Werkgroep Houdt Rivierenwijk Leefbaar over de Merwedekanaalzone een gesprek heb, tref ik vooral veel bezorgdheid aan. Marij Wijten, Birgit Matser en Peter Delissen zijn huiverig voor de gevolgen van de enorme dichtheid van de bebouwing, de stroom van fietsers die straks via hun wijk naar de binnenstad rijden en de aanleg van extra twee of drie bruggen over het kanaal. Maar wat hen vooral dwars zit is het gevoel niet werkelijk mee te tellen in het geheel.
Peter Delissen: ‘Ze zeggen met de omwonenden te overleggen. Wat er werkelijk gebeurt is dat ze informatie komen ophalen en wij daar nauwelijks iets op terug horen.’
Birgit Matser: ‘Het lijkt alsof er in de coulissen besluiten worden genomen waarvan ons mondjesmaat iets wordt verteld.’ Marij Wijten: ‘Ze vinden de mensen – die daar nog niet eens wonen – belangrijker dan de mensen van hier, die er al wel zijn.’
Dat er aan de overkant een nieuwe stadswijk zal worden gebouwd, daar is de werkgroep helemaal niet op tegen. Er is begrip voor de woningbehoefte van de stad en voor het feit dat zo’n groot gebied dicht bij het centrum daarvoor als bouwlocatie wordt gekozen. Wijten: ‘Wij dachten aanvankelijk dat daar een mooie woonwijk zou komen. Prima! Maar toen we de compactheid van de bouw ontdekten, hadden iets van; Jooooo! Wat is dit?’
Nadat vervolgens tijdens een inloopavond duidelijk wordt dat door de aanleg van extra bruggen verschillende woonboten het veld moeten ruimen, besluiten de bewoners de koppen bij elkaar te steken. Marij Wijten: ‘Dat raakte ons direct.’ Sindsdien houdt de werkgroep de vinger aan de pols. ‘Onze achterban heeft inmiddels al meer dan driehonderd mails aan de gemeente gestuurd om hun zorgen te uiten.’
Volgens Delissen onderschat de gemeente de gevolgen voor Rivierenwijk als er in Merwede tussen de 20 en 25 duizend mensen komen te wonen. Birgit Matser: ‘Dat was voor mij de reden om tot de werkgroep toe te treden. Onze wijk wordt ervoor opgeofferd. Straks rijden er dagelijks zo’n drie- tot vierduizend fietsers door de Waalstraat. En als er in de nieuwe stadswijk maar voor een derde van de huizen parkeerruimte is, zorgt dat voor een enorme parkeerdruk op ons deel. Dan worden die auto’s hier neergezet en wandelen ze het bruggetje over naar huis.’
Dat de jonge mensen die in de toekomst in Merwede komen te wonen geen auto zouden willen, is – denkt de werkgroep – een theoretisch model. De praktijk, zo stellen ze, is meestal anders.
Over de compactheid van de nieuwbouw zijn de leden eensgezind negatief. Marij Wijten: ‘Op het naastgelegen Defensieterrein wordt een mooie wijk neergezet, meest in laagbouw. Maar hier tegenover willen ze zesduizend huizen optrekken. En de coalitie in het college vindt dat dit er zelfs negenduizend moeten worden. Daarbij blijven er wel gebouwen bewaard die ze ‘zinvol’ vinden. Met als gevolg dat ze met de rest de lucht in moeten. Hoe hoog?’
Ze vraagt zich daarbij af of de stad wel voldoende een vuist kan maken tegen de eigenaren die een zo groot mogelijk rendement nastreven.
De werkgroep schreef brieven aan de gemeente, nodigde raadsleden uit voor een bezoek en organiseerde een wijkavond. ‘Maar echte inspraak hebben we als bewoners nooit gehad’, zegt Peter Delissen. ‘Ze interpreteren de feiten op een manier die voor de gemeente het beste uitkomt. Wij hebben gevraagd ons de gevolgen voor de Rivierenwijk te schetsen, maar die informatie komt er niet. En heeft de gemeente wel geld genoeg als straks blijkt dat de hele infrastructuur vastloopt?’
‘Het lijkt erop dat de raad eerst een besluit neemt over de ‘Omgevingsvisie’, zegt Birgit Matser, ‘en pas daarna gaat kijken welke effecten er zijn voor onze wijk.’
Als ik op 11 december in TivoliVredenburg een informatieavond bijwoon over het gebruik van ‘Big Data’ in de stadsontwikkeling wordt me duidelijk hoezeer het wantrouwen van de Rivierenwijkers terecht kan zijn. Bij een 3D-presentatie over het nieuwe ‘Merwede’ wordt gesproken over het aantal nieuwe bruggen over het kanaal dat nodig is.
Een gemeenteambtenaar merkt dan op dat er in eerste instantie best minder bruggen kunnen komen. Maar dat als de wijk afgebouwd is en de (fiets)druk hoog is, die derde brug er gewoon kan worden neergelegd. Hij noemt dat het ‘kantelpunt’. ‘Het belang van Merwede is dan groter geworden dan dat van Rivierenwijk.’
Morgen deel 13: Wie gaan er bouwen?