Kunstenaar Pet ging van acht naar tweeduizend petten
Gepubliceerd: dinsdag 12 januari 2016 13:09
Als u goed oplet komt u verzamelkunstenaar Pet van de Luijtgaarden steeds vaker tegen in het Utrechtse straatbeeld. Zijn verzameling knuffels sierde bijvoorbeeld laatst de hal van het Stadskantoor.
Ondergetekende zat bij Seats2 Meet op Hoog Catharijne tot zijn grote verbazing op een stoel die was bekleed met Pet’s verzameling oude telefoonkaarten. De hoogste tijd om deze opmerkelijke kunstenaar te interviewen voor Nieuws030.
Door Raymond Taams
Goed Pet, eerst even wat basiskennis voor de lezer: hoe oud ben je, waar kom je vandaan en hoe lang ben je nu Utrechter?
“Voluit heet ik Patrick van de Luijtgaarden en ik ben geloof ik net veertig geworden. Ik groeide op in Tilburg en vertrok op m’n achttiende naar Nijmegen om daar communicatiewetenschappen te studeren. Na die studie ging ik werken in Amsterdam, en omdat m’n toenmalige vriendin in Nijmegen een baan vond, besloten we ergens er tussenin te gaan wonen. Dat werd Utrecht en daar wonen we nu twaalf jaar.”
Twaalf jaar Utrechter, en ben je al net zo lang verzamelaar?
“Nee, verzamelaar ben ik pas sinds een jaar of vijf. Ik ben gaan verzamelen toen mijn vader ging verhuizen na de dood van mijn moeder. In mijn oude kamer had mijn moeder petjes aan de muur gespijkerd. Dat is het begin geweest.”
Je moeder verzamelde petten omdat jij Pet heet?
“Eigenlijk heet ik dus Patrick, maar dat heb ik altijd een afschuwelijke naam gevonden. Ik heb het niet officieel laten veranderen hoor, maar iedereen noemt me Pet en het is ook mijn artiestennaam. Maar goed, mijn moeder werkte als lerares op een basisschool en af en toe vond ze petjes die kinderen waren vergeten. Die spijkerde ze tegen de muur van mijn kamer. Als een soort eerbetoon aan mijn overleden moeder besloot ik die verzameling uit te breiden.”
Hoeveel petten trof je aan in de kamer van je ouderlijk huis en hoeveel werden het er uiteindelijk?
“Oh, het waren er eigenlijk maar een stuk of acht die ik in mijn kamer vond. Het werden er uiteindelijk tweeduizend. In het begin ging het heel snel. Die verzamelingen kocht ik op Marktplaats en elk weekend gingen mijn vriendin en ik wel twee locaties af om ze op te halen. Mijn vriendin reageerde gelukkig heel positief op mijn plotselinge verzamelwoede. Ze vond het een leuk uitje om met de auto het hele land door te rijden en verzamelaars te ontmoeten.”
Verzamelaars lijken me een beetje deprimerende mensen. Op een of andere manier associeer ik het met eenzaamheid.
“Dat valt wel mee. Het zijn mensen met een verhaal die iets anders doen dan gemiddeld. Vaak waren ze ziek geweest of verveelden ze zich en wisten niet wat ze moesten doen. Door te gaan verzamelen kwamen ze met andere mensen in contact en hadden ze weer een doel in hun leven. Verzamelen heeft een enorm sociale kant, er zijn zelfs clubjes van verzamelaars die allemaal iets anders verzamelen maar elkaar toch opzoeken omdat ze het verzamelen als gemeenschappelijke hobby hebben. Een verzameling verzamelaars dus eigenlijk.”
Wat voor spullen volgden er na de petten?
“Na de petten begon ik Lego en Playmobil te verzamelen. Lego vanwege de grappige slowmotion-filmpjes die ik voor de site van de Volkskrant maakte. De Volkskrant had toen nog geld voor gekke dingen. Toen dat ophield ben ik gaan nadenken over wat ik verder nog kon doen met die verzamelingen. Van filmpjes werden het exposities, en ondertussen verdiende ik geld door als fotograaf voor bladen als Nieuwe Revu te werken. Ook dat was nog in de goeie tijd. In de media valt tegenwoordig geen droog brood meer te verdienen.”
Laten we het dan toch maar even over geld hebben. Verdien je nu geld als kunstenaar?
“Het is bikkelen als kunstenaar maar dat hoort schijnbaar in Nederland. Ik probeer wel dingen te verkopen. Dus ik bel zelf veel instanties en organisaties.”
Wat zijn je plannen voor het komende jaar?
“We hebben nu de rijdende expositie met caravans. Daarmee stonden we het afgelopen jaar op de Keukenhof, de Twente Biënnale, het Zeeuws museum en Lowlands. Veel mensen vonden de caravans geweldig, het zijn een soort mini-museumpjes waarin verzamelingen worden tentoongesteld. Er was wel wat diefstal maar dat hoort er een beetje bij. Die tour gaan we nog een keer doen. Ik wil er dit jaar ook mee naar Amsterdam en Almere.”
De ‘Tour d'artistique’ met de caravans vol verzamelingen is inderdaad je meest in het oog springende werk. Wat valt er allemaal precies te beleven in de caravans?
“Dat gaat van breien en haken tot een workshop dildo’s schilderen. In iedere caravan vind je een nieuwe verzameling. Zo is er de knuffelcaravan, de Batman-caravan en de Actionman-caravan.”
Je bent kunstenaar maar organiseert dus een soort evenement?
“We leven in een tijd van evenementen, denk maar aan de populariteit van al die festivals. Toch moet alles wat we doen een fotografische meerwaarde hebben. Zo heb ik bijvoorbeeld een cirkel van kleding gefotografeerd. Zoiets levert een sterk beeld op dat lang meegaat. Een cirkel van caravans was het oorspronkelijke doel in verband met de fotografie, maar langzaam ging de aandacht toch meer naar de individuele caravans met verzamelingen.”
Benauwd het je niet, al die spullen die je bezit? Ik kan me zo voorstellen dat je als tegenwicht thuis alles strak en wit hebt.
“Haha nee hoor, privé is het wel wat geordender dan in mijn atelier. Maar goed, een beetje rommel vind ik wel gezellig. We hebben een meisje van drie, Lola, en met een kind moet je sowieso wel tegen rondslingerend speelgoed kunnen.”
Zie je die enorme hoeveelheid spullen als 'bezit'?
“Het voelt niet als bezit; het is materiaal om mee te spelen. Het moet wel een functie hebben, anders gaat het wel benauwen. Ik moet wel denken: ik kan er nog dit mee bouwen of dat mee maken. Met mijn werk wil ik ook laten zien dat je niet zomaar alles moet recyclen, maar dat je iets moois kunt doen met bestaande spullen. Hopelijk leren mensen er van dat je niet zomaar spullen weg moet gooien. Met dingen die op het eerste gezicht overbodig zijn geworden, zoals een verzameling sigarenbandjes of oude cassettebandjes kunnen wij een caravan versieren.”
Je hebt in dit interview drie redenen genoemd waarom je verzamelt: je moeder, fotografie en mensen laten zien dat je spullen niet zomaar weg moet gooien. Je moeder lijkt me de meest gevoelsmatige van die drie. Denk je vaak aan haar als je aan het werk bent?
“Dat valt wel mee eigenlijk. Ik denk niet heel vaak aan haar als ik ermee bezig ben. Het is wel fijn dat zij dit begonnen is. Ik ben enig kind en mijn moeder heeft mijn dochter nooit gekend, dus ik probeer haar er op deze manier nog wel bij te betrekken. Psychologisch zou je kunnen zeggen dat de verzamelingen een leegte vullen maar ik weet eigenlijk niet of dat zo is. Ik vind het wel fijn om samen te werken met mensen. Er zijn hier veel vrijwilligers die me helpen. Dat is eigenlijk een soort vervanging voor familie.”