Jansen-interviews - Wereldomroep, ooit de ‘navelstreng’ van Nederlanders in het buitenland
Gepubliceerd: woensdag 12 oktober 2016 08:00
De radio-uitzendingen van de Wereldomroep hebben jarenlang een bijzondere betekenis gehad voor Nederlandse gezinnen. Nederlanders overzee en op vakantie in het buitenland zaten aan de radio gekluisterd om over gebeurtenissen in het thuisland te horen.
Interview door Jan Jansen
Iedere oudere heeft herinneringen aan de Wereldomroep bij vakanties in Europa. Op campings hoorde je van alle kanten het karakteristieke stemgeluid van weerman Jan Pelleboer (1924 – 1992). Jacques Chapels (1946- 2008) verslagen van de Tour de France waren legendarisch. Bijzonder waren de laatste kilometers voor de finish als een begeleidend muziekje de spanning opvoerde. Ook de dagelijkse oproepen van de ANWB Alarmcentrale werden druk beluisterd. Er waren geen mobiele telefoons en bellen naar huis via telefooncentrales was ingewikkeld en duur. Het thuisfront moest, als er iets ernstig was gebeurd, via de ANWB contact zoeken met de vakantiegangers.
De Stichting Radio Nederland Wereldomroep werd opgericht in 1947. Doelstelling van het korte golfstation was ‘Het samenstellen van radioprogramma’s die bestemd zijn om buiten de landsgrenzen te worden ontvangen’. Vooral voor Nederlanders die in de jaren vijftig naar verre landen waren geëmigreerd voelde de Wereldomroep de navelstreng met het thuisland. In de beginjaren was vooral de ‘Groetenafdeling’ van de zender erg populair. Het was veel goedkoper dan bellen met het buitenland. Jaap van Laar (76) was als echte radioman bijna veertig jaar, van 1961 tot 2000, als geluidstechnicus, producent en regisseur werkzaam bij de Wereldomroep.
“Ik ben geboren in Oog in Al en opgegroeid in een muzikaal gezin,” vertelt Jaap van laar. “Mijn vader was leraar op het Conservatorium en speelde solo fagot in het Utrechts Stedelijk Orkest. Thuis hadden we regelmatig uitvoeringen van kamermuziek. Ook werd er veel muziek gerepeteerd. Ik had pianoles van mijn vader maar wilde het liefst dirigent van een groot orkest worden, dat was mijn droom als puber. Maar vooral was ik gefascineerd door radio. Ik maakte als jongetje thuis kristalontvangers waarmee ik met buurtgenootjes contact had, die binnen een straal van zo’n vijftig meter om ons huis woonden. Een fascinerende hobby.”
Bij radio wordt, juist door het ontbreken van beelden, de eigen verbeelding geactiveerd. Dat is net zo als bij het lezen van een boek. Je ziet iemand met een zware stem voor je als lang persoon. Bij een hoge stem verwacht je een klein persoon. Als een stem aangenaam klinkt zie je het beeld van een aantrekkelijk persoon voor je. Toen in de jaren vijftig de eerste tv-uitzendingen begonnen en bekende radiopersoonlijkheden voor het eerst op tv kwamen moesten tv-kijkers erg wennen omdat de radiopersoonlijkheden niet met hun eigen gevormde beeld overeenkwamen.
Jaap van Laar: “Ik begreep al snel dat dirigent van een orkest er voor mij niet inzat. Dat vroeg een heel hoge kwaliteit. Ik volgde een opleiding op de Toneelschool, deed een jaar Rechten op de universiteit en wilde uiteindelijk de journalistiek in. Overdag werkte ik als boekverkoper bij boekhandel Broese in de Nachtegaalstraat. Radio bleef me trekken. Toen ik in de krant een advertentie las voor een geluidstechnicus bij de Wereldomroep heb ik direct gesolliciteerd. De Wereldomroep was gevestigd in een gebouw in Crailoo bij Hilversum. Er werkten toen 360 mensen van alle nationaliteiten. De voertaal was Nederlands. Al het programmapersoneel van buitenlands afkomst moest onze taal leren bij de nonnen in Vught. Radio-uitzendingen gingen via de korte golf waardoor verre landen, waar veel Nederlanders woonden, als Indonesië, Australië en Canada werden bereikt. De Wereldomroep maakte politiek neutrale programma’s in acht talen met actuele informatie over Nederland in de taal van het land. Het moest een beeld geven van ons land en het was ook een vorm van promotie van Nederlandse producten aan landen in de wereld. Door ons eigen luisteronderzoek kregen we informatie over de effecten. Na een progamma in het Arabisch over het Friese Stamboekvee was is het mooi te vernemen dat een Arabische Sjeik honderd koeien besteld had.”
Tijdens de Koude Oorlog werden ook uitzendingen van de Wereldomroep met regelmaat door stoorzenders uit Moskou gestoord. “De Sovjet Unie wilden vooral de politiek getinte Voice of America en BBC World storen. Het positieve beeld vanuit het westen moest verstoord worden. Het geluid via de korte golf was ook niet altijd goed te ontvangen vanwege de storende invloed in de atmosfeer door zonnevlekken. Uitzendingen konden daarom ook via andere frequenties beluisterd worden. Ze waren zo geprogrammeerd dat luisteraars in het buitenland vooral aan het begin van de avond onze programma’s konden ontvangen.”
“Als geluidstechnicus moest ik ook bij hoorspelen het bijgeluid verzorgen. In het gebouw was een plek waarin oude deuren, grind, straattegels en allerlei andere elementen stonden waarvan ik geluiden passend bij het hoorspel moest maken. Piepende en krakende deuren, stormachtige geluiden, lopen door het grind, alles ter verhoging van de sfeer en de spanning. Zo kon een collega overtuigende loeiende stormgeluiden met zijn handen aan zijn mond kon maken.”
In de internationale uitzendingen moest een positief beeld van Nederland geschetst worden. “Ik werkte dertig jaar lang in de dienst Programma-export als producent en regisseur van die programma’s over de Nederlandse wetenschap, cultuur, muziek, commercie. We waren succesvol in kennisoverdracht in de vorm van hoorspelseries. Deze hadden een grotere impact op de luisteraars omdat kennis via deze gedramatiseerde vorm beter overkwam. De Wereldomroep werd betaald uit de Luister –en Kijkgelden. De opbrengst was vooral een maatschappelijke, luisteraars overzee informeren over actuele gebeurtenissen in het thuisland en Nederland te propageren. Het heeft in die zin zeker, een halve eeuw lang, een belangrijke functie gehad.”
In 2013 is de Wereldomroep als korte golfstation opgeheven. Via de nieuwe media als internet richt men zich op jongeren en jongvolwassenen in landen waar de vrijheid van nieuwsgaring beperkt is. Het gaat onder meer om landen als China, Arabische-, Afrikaanse- en Latijns-Amerikaanse landen. Het heet nu RNW Media. Er worden nu geen programma’s meer gemaakt. Jaap van Laar kijkt met genoegen terug op bijna veertig jaar Wereldomroep en de belangrijke rol die de zender in die periode had. Sinds hij op zijn zestigste met pensioen ging heeft hij zich als vrijwilliger voor diverse Utrechtse organisaties ingezet.