Jansen-interviews - Traditie van De Stijl in het werk van Otto Hamer
Gepubliceerd: zaterdag 20 mei 2017 07:00
Het is dit jaar 100 jaar geleden dat Piet Mondriaan, Theo van Doesburg en Bart van der Leck het kunsttijdschrift De Stijl uitbrachten. De Utrechter Gerrit Rietveld werd wereldberoemd met zijn werk als architect en ontwerper in die kunststroming. Maar Utrecht kent nog een kunstenaar die zijn werk baseert op de primaire kleuren en geometrische vormen van lijnen en vlakken: beeldend kunstenaar Otto Hamer (78).
Interview door Jan Jansen
Het werk van de sinds zes jaar in het Bartholomeus Gasthuis wonende beeldende kunstenaar Otto Hamer doet met zijn primaire kleuren en geometrische vormen sterk denken aan De Stijl, vooral aan dat van het latere werk van Piet Mondriaan. Veel van Otto Hamers werk bevindt zich in particuliere collecties in binnen- en buitenland. Daarnaast is het ook opgenomen in museale collecties. Zijn werk is onder meer tentoongesteld in het Centraal Museum, Stadsschouwburg Utrecht, New Dutch Art Fair, de Kunstbeurs, het Mondriaanhuis in Amersfoort en vele andere plaatsen.
“Ik ben eigenlijk toevallig in de wereld van de kunst terechtgekomen,” vertelt Otto Hamer. “De opleiding aan de Academie van Beeldende Kunsten heb ik niet afgemaakt omdat ik dacht dat het toch niets zou worden. Ik ben toen op een bronsgieterij gaan werken. Na zo’n vijf jaar op de bronsgieterij begon het te kriebelen en ben ik zelf als beeldhouwer begonnen met werk in brons.”
In 1975 trok Otto Hamer in bij zijn vriendin kunstenares Birgitte Janssen, die in de Fockstraat in de Zeven Steegjes woonde. “Met haar ben ik gaan samenwerken onder de firmanaam BROTT. We zijn ons gaan toeleggen op tekenen en schilderen in de traditie van De Stijl. Om voor inkomsten te zorgen hebben we ons gericht op toegepaste kunst om opdrachten te krijgen. Het was in het begin wel vallen en opstaan, vaak zaten we toch weer in de bijstand. Maar ik was wel een gedreven kunstenaar en wilde ik via mijn kunstwerken een bijdrage leveren aan een betere samenleving.”
Door meerdere publicaties kreeg Otto Hamer steeds meer bekendheid als beeldend kunstenaar. “Ik kreeg daardoor vaak opdrachten van de Rijksgebouwendienst en van gemeentes voor kunst in de openbare ruimte en aan gebouwen. Kunst in de traditie van De Stijl is daar erg geschikt voor. Met meerdere Utrechtse kunstenaars richtte ik het Werkcollectief Beeldende Kunstenaar op. We zorgden eind jaren zeventig voor de tijdelijke inrichting van speelplaatsen en jeu de boulesbanen in stadsvernieuwingsgebieden. Het was als uitvoering van een gemeentelijke regeling om de leefbaarheid in die wijken tijdens het sloop- en bouwproces zoveel mogelijk te behouden. Vooral in Ondiep hebben we in samenwerking met de bevolking veel lege plekken mogen inrichten. Omdat het tijdelijk was, zijn die terreinen nu definitief met nieuwe huizen bebouwd.”
Otto Hamer was ook lid van Kunstliefde. “Ik zat in het bestuur en in de tentoonstellingscommissie. Kunstliefde is de oudste kunstenaarsvereniging van Nederland, opgericht in 1807. Er zijn 110 Utrechtse professionele kunstenaars lid en zo’n 90 kunstgeïnteresseerden. Er worden regelmatig podiumavonden en tentoonstellingen georganiseerd. De Utrechtse Atelierroute is ook een initiatief van Kunstliefde. Leden krijgen korting bij kunstaankopen.”
Het Bartholomeus Gasthuis is sinds 2011 zijn woonplek. “Ik heb een reumatische kwaal aan mijn rug en ben in mijn woning van de trap gevallen. Daardoor kon ik niet meer zelfstandig wonen. De mogelijkheid die ik kreeg om in het Bartholomeus Gasthuis te komen heb ik met beide handen aangegrepen. Het is een verzorgingshuis met een prachtige ligging in de oude binnenstad. Ook bewoners uit de omgeving maken gebruik van de voorzieningen van het huis. Zelf zit ik in de cliëntenraad en ben zo betrokken bij de zorg van de circa 90 bewoners. De sfeer is uitstekend, mede omdat het kleinschalig is en iedereen elkaar kent.”
In het appartement van Otto Hamer hangen geen eigen schilderijen. Op de binnenplaats van het Bartholomeus Gasthuis staat een bronzen kunstwerk van zijn hand en in de hal op de verdieping hangt een groot schilderij in vijf delen, volgens de traditie van De Stijl. Anders dan de kunstwerken van bijvoorbeeld de Utrechtse beeldend kunstenaars Pieter d’Hont, Joop Hekman en Theo van de Vathorst, die prominent het stadsbeeld verfraaien, zijn weinig van de kunstwerken van Otto Hamer in Utrecht te zien.
Maar Hamer kijkt met trots terug op zijn leven als beeldend kunstenaar. Hij heeft via zijn kunstwerken een bijdrage kunnen leveren aan de kwaliteit van de samenleving, mede door de inrichting van de leefomgeving. Tijdens de sloop- en en bouwwerkzaamheden in bestaande wijken waren zijn tijdelijk ingerichte speelplekken heel belangrijk voor de jeugd. Bij vele particulieren en in openbare gebouwen hangen zijn schilderijen. In het jaar 2017, met veel aandacht voor honderd jaar De Stijl, zijn ook de werken in de traditie van deze wereldberoemde kunststroming actueel.
Musea in heel Nederland grijpen het honderdjarig bestaan van De Stijl aan om dit jaar uitgebreid aandacht te besteden aan deze internationaal bewonderde kunstvorm. De Utrechtse architect Gerrit Rietveld ontwierp in 1924 volgens de principes van De Stijl het Rietveld- Schröderhuis, zijn eerste woonhuisontwerp. Rietveld heeft de stad en omgeving verrijkt met bijzondere ontwerpen van zijn hand en is wereldberoemd geworden. Het Centraal Museum in Utrecht heeft vanaf maart tot de zomer een grote tentoonstelling over Rietveld en De Stijl. Daarbij wordt ook aandacht geschonken aan de speciale relatie met zijn opdrachtgeefster: Truus Schröder.
(Dit artikel is eerder gepubliceerd in De Oud-Utrechter en is met toestemming van de auteur overgenomen.)