Jansen-interviews - Met een stadsgids langs verborgen plekken in Utrecht
Gepubliceerd: zaterdag 22 oktober 2016 07:00
Ingeborg Behari (66) is een van de zeventien stadsgidsen bij de VVV in Utrecht. Ze heeft in twaalf jaar tijd meer dan 1.500 stadswandelingen met groepen gemaakt. Daardoor heeft ze aan zo’n 30.000 belangstellenden een onvergetelijke indruk van de stad nagelaten.
Interview door Jan Jansen
Utrecht is een stad met een rijke geschiedenis. 2000 jaar lang, vanaf de Romeinen, hebben mensen er gewoond en hun sporen achtergelaten. Dat zijn indrukwekkende religieuze monumenten als de Domtoren en de gotische binnenstadskerken. Dat is ook de levendige eeuwenoude binnenstad, die op elke bezoeker indruk maakt door de unieke grachten met werven en fraaie historische panden.
Daarnaast beschikt Utrecht ook over veel verborgen schoonheid met kleine pittoreske hofjes, binnenterreinen, achteraf steegjes die om allerlei redenen ontstaan zijn in de middeleeuwen. Een wandeling met een stadsgids is zeker ook voor Utrechters zelf de mogelijkheid om onbekende plekken te ontdekken en te horen over het leven in voorbije eeuwen.
Ingeborg Behari komt, als oudste van een gezin met vijf kinderen, uit een familie van verhalenvertellers. “Mijn oma kon geweldig vertellen. Ze nam er alle tijd voor en kon op mij indringend overbrengen hoe het leven er vroeger aan toe ging. Ik beleefde dan sterk hoe in de vooroorlogse crisistijd omgegaan werd met leven en dood en de strijd om het bestaan. Ook mijn vader, die handelsreiziger was, had prachtige verhalen. Ik was door hun verhalen gegrepen en wilde als kind zelf ook graag vertellen. Daarnaast had ik veel belangstelling voor talen en had op de middelbare school de hoogste cijfers daarvoor. Het was dus vanzelfsprekend dat ik in de reiswereld terecht zou komen.”
Als ze gaat werken bij een reisbureau komt ze erachter dat de romantiek van de reiswereld vanachter het bureau anders is dan ze zich voorstelde. “Via de telex deden we de reserveringen. Telexberichten naar het buitenland werden via ponsbandjes verstuurd. We werden af en toe wel naar reisbestemmingen gestuurd, met het vliegtuig soms in een dag heen en weer bijvoorbeeld naar Tunesië. Zo kwam ik ook in India, Amerika enzovoort. Je kreeg dan wel enige indruk waarover je kon adviseren.”
Via het project Kerken Kijken ging Ingeborg als gids aan de slag. Kerken in de binnenstad zijn al veertig jaar in de zomermaanden dagelijks voor bezoekers opengesteld. Belangstellenden kunnen zo binnenlopen en van een gids uitleg krijgen als ze dat willen. “Zo’n twintig jaar geleden begon ik als gids in de Lutherse Kerk en vertelde bezoekers daar over het gebouw, de achtergrond van de kerk en over de kerkgemeenschap. Het gidsen beviel me zo goed dat ik er verder in wilde. Ik leerde zelf veel van vragen en opmerkingen van de bezoekers. Kon me daardoor beter in hun eigen belevingswereld inleven. Voor mij was de interactie van groot belang. Met elkaar kwam je vaak tot de kern van de vraag waardoor zowel de bezoekers als ikzelf meer inzicht kregen. Toen er een gids gezocht werd in het universiteitsmuseum heb ik me aangemeld en ben daar ook als gids aangesteld.”
Het onderzoeken en bestuderen van de historie van Utrecht en het delen van kennis daarover werd voor Ingeborg een fascinerende belevenis. “Als stadgids van de VVV kon ik me daarin volledig uitleven. Het is vooral niet alleen je eigen verhaal vertellen. Je moet weten waar mensen belangstelling voor hebben en waar ze verbaasd over zijn. Duitse toeristen zijn in Utrecht altijd weer verbaasd over al die bakstenen gebouwen. In hun eigen land is vrijwel alles gepleisterd. Wij hebben hier rivierklei uit de directe omgeving en kunnen dat vanouds eenvoudig verwerken. Ook de straten met alle verkeersstromen door elkaar heen schept verwarring en verbazing. Al die jonge mensen, al die fietsen en vooral al die op straat gestalde fietsen. En ook al die terrassen die overdag en ’s avonds bij mooi weer vol zitten. Utrecht verrast.”
Volgens Ingeborg is Utrecht bezig aan een grote metamorfose. “De sfeer in de stad wordt steeds meer gericht op een prettig en levendig verblijfsklimaat. Het autoverkeer wordt teruggedrongen ten gunste van het langzame verkeer als de fietser en de voetganger. Openbaar vervoer is inmiddels volledig geaccepteerd. Voor fietsen worden nog steeds ondergrondse stallingen gemaakt. Op de grachten is dat wel vaak onduidelijk waar je mag lopen en waar fietsen. Zeker op de Vismarkt is het in het weekend zo druk met voetgangers dat fietsers vaak moeten afstappen. De binnenstad heeft daardoor wel haar historische uitstraling behouden met al dat gefriemel van voetgangers en fietsers door elkaar heen. Zo was het immers ook in vroeger eeuwen. Mensen moeten nu noodgedwongen meer rekening met elkaar houden. In deze tijd van steeds meer opkomen voor het eigenbelang is dat ook wel eens goed.”
Utrecht heeft een schat aan interessante verborgen plekken die ontstaan zijn in de vroege middeleeuwen. Het waren de kerkgebouwen met omliggende immuniteiten en kloosters die de plattegrond van de binnenstad voor een groot deel hebben gevormd. Overdag zijn allerlei binnengebieden toegankelijk, die helemaal niet bekend zijn bij het grote publiek. Zelfs niet bij Utrechters, die denken de stad goed te kennen. Jaarlijks komen er 4 miljoen bezoekers uit eigen land en bijna een miljoen uit het buitenland. De stad inspireert Ingeborg Behari constant tot het zoeken naar achtergronden. Ze wil dat graag delen met belangstellenden. Een wandeling met een Utrechtse stadgids zal een verrassende en onvergetelijke ervaring zijn.
(Dit artikel is eerder gepubliceerd in De Oud-Utrechter en met toestemming van de auteur overgenomen.)