Jansen-interviews - 100 jaar Reddingsbrigade
Gepubliceerd: zaterdag 14 april 2018 07:00
Bij grote evenementen in de stad zijn ze altijd paraat, leden van Reddingsbrigade Utrecht. Vrijwilligers staan dan klaar om te helpen waar nodig. Professioneel opgeleid en waakzaam voor de veiligheid van het publiek. Een gesprek met Ernst Meijer van de PR Commissie.
Interview door Jan Jansen
1918- 2018, een eeuw Utrechtse Reddingsbrigade
In Nederland kan vrijwel iedereen zwemmen. Iedere ouder is ervan overtuigd dat zwemles belangrijk is voor een kind in ons waterrijke land waar grachten en vijvers veel in de woonomgeving voorkomen. Hoe anders was dat honderd jaar geleden.
Kinderrijke gezinnen waar ouders weinig toezicht konden houden op hun kinderen. Het was een tijd dat vele kleintjes door verdrinking om het leven kwamen. Een trauma voor de ouders en een schok in de buurt als zo’n klein hummeltje levenloos in het water gevonden werd. Om drenkelingen te redden en ‘hunner levensgeesten op te wekken’ werd in 1918 de ‘Utrechtse Brigade tot Redding van Drenkelingen’ opgericht. Leden van de Reddingsbrigade moesten vanaf het begin al speciale cursussen volgen. Zeoefenden reddend zwemmen in de ‘Gemeentelijke Zweminrichting aan den Jutphaasenweg’. Na de oorlog werd aan leden een EHBO-cursus gegeven. De cursus was een groot succes. Mede hierdoor groeide het aantal leden tot duizend en moest begin jaren zestig zelfs een ledenstop worden ingevoerd.
Mevrouw Kuijper-Stauffenbeil (88) was lid van 1949- 1962. “Ik gaf de EHBO-cursussen en heb als EHBO’er zelf meerdere prijzen gewonnen. Vele vrijwilligers, waaronder de echtgenote van burgemeester de Ranitz, hebben bij mij het diploma gehaald. Bij reddingsacties zelf ben ik niet betrokken geweest. De reddingsbrigade was in mijn tijd altijd paraat bij de Varsityroeiwedstrijden in het Amsterdam-Rijnkanaal. Gevaarlijk dicht langs de waterkant stond dicht opeengepakt het talrijke publiek waar we goed op moesten letten. Traditie was dat studenten na afloop van de wedstrijd het water insprongen. Dat moesten we natuurlijk laten gaan.”
Ernst Meijer (41) is sinds zijn achtste jaar actief lid van de Reddingsbrigade. Hij zet zich nu in als vaarinstructeur, voor de organisatie van bewakingen en voor de pr. “Na het behalen van de zwemdiploma’s A,B en C kunnen kinderen bij ons verder gaan met reddend zwemmen en nog meer diploma’s halen. Vanaf een jaar of zestien krijg je dan les in hulpverlening met een reddingsboot. We hebben drie langzame boten en een snelle boot, die op allerlei momenten kunnen worden ingezet. We zijn vast aanwezig op 1 januari met de Nieuwjaarsduik op de Haarrijnsplas , bij Koningsdag, Singelzwemmen, Sinterklaasintocht, muziekfestivals enzovoort. Bij grote evenementen als de Tour de France en Koningsdag krijgen we ook ondersteuning van Reddingsbrigades uit de regio. Dat zijn voor ons geweldige evenementen. De Reddingsbrigade richt zich op veiligheid op het water. Bij Koningsdag wordt door onze EHBO-ers hulp verleend als ondersteuning van het Rode Kruis, die zich richt op veiligheid op het land. Als iemand in het water vermist is wordt de Brandweer ingeschakeld met duikteams voor onderzoek onder water. Op deze manier is het hele veiligheidssysteem georganiseerd.”
De Reddingsbrigade is vooral als preventie voor gevaarlijke situaties. De leden zijn goed herkenbaar aan de geel/rode jassen. Ze moeten langs de kant ook zichtbaar zijn vanuit het water. “Tot in de jaren zestig werd in Utrecht nog gezwommen in het Amsterdam Rijnkanaal. Op warme zonnige dagen was het er altijd gezellig druk. Het vaarverkeer was spannend voor de zwemmers, met waaghalzen die ook wel op de schepen klommen om een eind mee te varen. Hoge golfslag langs de kant veroorzaakt door de schepen was ook een attractie. Veel ouderen hebben daar nog positieve herinneringen aan. Maar je kunt je wel voorstellen dat het gevaarlijk was als die zwemmers tussen de snel varende grote schepen. Leden van de Reddingsbrigade hebben toen heel wat zwemmers in benarde posities moeten helpen. Toen er nieuwe zwembaden in Utrecht kwamen werd het kanaalzwemmen verboden. Ook de waterkwaliteit van het Amsterdam Rijnkanaal was eigenlijk niet voor zwemmen geschikt.”
Een ernstig ongeluk staat velen nog bij, het trapincident in 2006 bij een concert in de Oudegracht voor het stadhuis. “De werftrap, die als tribune functioneerde, stortte naar beneden door het gewicht van de toeschouwers. Een man die onder de trap stond raakte dodelijk gewond. Veel toeschouwers die op en onder de trap stonden raakten ernstig gewond. Wij waren daar aanwezig en konden als eerste hulp verlenen. Het was een groot drama en een enorme schok voor iedereen die aanwezig was.’
Er zijn momenteel nog honderdtachtig leden lid van de Reddingsbrigade. “Ze hebben de leeftijd van acht tot vijfenzeventig jaar. In eerste instantie gaat het om reddend zwemmen. Eigen veiligheid van de leden staat voorop. Iemand die dronken in het water is geraakt zal vaak in paniek zijn of zich nauwelijks meer bewegen. Daar moet de redder ook technieken voor in huis hebben. Je kunt iemand dan bijvoorbeeld helpen met een tak. We zijn dan wel vrijwilligers maar moeten altijd professioneel handelen. Het gaat vaak om mensenlevens.”
De Reddingsbrigade is financieel afhankelijk van sponsors. “Onze leden betalen contributie en krijgen een kleine financiële bijdrage voor bewakingsuren. Er is algemeen grote waardering voor het werk van de Reddingsbrigade. Voormalig burgemeester Lien Vos-van Gortel was al beschermvrouwe. Burgemeester Jan van Zanen is beschermheer. De Reddingsbrigade bestaat in 2018 honderd jaar en heeft dit op 21 januari feestelijk gevierd. Leden zijn trots op hun lidmaatschap. Ze vinden de Reddingsbrigade een fantastische vereniging waar onderlinge vriendschappen gepaard gaan met sportieve zwemprestaties en een bijdrage aan een veilige samenleving.”