Op 4 mei legt de 102-jarige Utrechtse Hebe Kohlbrugge namens het voormalig verzet een krans bij het verzetsmonument op het Domplein. Dat doet ze samen met Robin (14) en Michelle (16) Heij, twee achterkleinkinderen van de in 1944 door de Duitsers geëxecuteerde Oranjevrijbuiter Leonardus Cornelis (Leo) Heij. Tijdens de oorlog woont Kohlbrugge in Amsterdam en van daaruit zet ze een illegale verbindingslijn op met Zwitserland die bekend wordt als de Zwitserse Weg. Voor haar verzetswerk krijgt Kohlbrugge na de oorlog een medaille: de bronzen leeuw en in 1954 is het de Amerikaanse overheid die haar de Medal of Freedom uitreikt.

Door Ton van den Berg

Zelf heeft Hebe Kohlbrugge voor herdenken geen speciaal moment nodig. Niet eerder is ze bij de dodenherdenking op het Domplein aanwezig geweest. In haar huiskamer in Utrecht-Oost zegt ze: "Ik kan hier zitten op mijn stoel en naar buiten kijken waar het mooi is, en soms, ineens, komen de beelden terug en een andere keer niet. Ik weet niet of ik op 4 mei speciaal aan het verzet zal denken. Ik geloof het niet."

De 'beelden', dat zijn de herinneringen aan haar verzetswerk tijdens de Tweede Wereldoorlog. Diverse keren smokkelt ze vanuit Amsterdam microfilms met geheime informatie via Zwitserland naar de Nederlandse regering in Londen. Dat gaat goed totdat ze in 1944 bij een controle in een trein wordt gearresteerd omdat haar (valse) persoonsbewijs niet in orde is.

Kohlbrugge kan de Duitsers wijs maken dat ze Rijksduitse is, ze spreekt perfect Duits, en op weg was naar haar verloofde in Zwitserland. Daarmee voorkomt ze dat ze wordt gezien als medewerker van het verzet, de microfilms weet ze tijdens haar aanhouding in de jas van een medepassagier te stoppen, en zo ontloopt ze een zekere executie.

Wel wordt ze tot tien maanden gevangenisstraf veroordeeld. De 'beelden' zijn daarom ook de herinneringen van de 102-jarige aan het beruchte vrouwenkamp Ravensbruck waar ze een taak krijgt als verzorgster en moet meemaken hoe zieke, ondervoede baby's in haar handen sterven. Ondanks alle ellende weet ze zelf, doodziek vanwege tbc en tyfus, met hulp van twee Tsjechische medegevangenen deze hel te overleven en naar Nederland terug te keren.

WANDELING

Zo meteen gaat theologe dr. Hebe Kohlbrugge haar ochtendwandeling doen: een dagelijks rondje over de Maliebaan en het Lepelenburg. Ze heeft haar jas al aan want ze wil geen tijd verliezen en ze is precies van de klok en van de regelmaat. Ze is klein van stuk, maakt een kordate indruk. Ze is 102 en woont nog steeds zelfstandig, een groenteboer komt een kistje met groenten en fruit brengen. "Even afrekenen", zegt ze.

Als ze weer op de bank heeft plaatsgenomen vraagt ze naar de details van het kransleggen op 4 mei op het Domplein. Waar moet ze zich melden, waar moet ze zitten en hoe gaat het dan verder.

Weet ze al waar ze aan zal denken als ze de krans legt? "Nee, natuurlijk niet", reageert ze een beetje verongelijkt. "Ik weet nu nog niet wat voor gedachten ik heb op 4 mei. U wel?"

Het wordt de eerste keer dat de vrouw die nog voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog geboren is op de Nieuwegracht in Utrecht en die op 20 april 1936 in Berlijn de dan jarige Hitler ziet langsmarcheren, bij de 4 mei-herdenking op het Domplein aanwezig is. Dat wekt de indruk dat ze het niet belangrijk vindt, maar integendeel: "Er moet herdacht worden. Zoveel mogelijk. Ik heb 4 mei niet nodig om te weten dat we niet geschiedenisloos mogen leven als waren we een soort losse atomen. Wij zijn verbonden met in de eerste plaats Utrecht, waar we wonen, en in de tweede plaats Nederland, ons land, en in de derde plaats met Europa, want daarmee zijn we ook verbonden. Die verbondenheid vraagt van ons een permanente belangstelling voor wat er in het verleden is geweest in Utrecht, in Nederland en in Europa als geheel."

Ze is somber als het gaat over de lessen van de geschiedenis. "Er is nog maar weinig belangstelling voor wat we kunnen leren van het verleden. Als ik gevraagd word voor een spreekbeurt en ik wil over Oost-Europa vertellen, dan zeggen de mensen: 'Dat interesseert ons niet' en als je tegen de mensen zegt: 'Wat hebben de Polen in de oorlog voor schitterend verzet gehad', dan zeggen ze vragend: 'De Polen? De Polen?'."

Haar stem klinkt verontwaardigd en een beetje boos. "Weet u dat er in Polen een schitterend verzet geweest is tegen de nazi's, daar kunnen wij 'U' tegen zeggen; daar was ons eigen verzet in de oorlog maar zeer bescheiden bij. Maar de mensen interesseren zich niet meer voor Oost-Europa en dat is jammer. Ik weet niet hoe dat komt, die desinteresse. We leven tegenwoordig steeds meer zonder geschiedenis, zonder het weten van het verleden en dus weten we ook de toekomst niet."

Die toekomst, ze wil er toch iets over zeggen, ziet er volgens de theologe niet rooskleurig uit. "Met Oekraïne is het moeilijk, met Erdogan is het moeilijk, met het hele Midden-Oosten is het moeilijk, waar gaat dat allemaal heen, ik weet het niet maar ik maak me er wel zorgen over. Oorlog lijkt zo onvermijdelijk. En als er een wereldoorlog komt kun je je dat niet voorstellen, dat wordt heel anders dan de oorlog die we gehad hebben, illegaliteit zoals we dat kenden zie ik dan niet meer mogelijk. Misschien is er een andere illegaliteit dan, weet ik niet, en of ik daar dan aan mee zal doen, dat weet ik ook niet."

Kunnen we een oorlog voorkomen? Kohlbrugge antwoordt met opgewonden stem: "We leven alsof er nooit iets gebeurt, de grote doorsnee van het volk van Nederland leeft hup-hup. Die mensen denken niet over hun toekomst en of het moeilijk wordt. Weet u, het draait bij iedereen op een walgelijke manier om maar één ding: geld hebben. We zijn geen leuk volk meer. Kranten hebben het alleen maar over fraude en belastingontduiking. Ze zouden ons veel beter moeten uitleggen wat er aan de hand is in het Midden-Oosten of Oekraïne. Dat doen ze niet. Ik weet niets meer van Oekraïne. Ik moest wel gaan stemmen, maar ik heb het bewust niet gedaan, wat zou ik hebben moeten stemmen. Weet u wat er in Oekraïne aan de hand was? U stemde omdat in uw buurt iemand zei 'je moet maar ja' of 'je moet maar nee zeggen'. Quatsch. Dat hele referendum was toch een troep dat was toch geen historisch nadenken. Een referendum zou je alleen voor een noodgeval moeten gebruiken maar niet voor iets wat ik toch niet beoordelen kan. Vroeger waren kranten veel beter, maar tegenwoordig is dat zowel bij NRC als Trouw een verzameling verhaaltjes en geen stevige artikelen meer, dat is zeer spijtig. Er is geen goede geschiedenisbeschrijving meer."

Kohlbrugge staart naar buiten, naar haar tuin. Even is het stil en dan zegt ze: "Tijd voor de ochtendwandeling, gaat u mee naar buiten..."

(Interview met dank aan Utrechts Comité 4 mei-Herdenking en C. Chambone)