Een week van kransleggingen
Gepubliceerd: zaterdag 9 mei 2015 17:34
70 jaar bevrijding is in Utrecht uitgebreid gevierd en herdacht. Bijna een week lang waren er activiteiten in diverse delen van de stad. Het begon al op zaterdag 2 mei met de (jaarlijkse) kranslegging op Fort De Bilt ter nagedachtenis aan de talloze verzetsstrijders die daar zijn gefusilleerd.
Burgemeester Jan van Zanen legt een krans namens de gemeente en vanaf die avond is hij er elke dag bij tot en met donderdagavond 7 mei bij de kranslegging in park Hogeland bij het Polar Bears-beeld.
Op zondag 3 mei is de Culturele Zondag helemaal gewijd aan het thema Tweede Wereldoorlog in Utrecht. Een verslag daarvan: klikhier.
Op maandag 4 mei is het een drukke dag voor de burgemeester die samen met voorzitter Jesper Rijpma (en enkele andere leden) van het Utrechts-Comité 4 mei - Herdenking, diverse monumenten in de stad afgaat om daar kransen en bloemen te leggen.
Deze traditie om een keer in de vijf jaar uitgebreid stil te staan bij de diverse herdenkingen in de stad (naast de reguliere op het Domplein en in de wijken) begint om half tien in de ochtend in Transwijk. Het verzetsmonument daar is uitgebreid met een granieten lint met daarop de namen van verzetshelden en de activiteiten waarbij ze betrokken waren.
Van Zanen mag de granieten banden onthullen samen met initiatiefnemer Boudewijn Oremus en de 92-jarige Friese oud-verzetsstrijdster An van den Boomgaard, die tegenwoordig in Transwijk woont.
De volgende krans is voor koningin Wilhelmina. Een klus waar Van Zanen naar had uitgekeken omdat hij al zo vaak langs het beeld is gekomen en daar nu dus even stil bij kan staan. Bij dit beeld, gemaakt door beeldhouwer Andriessen (die ook de Amsterdamse Dokwerker maakte), breekt de zon door.
Lopend naar het volgende monument bij de Prinses Marijkelaan, een grote steen en kleine plaquette met daarop de namen van de omgekomen leden van de Binnenlandse Strijdkrachten die op de Utrechtse Bevrijdingsdag, 7 mei 1945, omkwamen bij een schietpartij bij het Rosarium. Onder het oog van nabestaanden van de 10 omgekomen mannen leggen Van Zanen en Rijpma een krans.
Opnieuw kan het gezelschap weer lopend verder naar de Rooms-katholieke begraafplaats St. Barbara waar op het Erehof vijftig slachtoffers, soldaten en verzetsmensen, van de oorlog begraven liggen. De herdenking daar is onder leiding van buurtbewoner en oud-schoolhoofd Thomas Dres uitgegroeid naar een indrukwekkende herdenking waar kransen worden gelegd door het Aartsbisdom Utrecht, de Nederlandse Oorlogsgravenstichting, de Bond van Wapenbroeders en de gemeente Utrecht.
Het is voor Dres de laatste keer dat hij de bijeenkomst organiseerde in samenwerking met een comité. Hij presenteerde nog een speciaal door hem gemaakt boek met verhalen over de 50 slachtoffers.
Op naar het Moreelsepark waar om 13.00 uur kransen worden gelegd bij het monument voor de tussen 1940 en 1945 gevallen spoorwegmensen. Nog een tweede krans is er voor een kleinere plaquette in het gebouw De Inktpot zelf waarop de namen van de Utrechtse spoorwegmensen zijn vermeld. Die krans wordt door Van Zanen in samenwerking met Pro-Rail-president-directeur Eringa gelegd.
De volgende stop is de 3e Algemenen Begraafplaats Tolsteeg waar twee verzetsmonumenten zijn: het Eregraf en Monument Oranje Vrijbuiters (waar 18 leden van deze verzetsgroep begraven liggen die op 29 februari 1944 op de Waalsdorpervlakte zijn gefusilleerd) en het monument van de Binnenlandse Strijdkrachten (waar de slachtoffers van onder meer het schietincident op 7 mei 1945 begraven liggen).
Een van de 7 mei-slachtoffers was Paul van den Hurk, zijn zoon Paul staat er nu bij het graf om er bloemen te leggen. "Kent u het verhaal?", vraagt hij verlegen aan de burgemeester. "Ik geloof dat ik het ken", is de reactie, "Maar vertelt u het gerust, ik wil het graag van u horen."
Een krans is er ook voor het Korea Monument op de 1e Algemene Begraafplaats Soestbergen dat in 2004 werd onthuld als eerbetoon aan de vijf Utrechters die in de Koreaoorlog (1950-1953) omkwamen. Bij het monument staat een urn met aarde van de grond waarin de vijf in Zuid-Korea begraven liggen.
Rond drie uur arriveert burgemeester Van Zanen en zijn gevolg bij het voormalige Centraal Israëlitisch Weeshuis waar nu de stichting Merkaz is gevestigd en waar een Joodse synagoge is. Op het plein achter het pand aan de Nieuwegracht vindt een bijeenkomst plaats met Hebreeuwse zang en het voorlezen van teksten. Daarna legt de burgemeester met Rijpma een krans bij het kunstwerk voorstellend een spelend kind dat herinnert aan de dag in oktober 1942 toen tientallen joodse weeskinderen door de Duitsers werden afgevoerd.
De volgende halte is in het Academiegebouw van de Universiteit Utrecht waar in de hal van de aula een monument is met de tientallen namen van studenten en medewerkers van de universiteit die zijn omgekomen in de oorlog. De bijeenkomst wordt bijgewoond door meer dan tweehonderd studenten van vooral studentenverenigingen.
De laatste stop die wordt aangedaan is de Joodse begraafplaats aan het Zandpad waar in een hoekje tussen wat bosschages een monument staat ter nagedachtenis aan de tussen 1942 en 1943 meer dan 1000 uit Utrecht gedeporteerde joodse inwoners.
Even is er tijd om wat te eten en dan is er alweer de volgende klus, de jaarlijkse kranslegging op het Domplein met vooraf een stille tocht vanaf de Pieterskerk. Bijna 4000 mensen bezoeken de bijeenkomst waar Van Zanen nog een link legt met die jaren dat op hetzelfde Domplein de hakken van de SS te horen waren (voor de hele toespraak, klikhier).
De herdenking wordt afgesloten met een concert in een bomvolle Domkerk waar Eefje de Visser en Het Orkest van Utrecht een ingetogen oorlogsverhaal, vertelt door Admiraal Oostenbroek, tot leven brengen met muziek.
Als daarna, in een zaaltje in het Academiegebouw, vertrekkend penningmeester Derk Tholen een stadsspeld krijgt voor zijn jarenlange inzet in het Utrechts Comité 4 mei-Herdenking, zit het erop voor Van Zanen en de ploeg. Het is na 22.00 uur, iedereen gaat naar huis. Morgen is het weer vroeg op voor het Bevrijdingsfestival en op donderdag is er de Polar Bears-herdenking. Daar wordt, in bijzijn van een van de laatste Polar Bearsoldaten, de 92-jarige Joe Hoadley, ook een krans gelegd. Het is de laatste.