Henny van den Nagel (75) is oprichtster van Huize Agnes. Ze zet zich met de stichting Agnes van Leeuwenberch in voor de groep vrouwen die te kwetsbaar is om in Utrecht op straat of in de dakopvang te leven.

Interview door Jan Jansen

-

Huize Agnes biedt tijdelijk onderdak aan vrouwen en hun kinderen, die hun land moesten ontvluchten vanwege onderdrukking en die zonder geldige verblijfspapieren in Nederland zijn. Huize Agnes is in Utrecht een veilige plek, waar ze zeker een half jaar mogen wonen en zich geen zorgen hoeven te maken over de volgende maaltijd of slaapplaats voor de nacht.

Om vrouwen perspectief te bieden wordt door de stichting contacten gelegd met instanties die hen kunnen helpen met een verblijfstatus of de terugkeer naar hun land van herkomst. Er is geen overheidssteun. De stichting steunt volledig op vrijwilligers en op giften.

-

Henny van den Nagel was werkzaam als verpleegkundige in de thuisgezondheidszorg van het Groene Kruis. Ze is van jongs af aan al begaan met het lot van kwetsbare vrouwen. “Als je als vrijwilliger ergens aan begint weet je nooit wanneer het ophoudt,” vertelt ze.

“In 1970 ben ik me bij het JAC gaan inzetten voor jongeren die van huis waren weggelopen. Dat heb ik vele jaren gedaan. Soms gebeurt er gewoon iets op straat. Ik praatte eens met een bedelende en verwaarloosde jonge vrouw. Ze bleek schizofreen te zijn. Ben me voor haar gaan inspannen om een uitkering te krijgen en goede huisvesting. Uiteindelijk moest ik zelf al haar geld beheren en werd ik noodgedwongen haar bewindvoerder. Een bedankje kon er nooit vanaf. Toen ze uiteindelijk, na zo’n 20 jaar, haar zaakjes een beetje op orde kreeg pleegde ze zelfmoord.”

Henny moest als alleenstaande vrouw en moeder van een dochter hard nadenken wat te doen na haar pensionering in 2006. Ik wilde iets voor mensen blijven betekenen.

“Mijn eerste gedachte was ontwikkelingshulp via verpleging in Afrika. Dat werd me door mijn dochter sterk afgeraden. Bovendien kondigde zich die periode een kleinkind aan. Je hoeft het eigenlijk helemaal niet ver weg te zoeken. In mijn eigen omgeving, op straat in Utrecht, zag je eigenlijk al zoveel wanhopige en eenzame mensen dat ik me daarvoor wilde gaan inzetten. Vooral jonge vrouwen uit Afrika zijn weerloos in onze maatschappij. Ze komen met al hun trauma’s vaak gedwongen in de prostitutie terecht.

De meesten moesten in Afrika hun huis ontvluchten omdat ze tegen hun zin werden uitgehuwelijkt of  mishandeld. Stel je voor een meisje van veertien jaar, een kind nog, dat nooit uit haar Afrikaanse dorp geweest is. Via een mensenhandelaar wordt ze alleen op het vliegtuig gezet naar Nederland. Haar paspoort is afgenomen waardoor ze zich niet kan identificeren. Je kunt dan niet aantonen dat je uit een gevaarlijk land komt. Ze wordt gewoon achtergelaten of gedwongen via prostitutie die handelaar terug te betalen. Organisaties als Vluchtelingenwerk en dergelijke zoeken dan huisvesting voor zo’n kind. Verschrikkelijk schrijnende gevallen. Daarvoor wilde ik in Utrecht een tehuis beginnen en richtte ik de Stichting Agnes van Leeuwenberch op.”

Henny van den Nagel. Foto: J. Jansen

Een geschikt pand in Utrecht vinden was een enorme opgave. Zeker in 2006 op het hoogtepunt van de huizengekte. “Uiteindelijk lukte het om per 1 september 2006 een groot pand te huren. Ik kreeg een geweldige steun van de Stichting Emmaus Leidsche Rijn die de voor de volledige inrichting zorgde. Via vaste donateurs en fondsen kan onze stichting de nodige middelen bijeen halen.

Zo’n 25 vaste vrijwilligers doen klussen, administratie, website e.d. Inmiddels hebben we 3 panden in de stad en bieden we veilige huisvesting aan 21 vrouwen en 13 kinderen. De vrouwen zelf maken het eten klaar en houden het huis schoon. We geven ze Nederlandse les en helpen ze met het contact leggen naar voor hen belangrijke organisaties.”

Henny van den Nagel is eindverantwoordelijk voor de hele organisatie. “Ik ben directeur, bestuurder, vrijwilliger, manusje van alles en moet altijd zelf inspringen als er niet voldoende vrijwilligers zijn. In het weekend ben ik er zo wie zo. Mentale hulp voor de getraumeerde vrouwen is essentieel.

We hebben hier een meisje uit het oorlogsgebied in Congo. Ze werd aangevallen door zowel Congolezen als Angolezen. Haar vader werd voor haar ogen vermoord, haar gehandicapte zusje verkracht en ontvoerd. Zelf is ze ontsnapt en via een pater bij ons terechtgekomen. Na drie jaar kon ze bij ons als door een wonder herenigd worden met haar gehandicapte zusje.”

De traumatische achtergronden en onopgeloste problemen van de vrouwen zijn vaak de oorzaak van spanningen binnen Huize Agnes. “Nooit zijn er ruzies door het geloof tussen moslims en christenen. Het dicht op elkaar leven van vrouwen met verschillende culturele achtergronden is soms de oorzaak van onbegrip en spanning.

Daarom ben ik zo blij met de kinderen. Die zijn altijd vrolijk en ontspannen. Ook al zijn ze soms klierig, ze zijn zonder wrok. Maar je kunt het je wel voorstellen dat het een heel zware verantwoordelijkheid is. Het is ook wel heel veel werk voor mij als 75 jarige met de drie huizen. Financieel leven we voortdurend op de rand van de afgrond.”

Over maatschappelijke waardering heeft Huize Agnes niet te klagen. De ChristenUnie is een trouwe supporter met financiële bijdragen. In 2011 werd de Utrechtse Vrijwilligersprijs uitgereikt en in 2103 de Tolerantieprijs van de gemeente Utrecht. Dat jaar ook de Paul van Vliet-award van UNICEF en begin dit jaar de Gouden Medaille 2014.

Burgemeester Jan van Zanen toonde zich bij zijn kennismakingsbezoek erg onder de indruk. Henny van den Nagel heeft zich na haar pensionering op een bewonderenswaardige manier ingezet en een grote organisatie opgebouwd, geheel gebaseerd op vrijwilligerswerk, waar veel Afrikaanse vrouwen en kinderen geholpen worden eindelijk een menswaardig bestaan op te bouwen. Henny van den Nagel: “Soms wordt de constante druk en het vele werk me teveel maar als ik de lach van de kinderen zie krijg ik altijd weer veel energie.”

De naamgeefster van Huize Agnes is de vermogende Utrechtse Agnes van Leeuwenberch. Zij stierf in 1562 en heeft in haar testament al haar geld bestemd ‘tot alimentatie, nooddruft ende onderhoud van arme mensen, die geen onderdak hebben, ziek, krank, ongevallig, bedvast ende die zonder hulp van aalmoezen niet kunnen leven’.

In 1567 werd uit haar nalatenschap het gasthuis Leeuwenberch aan het Servaasbolwerk geopend. Het gebouw is de laatste jaren gebruikt als tijdelijke muziekzaal voor TivoliVredenburg.

(Dit is een artikel uit De Oud-Utrechter van 22 juli 2014)