Een hobby als passie en levensvervulling
Gepubliceerd: zaterdag 4 april 2015 07:00
Interview door Jan Jansen - Cees Achterberg (79) heeft hobby’s als tekenen en houtsnijden. Hij beleeft die met passie. In zijn appartement in Zuilen is dat goed te zien. Overal hangen portrettekeningen en fraai houtsnijwerk.
Kort geleden heeft hij op verzoek van het Museum van Zuilen het beeld afgerond van de oud-profwielrenner Michel Stolker. Die is op ware grootte in hout afgebeeld naast zijn racefiets.
Al zo’n zeventig jaar gaat Achterberg in zijn hobby’s op. “Toen ik een jaar of negen was moest ik elke dag op mijn moeder passen die bedlegerig was. Ik kreeg, om toch wat te doen te hebben, een figuurzaagje van mijn opa. Naast het bed van mijn moeder plakte ik ansichtkaarten op een houten plankje en zaagde daar de boerderijen uit en allerlei andere figuren. Die zette ik dan op een voetstukje. Zo kreeg ik belangstelling voor houtbewerking en wilde daar wel mee verder als beroep. Ook ging ik met mijn opa mee, die koperslager was, naar klanten die erfstukken wilde laten repareren. Hij bracht me de fijne kneepjes van het metaalbewerken bij en liet me poetsen en polijsten. “
Elke dag is Cees Achterberg zeker drie uur bezig met houtsnijden. “Ik maak altijd een uitgebreide studie van de menselijke motoriek. Ik wil een houten beeld in allerlei standen kunnen neerzetten. Het is niet een eenvoudig om dat zo levensecht mogelijk met scharnieren in hout uit te werken. Om een beeld ook met de benen over elkaar te laten zitten kostte me vele hoofdbrekens. Dagen en ook nachtenlang heb ik over de constructie van de scharnieren gepiekerd . Als een beeld helemaal klaar is geeft dat een bijzonder trots gevoel. Ik ben er dan zeker een half jaar heel intensief mee bezig geweest.”
Inmiddels staan er vijf houten beelden van Cees Achterberg in het Museum van Zuilen. De eerste was pastoor Albach. “Wim van Scharenburg de oprichter en eigenaar van het museum kende mijn werk en vroeg me zeven jaar geleden een houten beeld van deze bekende Zuilense pastoor te maken. Later kwamen daarbij burgemeester Norbruis, directeur van Werkspoor ir. J. van Zwet, wielrenner Michel Stolker en van mezelf heb ik ook een beeld gemaakt voor het museum. Voor de kerk maak ik houten kruisjes waar de namen van overledenen in uitgesneden worden. Ik heb er zeker tweehonderd gemaakt. Elke keer doet me dat wat want er zit altijd een leven achter. Bij een overleden kind vind ik dat erg moeilijk.”
Achterberg heeft bij Werkspoor gewerkt als modellenmaker. “Houten modellen werden gebruikt als mal voor gietijzeren treinonderdelen. Het was een prima leerproces als oudere collega’s je uitdaagden om ingewikkelde vormen te maken waar ze zelf niet meer toe instaat waren. Er was over en weer waardering voor elkaars kwaliteiten, een echte collegiale sfeer. Dat is in de huidige tijd jammer genoeg minder vanzelfsprekend. Later heb ik achttien jaar gewerkt bij Van der laan, een particuliere modellenbouwer die opdrachten uitvoerde voor Demka, Werkspoor en allerlei andere bedrijven. Ik werkte veel over in die tijd. Voor het modellenmaken als hobby was ik op de weekenden aangewezen. In mijn schuurtje maakte ik het grove werk. Afwerken gebeurde in de woonkamer. Kinderen op straat konden mijn vorderingen door de ramen bekijken. Mijn vrouw stimuleerde me altijd. Als ik het even niet zag zitten en daarvan gestrest raakte kon ze me op een liefdevolle manier rustig krijgen.”
Negentien jaar geleden is Cees zijn vrouw na een zwaar ziekbed aan kanker overleden. “Ze was zesenvijftig jaar. Ik was verschrikkelijk verdrietig, ben sindsdien alleen en voel het nu ook nog elke dag. Ze was mijn grote steun en toeverlaat. In alles hielp ze me, was er altijd voor onze zoon. Nooit hadden we spanningen. Het houtsnijden en tekenen als hobby heeft er wel toe bijgedragen dat ik het verlies beter heb kunnen verwerken en weer goed ben gaan functioneren. Je moet je voor deze hobby helemaal kunnen concentreren. ’s Morgens vroeg sta ik met goede moed op en zorg dat ik zinvol bezig ben. Ook mijn lichamelijke conditie vind ik belangrijk. Elke middag ga ik daarom minimaal drie uur wandelen. Mijn vrouw zou trots op me zijn als ze zou zien hoe het nu met me gaat.”
Ook lezen doet hij graag. Vooral De Oud Utrechter is de krant waar Cees Achterberg naar eigen zeggen altijd weer naar uitkijkt. “Door het lezen van al die verhalen over het verleden zie ik mijn eigen kindertijd en jeugd weer helder voor me. Veel gebeurtenissen die in die krant beschreven worden raken me omdat ze zo herkenbaar zijn. Tijdens het lezen kan ik daar helemaal in opgaan en voel dan aan den lijve de sfeer zoals ik die ook beleefd heb. Met voldoening kijk ik zelf op mijn leven terug. Ik heb het geluk gehad over een positieve levensinstelling te beschikken. Bij mijn kleinkinderen zie ik belangstelling voor de dingen die ik doe. Zoals ik door mijn opa met vakmanschap en levenslessen gestimuleerd ben hoop ik die ook op mijn kleinkinderen over te dragen.”
Succesvol oud worden is alles uit je gezondheid halen dat je op een bepaalde leeftijd kunt bereiken. Dat geldt ook voor mensen met beperkingen want daar wordt iedereen op hogere leeftijd mee geconfronteerd. Ouderen die daarin slagen waarderen tot op hoge leeftijd hun leven met een 8 blijkt uit onderzoek. Dat betekent dat ze goed kunnen omgaan met tegenslag, ziekte en gebrek. Mensen die van een rolstoel afhankelijk worden leren over het algemeen toch weer een nieuw bestaan op te bouwen. Belangrijk is je beperking te accepteren en de regie over het eigen leven te behouden.
(Dit interview is met toestemming van de auteur overgenomen uit De Oud-Utrechter 30 maart 2015.)