Ambtelijk vervolg zwakke punt van wijkspreekuur
Gepubliceerd: maandag 12 oktober 2015 07:00
Door Louis Engelman
In Utrecht-West zet een bewoner een zak lachgas-ampullen bij de wethouder op tafel. De resten van deze nieuwe ‘partydrug’ worden overal op straat in Lombok aangetroffen. Op het wijkbureau Overvecht wordt aandacht gevraagd voor de situatie van de Somalische gemeenschap. En hoog in het nieuwe Stadskantoor lichten twee ondernemers hun plannen toe voor een eigentijds businesscentrum in de binnenstad. Op de wijkspreekuren van de wethouders passeert een grote variatie aan onderwerpen die de Utrechtse burgers bezig houden.
Volgens GroenLinks-wethouder Margriet Jongerius (met wijkgericht werken in haar welzijnsportefeuille) is dat precies de bedoeling. ‘Het brengt de burger dichter bij het bestuur’, vindt ze. ‘Bewoners kunnen persoonlijk komen aangeven waar in hun buurt behoefte aan bestaat. Zij zijn tenslotte de eersten die kunnen signaleren wat er speelt.’
Wolvenplein
En dat is exact wat vijf bewoonsters van de Molenstraat op het Stadskantoor bij wethouder Kees Geldof komen doen. Zij spreken tegenover hem hun zorg uit over de verkeersoverlast in hun straat. Die is na de bestemmingswijziging van het Huis van Bewaring aan het Wolvenplein fors toegenomen.
‘Maar we hebben vooral last’, vertelt Elaine Vis, ‘van de enorme vrachtwagens die bij drukkerij Libertas moeten zijn. Die kolossen zijn totaal niet geschikt voor het middeleeuwse stratenplan van onze buurt.’ De vrouwen hopen vurig dat de wethouder in die situatie verandering kan brengen.
In lang niet alle gevallen is dat mogelijk, vertelt wethouder Lot van Hooijdonk na afloop van haar maandelijkse wijkspreekuur voor Utrecht-West in het pand van de voormalige Cereolfabriek. ‘Soms moet je uitleggen dat wat iemand wil gewoon niet kan. En dat is dan natuurlijk niet bevredigend.’
Toch ervaart Van Hooijdonk het spreekuur als positief. ‘Het is laagdrempelig en je hebt rechtstreeks contact met buurtbewoners. En vaak kan je in bepaalde kwesties net dat extra duwtje geven richting het ambtelijk apparaat waardoor de zaak weer vlot wordt getrokken.’
‘Wishing Well West’
Op zo’n goede afloop hopen ook enkele vertegenwoordigers van ‘Wishing Well West’. Zij kwamen bij Lot een vergoeding bepleiten voor de twintig vrijwilligers die een project voor de jeugd in het buurtcentrum aan de Van Heutszstraat draaiende houden. 'We vangen daar elke week vijftig kinderen op’, aldus Else Huisman. ‘Maar voor de materialen en telefoonkosten krijgen we niets vergoed. Wij hopen dat de wethouder daar iets aan kan veranderen.’
Een vergelijkbaar verzoek legde directeur John van Batenburg van basisschool De Piramide in Zuilen bij Margriet Jongerius op tafel in het wijkbureau aan de Amsterdamsestraatweg. De school wil samen met de organisatie ‘Beweeg Wijs’ op haar net vernieuwde plein een begeleidingstraject opzetten voor mensen uit de buurt die langdurig een uitkering hebben. Zij moeten de kinderen gaan assisteren bij sport en spel.
Batenburg: 'We wilden via de wethouder vooral in gesprek zien te komen met die gemeentelijke afdeling die daar actie in kan ondernemen. Is er ergens een ‘match’ te vinden?’
Margriet Jongerius is blij met dergelijke maatschappelijke initiatieven. ‘Dat type zelfredzaamheid vind ik bijzonder’, zegt ze. De wethouder heeft er inmiddels via de wijkregisseur voor gezorgd dat John van Batenburg binnenkort een gesprek heeft met een ambtenaar van de Dienst Werk en Inkomen. De schooldirecteur: ‘Met zo’n concrete uitkomst ben ik heel tevreden.’
Dichter bij bestuur
Het wijkspreekuur kwam vijftien jaar geleden uit de koker van de politieke partij Leefbaar Utrecht. Het werd in 2001 ingevoerd als één van de instrumenten van ‘het wijkgericht werken’ dat de burgers dichter bij het bestuur moest brengen. Uit een evaluatie, een jaar later, bleek dat de meeste bezoekers er wel tevreden over waren. De wethouders hadden een luisterend oor voor ze. Maar minder te spreken waren ze over de afhandeling van hun probleem. Ook was toen nog niet voldoende helder voor welk soort vragen het spreekuur bestemd was.
Margriet Jongerius is daar nu duidelijk over. Persoonlijke problemen moeten elders worden aangekaart. ‘Wij zijn geen hulpverleners. Dus als een rolstoel niet goed werkt, dan is dat geen zaak voor het spreekuur.’
Ambtelijk vervolg
Wel blijft het ambtelijke vervolg op de verzoeken die het wijkspreekuur bereiken nog een punt van zorg. Uit onderzoeken in 2011 en 2013 valt te concluderen dat bijna een derde (29%) van de burgers die zich hebben gemeld ontevreden is over de latere afhandeling. De helft (48%) is positief over het wijkspreekuur en 23% geeft een neutraal oordeel.
De pijn zit ‘m dus vooral in de ambtelijke reactiesnelheid. Ook directeuren Bert Franse en Michiel Morks van IGLUU, een organisatie die businesscentra opzet, weten bijna drie weken na hun gesprek met wethouder Kees Geldof nog niet waar ze aan toe zijn.
De twee hebben plannen om in de Utrechtse binnenstad een nieuwe werkplek voor zzp'ers te creëren. De vestiging aan het Jansdam is met 300 vierkante meter uit z’n jasje gegroeid.
Franse: ‘We hebben zeker 3000 vierkante meter nodig.’
Aan Geldof hebben ze gevraagd mee te denken over de mogelijkheid een bestaand pand in de binnenstad tot businesscentrum om te bouwen. Het spreekuur leek hen de juiste plek om snel tot een oplossing te kunnen komen. ‘Want de wethouder kan het speelveld beter overzien dan een individuele ambtenaar’, stelt Franse.
Sterkste punt
Deze persoonlijke benadering is volgens de wijkraadvoorzitters Fred Dekkers van Utrecht-West en Maikel Looys van Utrecht-Oost inderdaad het sterkste punt van het wijkspreekuur. Looys: ‘Het is een goed systeem en het werkt goed voor de burgers. Ik hoor er geen klachten over.’
Dekkers voegt daaraan toe dat de wethouders los van allerlei formele besluitvormingsprocessen veel te horen krijgen over wat er in ‘hun wijk’ speelt. ‘Belangrijke kwesties zoals het woningsplitsen, de verkeersveiligheid en de onvrede over een slechte busverbinding met het centrum zijn via het wijkspreekuur op de agenda gezet.’
Lot van Hooijdonk beaamt dat. ‘De mensen worden rechtstreeks gehoord en wij kunnen het pad vaak voor ze effenen.’ De wethouder was overigens blij dat ze na afloop van haar spreekuur de zware zak met lachgas-ampullen niet mee naar huis hoefde te nemen. Een vrijwilliger van het buurtcentrum vond de metalen patronen wel grappig. ‘Daar kunnen we best wat creatiefs mee doen.’