Afscheid van kaarsenmaker Ruud Snel
Gepubliceerd: zaterdag 5 maart 2016 17:19
Door Ton van den Berg - Het regende, sneeuwde soms zelfs een beetje, en het was vrieskoud. Ruud Snel zou gelachen hebben dat zoveel, tientallen, mensen achter hem aan zouden hebben gesjokt van de Donkerstraat naar de Domkerk. Onder die toren door waar hij nog eens, op z'n knieën en ellebogen, naar boven was gekropen.
Vrijdag werd Snel begraven, 67 jaar oud. In het huisje en winkel vol met z'n kaarsen lag hij opgebaard zodat vrienden en familie hem nog een keer konden zien. Z'n lichaam ging niet in een kist, Snel had uitdrukkelijk bezworen dat hij niet 'gekist' mocht worden. Daarom lag hij nu in een mooi wit doek en daar bovenop ontstond een kleine zee aan bloemen.
Z'n lichaam en z'n hart was op, had hij enkele weken terug tegen Maarten Venderbosch van het AD/UN gezegd in een interview dat hij zelf had geregisseerd. De lichamelijk gehandicapte Snel wist hoe hij de media moest bereiken om iets gedaan te krijgen. En hij wist dat als je een drol op de deurmat van burgemeester De Ranitz legde het probleem van dat ouderwets droogcloset in z'n huisje aan de Donkerstraat subiet werd geregeld. Vanaf de jaren zestig hebben alle burgemeesters en vele wethouders op een of andere manier wel eens met Snel te maken gehad. Al was het alleen al die grote kilo's wegende kaars.
De drol-anekdote van tientallen jaren terug was er een van vele die voorbij kwam tijdens de herdenkingsdienst in de Domkerk. Even daarvoor was Snel nog op een speciale rijwielkar onder de Domtoren gereden waar even halt werd gehouden zodat de klokken voor de overleden kaarsenmaker konden worden geluid.
Die Domtoren was voor de kaarsenmaker zoveel waard geweest. Hij bedacht de Domtoren van was en die werd een begrip, en daarmee werd Snel in feite ook ambassadeur van Utrecht, vertelde burgemeester Van Zanen in zijn toespraak. In 2009 kreeg hij voor die promotie van de stad al een stadspenning.
Na afloop van de herdenking werd Snel overgebracht naar de begraafplaats St. Barbara waar hij een plek kreeg in het graf van zijn moeder die in 1949, kort na zijn geboorte, overleed.