Afscheid stedenband Utrecht en León
Gepubliceerd: maandag 21 maart 2016 13:51
Geen tranen, wel weemoed bij de opheffing van de stichting Vriendschapsband Utrecht-León. 'Aan 33 jaar dromen en gemeenschappelijke strijd voor meer sociale en internationale gerechtigheid', staat op de folder van de slotbijeenkomst van de stichting en de gemeente vorige week in het Stadskantoor.
Aan de officiële stedenband tussen de gemeente Utrecht en León was vorig jaar al een einde gekomen. 'Niet meer van deze tijd' oordeelde de gemeenteraad over zo'n exclusieve stedenband. Vanaf nu worden particuliere en gemeentelijke initiatieven op het gebied van eerlijke handel, duurzaamheid en mensenrechten gebundeld in Utrecht voor Global Goals. Daarin gaat de gemeente nog wel door met het project van een klimaat- en productiebos in León dat door de nieuwe werkgroep Utrecht-León gecombineerd wordt met voorlichting en sponsoring van de aanleg van een bos bij Haarzuilens.
Maar voor de stichting komt er een eind aan de vriendschapsband met León. Tijden veranderen, ziet ook Vleugel bij het vele grijs onder de tientallen oud-vrijwilligers en oud-ambtenaren die afkomen op de slotbijeenkomst. "Het is al jaren steeds moeilijker vrijwilligers, maatschappelijke organisaties en bedrijven te vinden en te binden voor projecten in León. Ook de animo voor stages in León en donaties voor projecten lopen al jaren sterk terug."
Samen met het stopzetten van de officiële stedenband, redenen genoeg voor het bestuur om er ook mee op te houden, aldus de voorzitter die 33 jaar geleden met veel passie vond dat het waard was om solidariteit te tonen met Nicaragua, een arm land waar inwoners én bestuurders vochten voor betere sociale omstandigheden.
"Met een groep mensen waaronder de helaas overleden Marja van de Werf bezocht ik in 1983 in Utrecht buurthuizen, vrouwengroepen én de fracties van de gemeenteraad. Er was veel steun voor het idee van een stedenband. We kozen voor Nicaragua’s tweede stad en legden onaangekondigd het eerste contact met de burgemeester en vanaf dat moment hebben we veel projecten opgezet en hebben we daar ook zelf de handen uit de mouwen gestoken."
Vleugel herinnert zich nog goed hoe samen met (de ook al overleden) Dick Stiemer, toen directeur Openbare Werken van de gemeente Utrecht, de eerste inventarisatie van projecten in León werd gemaakt: het opzetten van een stadsboomkwekerij, een zelfbouwhuizenproject, stadsplanning. Bij met name dat laatste was het de uitdaging een sluitende grondexploitatie te krijgen waar ze in het Midden-Amerikaanse land niet bekend mee waren. Het lukte en het is na León in heel Nicaragua een begrip geworden. Vleugel: "Bijzonder was dat steeds nieuwe Utrechtse ambtenaren door de jaren heen León met veel motivatie zijn blijven steunen, vooral met de stadsuitbreiding."
Een van die ambtenaren was Desirée van de Ven die 17 jaar lang voor de gemeente Utrecht coördinator was van de stedenband in Léon en nu coördinator Internationale Zaken is. Zij vertelt: "Uiteindelijk leidde die betrokkenheid tot de bouw van een totaal nieuwe wijk met 5000 woningen en 20.000 inwoners."
En wat is haar meest dierbare herinnering? "Wat ik me vooral herinner, is dat als er een ramp was, zoals de orkaan Mitch of een vulkaanuitbarsting, er onmiddellijk financiële steun was vanuit Utrecht."
Van de Ven zegt dat de gemeente nog betrokken blijft bij verduurzaming van het bos en het stadsuitbreidingsprogramma in León. En vult ze aan: "De waarde van de stedenband zat vooral in de betrokkenheid bij elkaar in beide steden, deze wederkerigheid leidde tot al die verschillende activiteiten."
Tientallen Utrechters gingen ook aan de slag in Leon. De eerste bouwbrigade was die onder leiding van wijlen Maarten de Keulenaar die met 15 mannen en vrouwen in 1986 een gemeenschapshuis met medische post bouwde in León. Vleugel: "Voor mij zelf is het maanden samen met wijkbewoners leven en bouwen mijn dierbaarste herinnering."
In 33 jaar zorgde de stichting met financiële hulp van de inwoners van Utrecht ook voor verbeteringen in het onderwijs, zette het zich in voor coöperaties van kleine ondernemers (meestal vrouwen) en steunde het diverse vrouwengroepen, jongeren en homo/lesbo-organisaties.
Soms ging het mis of liep een project anders dan verwacht, zoals de samenwerking met de bond voor oorlogsinvaliden. Met financiële steun startte een Utrechtse fietsenmaker een project om werkloze oorlogsinvaliden om te scholen tot fietsenmakers, maar de bond koos later toch voor een volgens hen rendabeler investering in een discotheek. Desondanks zijn een aantal oorlogsinvaliden later individueel aan de slag gegaan als fietsenmaker in werkplaatsen aan huis.
Belangrijk in Utrecht was 33 jaar lang ook de uitwisseling tussen scholen in Utrecht en León. Menig Utrechtse school heeft nog een Nicaraguaanse muurschildering die met de leerlingen tot stand kwam.
Vleugel somt verder op: "Schrijfster Ellen Tijsinger schreef prachtige jeugdboeken over de werkelijkheid en magie van León. Een bibliotheekactie in Utrecht leverde León een ton aan faciliteiten en boeken op. Theaters en muzikanten verrijkten over en weer de zusterstad met onbekende ervaringen, muziektheatergroep Rapalje oogstte met een tournee door Nicaragua veel succes! Kennismaking in Utrecht met de speelgoed-uitleen heeft geleid tot het opzetten van mobiele spelotheken in León en omgeving."
Vorig jaar nog presenteerde de Universiteit Utrecht in opdracht van de gemeente Utrecht een evaluatierapport waarin sprake was van een succesvolle gemeentelijke en particuliere vriendschaps- en stedenband; daar is de stichting nog steeds blij mee. Maar na 33 jaar wordt het nu toch anders. Vleugel gaat met de nieuwe werkgroep verder om onder meer de ontwikkelingen rond het duurzame bos te volgen, want León helemaal loslaten kan hij niet: "De stedenband is voor mij een tijdloos model dat drijft op nieuwsgierigheid naar het leven van een verre buurman en op de wens tot delen van rijkdom en passies."