Gert Jongetjes schreef in oktober 2014 al over zin en onzin van lokale media (in Utrecht), en vindt het tijd voor een vervolg: deel 2

In de tijd na mijn eerste artikel in ‘Nieuws030’ over lokale media is er wel heel wat gebeurd. Op 16 oktober 2014 schreef P. de Waard in zijn column in De Volkskrant over “pottenkijkersmedia” en refereerde daarmee nadrukkelijk aan de rol van lokale media. En hij vroeg zich hardop af of er geen omroepgeld naar de kranten zou kunnen om zo hun signalerende functie te versterken.

Staatssecretaris Dekker had op de 13e van diezelfde maand al geconstateerd dat lokale media essentieel zijn en een nóg grotere opdracht krijgen: “Nu er veel taken naar gemeenten gaan, is het belangrijk dat er een sterke tegenmacht is”. De Volkskrant van 19 februari 2015 meldt dat de gemeente Heerenveen zelf een verslaggever inhuurt om lokaal aandacht te krijgen voor het werk van de gemeenteraad. En op 21 februari 2015 heeft diezelfde krant een uitgebreid artikel over “geïmplodeerde” lokale media waarin wordt geconstateerd dat de overheid met veel weg komt “zonder die controle”.

Ook Nieuwsuur besteedt een serie reportages over de zieltogende lokale media. In januari 2016 pikte het VNG Magazine de draad weer op met een betoog van Tweede Kamerlid Mohammed Mohandis voor een sterke regionale pers. Genoeg media-aandacht dus voor het onderwerp, en dat is tenminste een begin.

In ons lokale en regionale Utrecht bleef het aanvankelijk nogal stil. Ik denk altijd dat oproepen om te komen tot een serieus en journalistiek lokaal medium de redactie van het AD alleen maar kan helpen om hun kwaliteit verder te verbeteren. Om het redactionele beleid te beïnvloeden en weer de weg terug te vinden naar meer diepgang, weg met die populistische formats!

Ik meen te weten dat de wijzigingen die er na het verdwijnen van het Utrechts Nieuwsblad zijn doorgevoerd ook helemaal niet de keuzes waren van de journalisten. Ik ben er bijna zeker van dat de redactie van het lokale AD ook liever meer gelegenheid zou krijgen om meer achtergrond en onderzoek in hun werkstukken te stoppen zoals onlangs met een uitgebreid artikel over de Amsterdamsestraatweg gebeurde.

Ook zouden die journalisten best meer tijd willen krijgen om te doorgronden wat al die extra taken voor de gemeente met zich meebrengen aan risico’s voor de Utrechters. Als zij meer aandacht zou mogen hebben voor wat de lokale overheden nu van de zorg voor hun inwoners gaan maken.

Om die controlerende en signalerende taak goed te kunnen vervullen, hebben de lokale media veel meer ruimte nodig en goede journalistiek. Wie moet die rol anders namens de Utrechters vervullen? Kritische volgers die te maken hebben met financiering vanuit de lokale overheid verkeren in een nogal moeilijke positie. Organisaties in de zorg die uitvoering geven aan al die moeilijke werkzaamheden, worden meer en meer in een concurrentiepositie geplaatst. Gemeenten financieren de zorg middels “subsidie uitvraag procedures” en “aanbestedingen”. Ze spreken van het “inkopen van zorg” en willen terecht zo veel mogelijke goede zorg voor het geld dat zij investeren. Zeker nu er in deze transformatie meer moet voor minder geld.

Die concurrentie kan al snel resulteren in een bepaalde mate van doofheid en plotseling monddood maken van organisaties. Als de zorginstelling die de inkoopprocedure niet succesvol heeft doorstaan in de periode daarna kritiek heeft op de uitvoering, kan dat al snel worden afgedaan als “de frustratie van de slechte verliezer”. Als je in de toekomst een concurrentiestrijd wilt winnen, is een al te kritische houding dan wel gewenst? Durven professionals zich nog wel eerlijk uit te spreken in dat krachtenveld? Als professionele medewerkers al moeite krijgen om hun kritische houding inhoud te geven, dan geeft dat maar weer aan hoe belangrijk een kritische en signalerende lokale pers is.

In de jaren '60 kwam er een beweging op gang die resulteerde in een meer mondige en een meer democratische samenleving. Nu is het wantrouwen ten opzichte van de politiek groot en veel mensen wenden zich af van diegenen die de politieke arena betreden. Algemeen heerst er een beeld van het dienen van het eigen belang, het vullen van eigen en bevriende zakken, bureaucratie en domheid.

Ik weet soms echt niet wat ik aardige, ontwikkelde en goed gemanierde mensen hoor verkondigen over onze politici. En deze politici weten het inmiddels ook niet goed meer. De besten houden zich op de vlakte en worden liever geen wethouder want dat is inmiddels geen fraai gezicht meer op je CV! En dan ook nog al die bedreigingen van kwaadaardige onverlaten. Onze gemeenteraad wordt jonger en onervarener. De kracht en macht van de gemeentemedewerkers wordt hierdoor alleen maar sterker, of zij of wij dat nu willen of niet.

Genoeg reden voor bezorgdheid en serieuze aandacht. Maar in plaats van dat lokale media deze signalen oppikken om het debat aan te slingeren, zwijgen zij in alle toonaarden. Vreemd dat alleen Charlotte Huisman van de Volkskrant dit nu voor hen moet doen. Dat zegt jammer genoeg veel over hoe weinig voeling er bestaat voor die zo belangrijke taak! Zou de lokale politiek zich hier eens over moeten uitspreken? Dat deed GroenLinks nog niet zo lang geleden.

En kort daarna was er een heus debat in Café Willem Slok. Jammer dat die discussie vooral bleef steken in hoe het geld van de gemeente Utrecht nu eigenlijk verdeeld moest worden. Moest de subsidie voor RTV Utrecht niet ‘openbaar worden aanbesteed’? Zodat ook commerciële partijen een kans krijgen dit geld te bemachtigen? Zou dat een garantie geven voor meer kwaliteitsjournalistiek?

Goede lokale media om de democratische controle op lokaal beleid te versterken, vraagt om een hele specifieke sturing. Geld uitdelen aan mediabedrijven helpt daarbij niet. Het helpt alleen als daarmee ook een zekere kwaliteit wordt gerealiseerd waarin onderzoeksjournalistiek geen vies woord meer is. RTV Utrecht doet naar mijn mening binnen de mogelijkheden heel erg zijn best om die onderzoeksjournalistiek een plek te geven. Zij mogen daar wat mij betreft mee doorgaan.

Met niet al te veel extra publiek geld zou het daarnaast mogelijk moeten zijn om via digitale media die onderzoeksjournalistiek een flinke impuls te geven. Het goede verhaal zal in verkorte versie de weg naar de actuele berichtgeving wel vanzelf vinden. Daarvoor een goed werkend beloningssysteem ontwikkelen, moet denk ik best mogelijk zijn zonder weer een heel subsidiecircus op te hoeven bouwen!

Gert Jongetjes

Reageren? Via e-mail: reacties@nieuws030.nl