Peter Oostveen - Maandagavond 27 mei deed Nick Cave met zijn Conversations-tour Vredenburg aan. Het nam de vorm aan van een 'redemptoris missio', de zending van de verlosser. Cave kwam als de trooster der bedrukten, maar om die rol te kunnen vervullen moest hij van heel ver komen. Van hoe ver?

Begin jaren 90 schreef Cave zijn levensverhaal tot dan toe: hoe hij zich iedere keer weer noodgedwongen in een ander stadje moest vestigen... eerst waren de bewoners nog blij met hem... ze sloegen ‘m joviaal op de schouders, ze boden ‘m drankjes aan, werd liefdevol in hun midden opgenomen... maar dan heel snel al sloeg de stemming radicaal om... afgunst, jaloezie, walging... de mensen trokken hun handen van ‘m af..., zelfs de deuren van de bordelen bleven voor hem voortaan gesloten... Cave, besmeurd met pek en veren, de zoveelste verbanning was zijn deel.... op weg naar zijn volgende toevluchtsoord 'the city of refuge'.

En in zijn diepe wanhoop weende hij bittere tranen tot zijn 'Salvator mundi', redder van de wereld: “oh, aller zoetste Jezus, wees mij geen rechter, maar een zaligmaker”. In de daaropvolgende tientallen jaren zou zijn geschiedenis van verbanning zich nog talloze keren herhalen. En eveneens talloze keren zou Cave zijn handen ten hemel heffen en zich met zijn gebed tot zijn heiland wenden: “Heer Jezus, leer me mijn kruis dragen”.

Ook in de Domstad wist Cave zich de status van persona non grata te verwerven. Na optredens in de Vrije Vloer in 1984 en Vredenburg in 1986 en 1988 zou zijn 'bad trip' op 13 mei 1994 in, wederom Vredenburg, ruw tot een voorlopig einde komen.

Poster Vrije Vloer 1984.

Die avond en nacht, na de zinderende toegift Wanted man, trok Cave zich met zijn illustere gevolg terug in de catacomben van Vredenburg. Een legendarische, van drank en drugs doordrenkte, nacht volgde. Met een explosieve mix van leden van The Gun Club, Surrealistst en The Bad Seeds. Waaronder een aantal, nu, hemellichamen: Jeffrey Lee Pierce (Gun Club), Brian Hooper (Surrealists) en Conway Savage (Bad Seeds). De nachtelijke terreur en de schade van 3500 gulden werden door de Directie van Vredenburg echter als 'minder legendarisch' bestempeld. Wederom volgde voor Cave verbanning, dit keer uit de Utrechtse Hof van Eden.

Artikel in Muziekkrant Oor.

Van die ban was medio februari jongstleden niets meer te merken. Tivoli/Vredenburg contracteerde Cave en kaarten waren op 21 februari binnen een paar minuten weg.

De Cave van nu is dan ook niet meer de Cave van de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw. Met name sinds hij in de zomer van 2015 zijn 15-jarige zoon Arthur verloor door een ongeluk heeft hij een innerlijke metamorfose ondergaan. Van een oudtestamentische Job, al weeklagende op de mestvaalt en bespot door zijn omgeving, naar een voor zijn fans moderne profeet Jeremia: “ik zal hunne droefheid veranderen in vreugde en vertroosten en opbeuren van hunnen kommer”.

In de documentaire One more time with feeling uit 2016 zagen we Cave en zijn vrouw Suzie Bick worstelen met hun immense verdriet, hun rouw, het in hun levens geslagen gat. De huidige Conversations-tour ligt in die zin in het verlengde van de documentaire. In een artikel van 22 mei jongstleden schrijft de Volkskrant bij monde van Cave dat het hem in deze tour gaat om persoonlijke groei, hoe je door verlies een tweede leven kunt opbouwen. Een leven met meer empathie, meer compassie. Hij noemt de tour een 'experiment in verbinding': rouwen met de rouwenden, door fysiek de dialoog met zijn fans aan te gaan.

Gaf zijn entree in Vredenburg nog het beeld van de 'terugkeer van de verloren zoon', vanaf dat moment, zo leek Cave zich te hebben voorgenomen, kon de 'ontmythologisering' beginnen. Optredens van Cave hadden met name in de jaren 80 het karakter van duistere samenzweringen die zich aan de openbaarheid onttrokken en niet overdraagbaar waren. Nu, tijdens de Conversations-tour, is zijn communicatie vaak van een zodanige nuchterheid dat deze zich bij wijze van spreken net zo goed bij de bushalte of bakker zou kunnen voltrekken.

In een tijdsbestek van ruim drie uur gaf Cave antwoord op de talrijke vragen van zijn fans. Gaf hij een exclusief inkijkje in zijn persoonlijke leven. En ja, in schril contrast met alle pastorale eigenschappen die hem worden toegedicht, dat leven is ook voor Cave vaak ronduit aards.

Voor zijn dagelijkse meditatie, waar hij veel waarde aan hecht, gebruikt hij een app op zijn smartphone. Het schrijven van songs voert hij routineus uit als een 9-5 job, alsof het een kantoorbaan is. En ja, als hij een ontmoeting heeft met zijn grote idool Bob Dylan, dan ziet hij ook kans dat 'heilige moment' te verprutsen. En ook zoiets, Cave is niet een alwetende die op alle levensvragen een antwoord heeft. Of en hoe je als jeugdige homo seksueel uit de kast moet komen, hij heeft werkelijk geen idee. Maar wel een liefdevolle omhelzing voor iedereen die daarmee worstelt.

Cave zocht verbinding, inderdaad vol empathie en met compassie: we zijn allemaal mensen, gebroken en onvolledig, we moeten ’t met onszelf en elkaar zien te rooien. Meer is er niet.

Maar dan toch, het aardse van de Conversations werd dan toch weer ontstegen in sacrale uitvoeringen van zijn songs. Gezeten aan een vleugel voerde hij deze, veelal op verzoek, in uitgebeende of totaal afwijkende versies uit: Into my arms, Weeping song, The mercy seat, Love letter, Alice, People ain’t no good.

Maar dan toch ook weer, veelzeggend, de opener van de avond God is in the house. En daar heft Cave zijn handen weer gevouwen ten hemel, in gebed, ter ere van die Ene Almachtige Grote die ook voor Cave ongrijpbaar blijft, maar desondanks toch aanwezig.

En zo eindigde de avond in een uitgebalanceerde mix van aardsheid en heiligheid. Wellicht toch meer in aardsheid dit keer. In de jaren 80 en 90 leek de 'Hemelvaart' van 'Saint Nick' vaak angstaanjagend nabij. Afgaande op gisteravond lijkt deze heden ten dage verder weg dan ooit tevoren. Het zit goed, want God is in the house.