Lieve adviescommissie - Tegen de ziekte van het vriendelijk comfort
Gepubliceerd: vrijdag 4 september 2015 07:00
Utrechts Verbond - Tot 1 februari nodigt het Utrechts Verbond Utrechtse kunstenaars en kunstinstellingen uit een aanbeveling te schrijven over een Utrechtse kunstenaar of kunstinstelling. Deze worden gericht aan de Advies Commissie Cultuurnota 2017-2020 waar tot 1 februari subsidieaanvragen ingediend kunnen worden.
Dit keer is de gastschrijver Dries Verhoeven.
Sinds een aantal jaar wordt de kunstwereld geteisterd door, wat ik noem, de ziekte van het vriendelijk comfort. Opgehitst door politici die spraken over linkse hobby’s en elitarisme, deden we er alles aan om het publiek duidelijk te maken dat kunst toegankelijk was en aangenaam om mee te maken.
Theatervoorstellingen werden aangeboden als dinerarrangement. Musea hingen I-pods op om abstracte of aanstootgevende kunst interactief en leuk te presenteren. Zelfs tijdens de meest obscure festivals verschenen vlaggen in de stad om het winkelend publiek duidelijk te maken dat zij meer dan welkom was. Het was het begin van de ‘dewerelddraaitdoorisering’ van de Nederlandse kunstwereld.
‘Kunstenaar’ werd omgetoverd in ‘cultureel ondernemer’, een woord dat minder omstreden was en beter aansloot bij de tijdgeest van de neo-liberale samenleving. Er werd gesproken over de kracht van de verbinding, de economische waarde van kunst, en – niet te vergeten – het toeristisch potentieel. Positieve neveneffecten werden tot hoofddoel gebombardeerd. Maar datgene wat je als softijsje hebt verkocht, kan uiteindelijk geen Dostojewski blijken te zijn.
De stad werd er aangenamer van, minder mensen liepen weg. Het theater boekte nog een extra avondje cabaret, het museum organiseerde een expositie rondom een prentenboek. Het verschil tussen datgene wat ons verbindt, normaliter aangeduid als cultuur, en datgene wat reflecteert op die verbinding, kunst genoemd, werd schimmiger. Voor de bezoeker was niet altijd duidelijk met welke goedgemutste manifestatie geld werd verdiend, en welke gesubsidieerd werd.
Ergens in dat winkelcentrum van goedlopende artistieke zaakjes bevinden zich de laatste stiltezones, plekken zonder al te nadrukkelijke etalage. In Utrecht is zo’n plek BAK, Basis voor actuele kunst. BAK organiseert geen dinerarrangement, er staan geen vlaggenmasten voor de deur, en geregeld loopt er een bezoeker al hoofdschuddend naar buiten. Lieve adviescommissie, ik vraag U deze instelling in de volgende subsidieperiode ruimhartig te ondersteunen.
BAK is een plek die gelooft in de kritische blik, een blik op de systemen die ons denken en handelen bepalen én op de algemeen geldende smaak. Dit jaar organiseerde ze samen met het Centraal Museum bijvoorbeeld “The new world academy” van kunstenaar Jonas Staal, een manifestatie over de manier waarop wij gerepresenteerd worden door politieke instituten.
De Verenigde Naties vertegenwoordigen de machthebbers van alle landen, maar niet diegenen die zich afkeren van die machthebbers of stateloos zijn. Wat verandert er in ons idee van politieke representatie als we luisteren naar vertegenwoordigers van de niet erkende staat Azawad of naar vluchtelingen zonder paspoort? Het klinkt allemaal niet al te sexy; ik betwijfel of Staal het project had kunnen ‘crowdfunden’. Maar de vragen die hij stelde waren meer dan relevant in een tijd waar zoveel staatlozen over de wereld zwerven. Het maakte mij duidelijk dat BAK zich radicaal durft te positioneren als plek voor reflectie.
We hebben onszelf de afgelopen jaren wijs gemaakt dat we moeten luisteren naar ons publiek. Maar als je mij in een formulier vraagt op wat voor dichtbundel ik zit te wachten, dan kan ik alleen refereren aan wat ik eerder heb gelezen. Op die manier gaat de kunst op de handrem. Ze functioneert volgens het ‘u roept-wij draaien principe’.
Ik zou U daarom willen uitdagen een kunstenlandschap te creëren dat ons laat twijfelen, niet eentje die ons in de watten legt. U heeft het voorrecht besluiten te nemen over de jongste en hoogst opgeleide stad van Nederland. Utrechters willen uitgedaagd worden, ze willen hun denken schaven aan de uitspraken van kunstenaars die ze niet meteen begrijpen. Door het niet-begrijpen gaan we graven, graven in ons hoofd, graven bij elkaar, we worden er alert door. BAK is daarbij onmisbaar.
Laat U niet intimideren door het spookbeeld van de weglopende bezoeker, omarm die vlucht naar buiten, in het vertrouwen dat de bezoeker vanzelf weer naar binnen loopt, als wat daar gebeurt maar uitdagend genoeg is.
Dries Verhoeven maakt installaties, performances en happenings in musea, op locatie en in de openbare ruimte van een stad. In mei van dit jaar was zijn installatie Wanna play? (Liefde in tijden van Grindr) te zien op SPRING Festival. www.driesverhoeven.com